Keltische magie, avontuur én wijsheid

Als de zevenjarige Leana (in de zevende eeuw in een dorpje op een Schots eiland) alleen komt te staan, wordt ze na de kerkdienst op het plein 'geveild'. Juniper neemt haar in huis en leert haar alles over het verzorgen van het huis, de tuin en de dieren (koe, pony, kippen), vaardigheden als kaas maken, spinnen en weven, en het inzetten van kruiden bij het behandelen van ziekten en verwondingen. Juniper is een cailleach, ze wordt in het dorp gezien als een heks. De dorpelingen vragen haar vaak, tegen de zin van de pastoor, om hulp bij ziekte verwondingen. Leana heeft talent voor magie en Juniper leert haar dat talent te ontwikkelen, niet door strengheid en hard optreden, maar door gesprekken en ruimte te geven aan eigen ervaringen. De schrijfster schildert in dit tweede deel van een trilogie een wereld waarin het leven met de natuur, aandacht voor de omgeving en ontwikkeling van talenten een magische cadans heeft. 'Heksenkind' trekt je die wereld in, een prachtig boek om voor te lezen, maar ook goed zelf te lezen voor gemiddeld tot sterke lezers vanaf ongeveer 10 jaar.