Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Is god dood?

CharlesdeVries 10 februari 2019
In F voert Daniel Kehlmann god op als een afwezige vader of als een hypnotiseur die ons de illusie geeft dat we een vrije wil hebben of als één die voor ons keuzes maakt. Bestaat religie niet daarom; zodat we niet zelf keuzes hoeven te maken en dus niet zelf verantwoordelijk hoeven te zijn voor ons leven?

En als god afwezig is of zelfs dood is, wat zegt het begrip god de vader dan over vaderschap? Arthur is een afwezige vader, om dan ineens te verschijnen en bij vertrek aan te kondigen dat hij weldra weer zal komen. En dat niet nakomt. Verstek laat gaan. Kehlmann lijkt via Arthur te willen zeggen dat vaderschap er niet zo toe doet. Je moet je eigen keuzes maken want vaders kiezen voor je. maar geven je het gevoel dat het je eigen keuzes waren.

Is een vader niet belangrijk voor zonen als rolmodel? Wat de aanleiding ook mag zijn, de zonen van Arthur: Martin, Eric en Iwan bedriegen zichzelf. En hun omgeving, maar vooral zichzelf. Zij zijn niet authentiek. Zij zijn nobodies. I am a nobody. Ik ben niemand. Dat betekent volgens mij F. Natuurlijk ken ik de verwijzingen naar F van die Familie, die Fügung (Martin), die Fortuna (Eric), der Fälscher (Iwan). Maar volgens is de titel F vooral een initiaal dat anonimiteit in zich draagt. Anoniem: ik ben niemand.

De lijn der geslachten. Wat is een betere overlevingsstrategie voor je nageslacht; de beweging vooruit? Boven jezelf willen uitstijgen? Of juist middelmatigheid? Zijn vader was boer en ook zijn vader was boer en zo verder tot vijf generaties achter elkaar. Wat een saaiheid, maar wel stabiel. Of wat een stabiliteit, maar welke perspectief had men anders dan boer worden. Terwijl het uitbreken, een eigen weg gaan tot vooruitgang kan leiden, kan het ook generaties voorspoed doen vervagen naar de vergetelheid. Afstammelingen van grootgrondbezitters worden zo geboren in armoede zonder enig besef van hun afkomst. Ook hier lijkt Kehlmann ons te willen zeggen: maakt dat uit? Ben je verantwoordelijk voor je (ongeboren) nageslacht?

Als we vinden dat iemand een slechte keuze maakt, staat ons kennelijk een alternatief voor ogen dat we een goede keuze of een betere keuze of een minder slechte keuze vinden. Vanuit de Christelijke traditie heb je het dan al snel over het Goede en het Kwade. Als god niet bestaat maar het kwade manifesteert zich wel, moet het Goede dan niet ook bestaan? Kan het kwade er zijn zonder referentiekader van het goede? Het goede is goed op zich zelf, maar kan het kwade kwaad zijn zonder alternatief van het goede?

Brengt mij bij schoonheid. Kan lelijkheid bestaan zonder vergelijkingsmateriaal? Lelijkheid is gelijk aan de inverse van schoonheid? Schoonheid is mooi op zich, maar is lelijkheid niet de afwijking van de verwachting naar schoonheid? En hoe zit dat dan met authenticiteit en namaak? Kan namaak niet enkel bestaan dankzij het andere, het echte, het authentieke? Maakt het uit wanneer iets namaak is als niemand het weet? Een Rembrandt wordt minder waard als blijkt dat het van een leerling is. Maar als niemand weet dat een tot op heden onbekende Rembrandt een vervalsing is? Is dat erg? In een interview heeft Kehlmann het over een win-win situatie voor zowel de vervalser als de eigenaar zolang ontdekking uitblijft. Maakt het dan uit? We willen daarin niet meegaan omdat ons geloof in de waarheid zo diep zit. En ook dat die waarheid uiteindelijk altijd bovenkomt zo hardnekkig is, is het risico op verlies te groot. Wat is kunst en wat niet? Wat is authentiek.

Aan het eind voert Kehlmann de illusionist nog een keer op om (zo lijkt me) definitief met god af te rekenen. Nu als blinde waarzegger. Arthur lijkt opgelucht. “Maar mijn toekomst! Roept Maria. “Zoek die zelf maar uit. Zoek uit welke je wilt hebben.” Je moet zelf keuzes maken.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van CharlesdeVries