Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Kent u Amsterdam ook zo?

Jan Stoel 15 februari 2024

Uitgeverij Samsara gaf auteur Jan Paul Schutten de opdracht verhalen te schrijven over Amsterdam, de plek waar de in Rotterdam geboren Sieb Posthuma woonde. Illustraties uit het rijke oeuvre van Posthuma vormden de inspiratiebron voor Schutten. Het is een heerlijk boek geworden. Prachtige tekeningen en negentien verhalen/essays van een paar bladzijden elk, die uiterst toegankelijk zijn geschreven. Meteen is een link tussen Schutten en Posthuma te zien. Posthuma maakt levendige en heldere illustraties in een geheel eigen stijl. Ze zijn vrolijk en laten zich kenmerken door een sobere en trefzekere lijnvoering. Alles is raak. Het lijkt zo makkelijk, maar is dat allerminst. Net als de teksten van Schutten. Vlot en soepel geschreven, to the point geformuleerd, ingekleurd met prachtige anekdotes en altijd een brug tussen het verleden en het heden slaand. Schutten heeft zorgvuldig onderzoek gedaan. Ook bij hem is alles raak.

Gered door blaasbalg en tabak

Meteen in het eerste verhaal zie je hoe tekst en illustratie elkaar versterken, een eigen verhaal vertellen. Op de prent gaat een man bijna kopje onder in de gracht. Alleen de helft van zijn bril en zijn oren en het bovenste deel van zijn hoofd met daarop een hoed zijn te zien. In grijstinten en met twee brandende lantaarns wordt de avond/nacht gesuggereerd. Schutten heeft daarbij een verhaal geschreven met als titel Waterduikers. Jaarlijks moet de brandweer tientallen mensen uit de Amsterdamse grachten redden. “Dat het daarbij vooral om mensen gaat die tijdens het plassen voorover vielen is overigens een mythe. De slachtoffers zijn meestal gewoon gekleed – met hun gulp dicht. Het zijn wel bijna altijd mannen.” Drank- of drugsgebruik zijn vaak de oorzaken. Na deze inleiding duikt de auteur in de geschiedenis. Zo werden er op 31 december 1790 veel mensen uit het water gered. Mist en de oudejaarsviering waren een niet zo gelukkige combinatie blijkbaar. Destijds waren het ratelwachters die de taak hadden drenkelingen te redden. En dan volgt weer zo’n typische Schuttenzin waarbij je moet glimlachen. “De kasteleins hadden het niet alleen druk met het tappen, maar ook met het verzorgen van de gelukkigen die gered konden worden. Dat waren ze verplicht – wie dat niet deed riskeerde een boete.” Hij geeft voorbeelden van hoe mensen gered werden. Zo bracht Mozes Zadok met een blaasbalg via de anus tabaksrook in om de mensen weer bij hun positieven te krijgen. Aan het slot van het essay wordt beschreven dat de gemeente trappen en grijpstenen heeft aangebracht. Maar het aantal slachtoffers is nog niet echt gedaald in vergelijking met vroeger. Dat komt “ook door alle deelscooters die in het water terechtkomen en voor drenkeling worden aangezien.” Een kwinkslag tot slot dus.

Vleeschelijke conversatie

De opbouw van de essays is als volgt: een inleiding, een duik in het verleden gelardeerd met anekdotes, een blik in het heden en een afsluiting. In Buitenlust gaat het over overspel en dat kon vervelend aflopen. Jan van der Tuuk smokkelde in 1774 een als man verklede vrouw binnen, werd betrapt door zijn vrouw die ‘vleeschelijke conversatie’ aangreep om te scheiden. De illustratie daarbij is een tekening van drie statige grachtenpanden. Uit het raam op de klokgevel kijkt een vrouw haar lover na die voorzichtig via de dakgoot probeert te ontsnappen. Klokgevel? Heeft de noodklok geluid? En dan typisch Posthuma: het hondje voor het huis op een lege straat en vooraan de kademuur een reeks Amsterdammertjes. Immers het overspel moest gestopt worden nietwaar? Over de historie van die Amsterdammertjes, die paaltjes die in de 18e eeuw gebruikt werden als schamppaal om huizen te beschermen tegen de ijzeren banden om de wielen, tref je ook een essay aan.

Meesterwerk ontdekt?

Een reeks van onderwerpen komt aan bod van het megalomane van Amsterdam, de uitleg over het woord Stopera, de rotsduiven in de stad (“de ratten van de lucht” noemt Schutten ze in het essay met als titel Shalalalie dat weer een verwijzing is naar het liedje Alle duiven op de dam van Gert en Hermien) de stilte die te vinden is in de omringende dorpen van Amsterdam, figuren als Loe Lap (“zijn talent zat niet in het harde werken met in het sjmoezen”; en dat is slim gebabbel), de prostitutie, het idee om de grachten dicht te gooien om het verkeer ruimbaan te geven, de hippies, de vrijheid waar Amsterdam zo bekend om is, de kwestie welke brug de mooiste is, het komt allemaal voorbij. Vaak denk je, o ja, zo zat het dus. Het laatste hoofdstuk is aan de elite van Amsterdam gewijd. Jan Paul Schutten heeft uitgezocht welke beroepen de mensen uitoefenden die aan de grachtengordel woonden en hoe dat in de loop der jaren veranderde. In dat artikel komen ook Domela Nieuwenhuis en schrijver Simon Vestdijk voorbij en het Ambassade Hotel (dat nauwe banden heeft met uitgeverij Samsara en waar men een collectie van ruim achthonderd Cobra-werken heeft). Daar werd een groot schilderij aangetroffen. Een meesterwerk?

Dit boek is een meesterwerk: fijn van taal en subtiel in de illustratie: een feest om naar te kijken en een genot om in te lezen en niet alleen voor de Amsterdammer.



Voor het eerst gepubliceerd op Bazarow

Leesadvies voor jongeren
Grappige mini-essays van Jan Paul Schutten waarin heden en verleden worden verbonden, voorzien van aansprekende illustraties van Sieb Posthuma

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Jan Stoel

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.