Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Kolder en kwel

Wat hebben twee onrustwekkende verdwijningen van tienermeisjes, een aangespoeld lichaam van een in bad verdronken vrouw en een vermoorde halfbloed Marokkaan met elkaar te maken? De Knokse burgemeester Lippens maakt zich ongerust en zet zijn speurders onder druk. Als dan tijdens het uitzichtloze onderzoek ook nog eens collega-speurder Athenus en politiehoofd Mangels van het toneel verdwijnen wordt het raadsel voor Luk Borré en zijn bonte bende alleen maar groter. De klok tikt en alle sporen lijken richting hotel La Réserve te wijzen.
Pierreux nummer vijf. Alle vertrouwde ingrediënten zijn aanwezig: de personages (van rondborstige nymfomane Mariëtte, zwaar getroebleerde Luk Borré tot de archetypische katholiek Mangels en zonnekoning-burgemeester Leopold Lippens toe), de stijl en zelfs de cijferpuzzel in de titel. Van vernieuwing kan nog nauwelijks sprake zijn.
Inhoudelijk lijkt Pierreux nooit goed te weten waar hij met zijn plot uit wil komen. De grotesk ongeloofwaardige finale (Preston & Child’s Kraaienvoer kwam spontaan bij me op...) doet vermoeden dat die plot dan ook niet echt het hoofddoel is van La Réserve.

Wat het doel dan wel is, blijft een raadsel. La Réserve lijkt mij alvast eerder een aanleiding om non-stop cynische opmerkingen af te vuren dan wel om een volbloed misdaadroman te schrijven. Of een poging om (net te veel à la Fred Vargas) een totaal eigen absurdistische stijl te ontwikkelen?
Feit is dat alle personages voortdurend even cynisch en gevat voor de dag trachten te komen waardoor ze op enkele opzichtige details wel klonen van elkaar lijken. Het hele boek door overspoelt Pierreux ons met literaire beeldspraak die vaak een glimp van meesterschap doet vermoeden. Vaak echte trefzekere pareltjes, maar als geheel komen ze eerder over alsof de boerenstamppot met een schep kaviaar binnengelepeld dient te worden. De overdaad aan beeldspraak wordt na een tijdje zelfs vermoeiend en ergerlijk opzichtig als een tic nerveux. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Christian De Coninck in zijn Octopus complex is de taal van Pierreux net té rijk.
Voortdurend zwalkt de stijl en toon op onnatuurlijk wijze tussen Friends-achtige gevatte humor, spottende kritiek op de Knokse beau(?) monde en eerder onhandig verwerkte en ongenuanceerde maatschappijkritiek (waarmee Pierreux net als Luc Deflo en Pieter Aspe de minder kritische verzuurde lezer op zijn hand tracht te krijgen?) om bij zowat elke echte politieactie supermansgewijs om te slaan in Tarantinesque zin voor overdrijving en mateloos geweld (Mariëtte’s stripact op het gemeentehuis, de bloederige enscenering van de kapelmoord, de ruwe ondervragingstechniek van Borré, het spermaspons-tussendoortje). De Kampioenen (overjaarse Vlaamse comedy-serie), Samson en Gert (populaire Vlaamse sprekende hond met Gobelijn-afwijking) en Kill Bill op dezelfde scéne als het ware.
In de dialogen worden flauwe overjarige grappen moeiteloos afgewisseld met al te lange, ogenschijnlijk zo uit een proefschrift van een laatstejaarsstudent psychologie/sociologie overgenomen citaten. In dit opzicht is de monoloog met redder Bart Condereys over de psychologische gevolgen van kindermisbruik in hoofdstuk 9 de onbedreigde koploper. De vaak diepzinnige ernst waarmee Luk Borré’s gekwelde ziel wordt beschreven, vloekt dan weer met de kolderieke beschrijvingen van het Brusselmans aandoende optreden van burgervader Leopold Lippens of de obsessief religieuze commissaris Mangels. Kortom, op vele gebieden tracht Pierreux zonder succes zijn grands écarts tot een goed einde te brengen...
La Réserve en de vloek van het zesde gebod is een boek waarin ernst en humor als twee verwende kleuters al te ijverig hengelen naar de meeste aandacht van hun moegetergde ouders die alvast uitkijken naar een rustige kinderloze avond.
Spits, origineel, vlot? Ik rangschik dit in de categorie van één van die vele tijdelijke modegrillen die steeds weer onverwacht op je afkomen, even allesoverheersend zijn maar al net zo snel weer uit het oog verdwenen zijn. De vele verwijzingen naar actuele Vlaamse figuren (Lippens, Verhofstadt, Davignon...) zorgen voor een slechts tijdelijk vol te houden populariteit en beperkte houdbaarheid en duiden zo op het gebrek aan ambitie en inspiratie van de auteur.
De vraag dringt zich op: hoe lang denkt Jos Pierreux zijn geijkte formule nog vol te kunnen houden?

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Jan Van Der Voort