Duik in de Middeleeuwen

Dit boek leest alsof het al een heel oude verhaal is, zoiets als Marieke van Nimwegen, maar het is gewoon een pas verschenen boek. Frankrijk in 1350. Jongen (hij heeft zelfs geen naam) groeit op als knechtje op een hof maar er is iets bijzonders aan hem. Hij heeft een bochel waardoor hij in die tijd met angst en beven bekeken wordt. Mensen slaan kruizen om het kwaad af te zweren als ze hem zien. Op een dag komt er een pelgrim langs, Secundus, die hem als knechtje meeneemt op zijn pelgrimstocht. Secundus lijkt erg onaardig maar het mooie is dat je blik op hem steeds verandert. En dan niet zoetsappig dat hij als een blad aan een boom omslaat en het blijft een schurk. Secundus is op zoek naar relikwieën en Jongen moet daarbij helpen. Jongen hoopt dat hij als beloning van deze pelgrimstocht een gewone jongen zal worden. Maar je merkt wel dat hij niet alleen door die bochel bijzonder is. Ze beleven veel spannende avonturen, allen op het randje van wat goed en kwaad is. Het verhaal heeft een duidelijke structuur net als een sprookje met patronen die steeds terug komen. "Rib, tand, duim, scheen, stof, hoofd, graf" is de opdracht die Secundus heeft. Maar de dingen lopen toch vaak net even anders dan gedacht waardoor het blijft boeien. De sfeer van de Middeleeuwen slurpt je helemaal op met de magie en geloof in relikwieën en heiligen. Kinderen vanaf 11 jaar met interesse in geschiedenis en een volwassene die af en toe wat uitlegt zullen er zeker van smullen.