Lezersrecensie
Emoties door wetenschap achteraf
Met 'Zoo lang ik hoop te leven' heeft Claudia Carli een bijzonder debuut gemaakt. Het boek is een mix van fictie en non-fictie aan de hand van een poëziealbum dat het Joodse meisje Alida (Alie) Lopes Dias krijgt op haar twaalfjarige verjaardag tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De leefwereld van Alie in Amsterdam wordt steeds kleiner naarmate WOII vordert. Ze hoort bij de grote groep mensen wiens leven alleen nog maar uit verboden, uitsluiting en angst bestaat. In plaats van een speelse, ongedwongen jeugd krijgt ze te maken met vervolging, dreiging, verlies en dood te maken.
Aan de hand van het poëziealbum schetst Carli een uniek oorlogsbeeld van Alie en haar (school)vriendinnen. Elke pagina uit het album is opgenomen in 'Zoo lang ik hoop te leven'. Daarbij probeert Carli een zo reëel en waarheidsgetrouw mogelijk beeld neer te zetten, voorzien van fictie op die plekken waar feiten tekort schoten. Carli heeft voor de totstandkoming van het boek jarenlang research gedaan en gesproken met een aantal overlevenden en nabestaanden van de Tweede Wereldoorlog.
De schrijfstijl is niet doorspekt met emotie, waarschijnlijk door de feitelijke/wetenschappelijke benadering, waardoor het boek op zich me niet erg heeft geraakt. Maar de verhalen, de wetenschap achteraf van wat er met (o.a.) veel Joden is gebeurd, brengt absoluut de nodige emoties met zich mee.
Dit boek had wat mij betreft zeker een plekje op de Hebban Debuutprijs 2020 shortlist verdiend.
De leefwereld van Alie in Amsterdam wordt steeds kleiner naarmate WOII vordert. Ze hoort bij de grote groep mensen wiens leven alleen nog maar uit verboden, uitsluiting en angst bestaat. In plaats van een speelse, ongedwongen jeugd krijgt ze te maken met vervolging, dreiging, verlies en dood te maken.
Aan de hand van het poëziealbum schetst Carli een uniek oorlogsbeeld van Alie en haar (school)vriendinnen. Elke pagina uit het album is opgenomen in 'Zoo lang ik hoop te leven'. Daarbij probeert Carli een zo reëel en waarheidsgetrouw mogelijk beeld neer te zetten, voorzien van fictie op die plekken waar feiten tekort schoten. Carli heeft voor de totstandkoming van het boek jarenlang research gedaan en gesproken met een aantal overlevenden en nabestaanden van de Tweede Wereldoorlog.
De schrijfstijl is niet doorspekt met emotie, waarschijnlijk door de feitelijke/wetenschappelijke benadering, waardoor het boek op zich me niet erg heeft geraakt. Maar de verhalen, de wetenschap achteraf van wat er met (o.a.) veel Joden is gebeurd, brengt absoluut de nodige emoties met zich mee.
Dit boek had wat mij betreft zeker een plekje op de Hebban Debuutprijs 2020 shortlist verdiend.
1
Reageer op deze recensie