Lezersrecensie
Zo begint het slechte en zo eindigt het onbevredigende
Onze wijk had vier dagen een internetstoring. Mijn biblioteek kan niet de door mij gereserveerde boeken leveren. Kennelijk heb ik allemaal fel begeerde boeken aangevraagd. Het weer nodigt niet uit tot lange wandelingen.
De omstandigheden, misschien het lot, nodigden me uit, dwongen me om dit boek uit te lezen. Er zat als het ware niets anders op. Ik heb er weken over gedaan maar nu heb ik het uit.
Ik heb geen klik met meneer Marías. Ik las niet graag wat hij zoal te berde bracht. Hij ergerde me met z'n wijdlopigheid. Het kwam me voor dat hij graag aan het woord is, alsof hij zichzelf graag hoort praten. Hij koketteert met moeilijke woorden en gooit er af en toe iets ordinairs tussendoor. Een interessant doenerige man.
Ik weet ook niet wat hij me nu precies wil vertellen. Zijn onvrede over Spanje? Over het onverwerkte verleden van het land? Wil hij een moralistisch verhaal ophangen? Filosoferen over de betekenis van de woorden van Shakespeare? Joost mag het weten.
Het gaat in ieder geval over een filmregisseur, zijn vrouw, zijn assistent en een hoop perifere, merkwaardige figuren. De man en de vrouw hebben een slecht huwelijk en de inwonende assistent probeert te achterhalen wat nu eigenlijk ten grondslag ligt aan hun verstoorde verhouding. Tergend langzaam komt hij achter de waarheid. Die is op zich interessant en zou een mooi boek kunnen opleveren maar de schrijver blijft steken in rationele blabla waardoor het verhaal flets blijft. Marías lijkt niet gericht te zijn op de lezer maar op zijn eigen gedachtenspinsels en dat is saai zoals een ellenlange monoloog ook niet blijft boeien.
De verteller is de assistent die jaren later terugblikt op wat er allemaal gebeurd is. Hij blijkt niet alleen een toeschouwer te zijn geweest maar ook een actieve rol te hebben gespeeld in de verwikkelingen. Dat is ook een interessant thema maar wordt nauwelijks uitgewerkt en dan wederom met louter gerationaliseer.
Nu komt het mij voor dat het hier allemaal niet om gaat. Het is de schrijver te doen om iets anders. Hij wil niet zomaar een verhaal vertellen. Dat is nooit Marías' drijfveer tot het schrijven van een boek. Er is een diepere laag maar ik werd daar maar niet nieuwsgierig naar. Dat verklaart wellicht mijn verveelde houding tijdens het lezen en het regelmatig zuchtend wegleggen van het dikke boek.
Ik wil dat illustreren met wat aanhalingen:
blz 168
Af en toe bleef ze staan voor een rood stoplicht of om een etalage te bekijken, weinig meer, ze liep gedecideerd en snel, zelfs elegant, ondanks haar flinke postuur; tijdens die wandelingen stelde ik vast dat ze op schoenen met hakken van meer dan zeven centimeter kon lopen zonder te wankelen of te struikelen of onvast op haar benen te staan, fier en rechtop; ook kon ik op mijn gemak het zwierige zwaaien van haar rok bekijken, een beweging die je heden ten dage nog maar weinig ziet, de meeste vrouwen weten niet meer hoe ze gracieus moeten lopen, wat niet hetzelfde is als heupwiegend, of niet per se.
blz 211
Een van de normen waaraan ik me probeerde te houden was ongeveer de volgende: zo min mogelijk oordelen, me niet bemoeien met de levens van anderen en me er al helemaal niet in mengen. Mijn grootste wens zou zijn geweest geen enkel ding in de oceaan te ontwaren en daaromtrent niets te hoeven beslissen. Maar dat is onmogelijk, al is het alleen maar omdat je zelf ook een ding bent waarvan de anderen zich afwenden, of waar ze op af gaan, of waarmee ze in botsing komen.
blz 267
Er zijn mensen die genieten van bedrog en geslepenheid en veinzerij, die enorm veel geduld hebben om hun netten uit te zetten. Ze zijn in staat om het langdurige heden te beleven met één oog gericht op een onduidelijke toekomst , waarvan ze niet weten wanneer die aanbreekt of wanneer zij zelf zullen besluiten dat die begint en eindelijk heden wordt en dus direct daarna verleden zal zijn. Soms worden de momenten van verwezenlijking opgerekt of uitgesteld; dat van de wraak, als het wraak is waarnaar ze op zoek zijn, of dat van het bereiken van een doel, als ze zich dat gesteld hebben, of dat waarop hun plan volkomen tot rijping is gekomen, als het een plan is dat ze hebben gesmeed.
blz 401
eerste zin. Die is echter zo lang dat ik niet de puf heb om die helemaal uit te schrijven. Men leze zelf.
blz 548
Ik deed er goed aan te wachten met van haar te gaan houden tot ze me aanwees met haar trillende vinger en ik in staat was die te zien; en ik heb er goed aan gedaan al deze voorbije jaren van haar te houden, al deze achterliggende jaren, waarschijnlijk heb ik mijn leven lang niets beters gedaan.
Javier Marías heeft nooit de Nobelprijs gewonnen. Inmiddels is hij dood.
Ik begrijp waarom het Nobelprijscommitee hem niet heeft uitverkoren.
De omstandigheden, misschien het lot, nodigden me uit, dwongen me om dit boek uit te lezen. Er zat als het ware niets anders op. Ik heb er weken over gedaan maar nu heb ik het uit.
Ik heb geen klik met meneer Marías. Ik las niet graag wat hij zoal te berde bracht. Hij ergerde me met z'n wijdlopigheid. Het kwam me voor dat hij graag aan het woord is, alsof hij zichzelf graag hoort praten. Hij koketteert met moeilijke woorden en gooit er af en toe iets ordinairs tussendoor. Een interessant doenerige man.
Ik weet ook niet wat hij me nu precies wil vertellen. Zijn onvrede over Spanje? Over het onverwerkte verleden van het land? Wil hij een moralistisch verhaal ophangen? Filosoferen over de betekenis van de woorden van Shakespeare? Joost mag het weten.
Het gaat in ieder geval over een filmregisseur, zijn vrouw, zijn assistent en een hoop perifere, merkwaardige figuren. De man en de vrouw hebben een slecht huwelijk en de inwonende assistent probeert te achterhalen wat nu eigenlijk ten grondslag ligt aan hun verstoorde verhouding. Tergend langzaam komt hij achter de waarheid. Die is op zich interessant en zou een mooi boek kunnen opleveren maar de schrijver blijft steken in rationele blabla waardoor het verhaal flets blijft. Marías lijkt niet gericht te zijn op de lezer maar op zijn eigen gedachtenspinsels en dat is saai zoals een ellenlange monoloog ook niet blijft boeien.
De verteller is de assistent die jaren later terugblikt op wat er allemaal gebeurd is. Hij blijkt niet alleen een toeschouwer te zijn geweest maar ook een actieve rol te hebben gespeeld in de verwikkelingen. Dat is ook een interessant thema maar wordt nauwelijks uitgewerkt en dan wederom met louter gerationaliseer.
Nu komt het mij voor dat het hier allemaal niet om gaat. Het is de schrijver te doen om iets anders. Hij wil niet zomaar een verhaal vertellen. Dat is nooit Marías' drijfveer tot het schrijven van een boek. Er is een diepere laag maar ik werd daar maar niet nieuwsgierig naar. Dat verklaart wellicht mijn verveelde houding tijdens het lezen en het regelmatig zuchtend wegleggen van het dikke boek.
Ik wil dat illustreren met wat aanhalingen:
blz 168
Af en toe bleef ze staan voor een rood stoplicht of om een etalage te bekijken, weinig meer, ze liep gedecideerd en snel, zelfs elegant, ondanks haar flinke postuur; tijdens die wandelingen stelde ik vast dat ze op schoenen met hakken van meer dan zeven centimeter kon lopen zonder te wankelen of te struikelen of onvast op haar benen te staan, fier en rechtop; ook kon ik op mijn gemak het zwierige zwaaien van haar rok bekijken, een beweging die je heden ten dage nog maar weinig ziet, de meeste vrouwen weten niet meer hoe ze gracieus moeten lopen, wat niet hetzelfde is als heupwiegend, of niet per se.
blz 211
Een van de normen waaraan ik me probeerde te houden was ongeveer de volgende: zo min mogelijk oordelen, me niet bemoeien met de levens van anderen en me er al helemaal niet in mengen. Mijn grootste wens zou zijn geweest geen enkel ding in de oceaan te ontwaren en daaromtrent niets te hoeven beslissen. Maar dat is onmogelijk, al is het alleen maar omdat je zelf ook een ding bent waarvan de anderen zich afwenden, of waar ze op af gaan, of waarmee ze in botsing komen.
blz 267
Er zijn mensen die genieten van bedrog en geslepenheid en veinzerij, die enorm veel geduld hebben om hun netten uit te zetten. Ze zijn in staat om het langdurige heden te beleven met één oog gericht op een onduidelijke toekomst , waarvan ze niet weten wanneer die aanbreekt of wanneer zij zelf zullen besluiten dat die begint en eindelijk heden wordt en dus direct daarna verleden zal zijn. Soms worden de momenten van verwezenlijking opgerekt of uitgesteld; dat van de wraak, als het wraak is waarnaar ze op zoek zijn, of dat van het bereiken van een doel, als ze zich dat gesteld hebben, of dat waarop hun plan volkomen tot rijping is gekomen, als het een plan is dat ze hebben gesmeed.
blz 401
eerste zin. Die is echter zo lang dat ik niet de puf heb om die helemaal uit te schrijven. Men leze zelf.
blz 548
Ik deed er goed aan te wachten met van haar te gaan houden tot ze me aanwees met haar trillende vinger en ik in staat was die te zien; en ik heb er goed aan gedaan al deze voorbije jaren van haar te houden, al deze achterliggende jaren, waarschijnlijk heb ik mijn leven lang niets beters gedaan.
Javier Marías heeft nooit de Nobelprijs gewonnen. Inmiddels is hij dood.
Ik begrijp waarom het Nobelprijscommitee hem niet heeft uitverkoren.
1
3
Reageer op deze recensie