Lezersrecensie
De essentie van niks
Maarten van Buuren is emeritus hoogleraar Moderne Letterkunde en schreef een op het oog handzaam boekje over Proust: goede, overzichtelijke indeling en relevante thematiek. Daar houden wat mij betreft de complimenten op want inhoudelijk vond ik het een nietszeggend boek over een nietszeggende man die niets te melden had.
Proust was een geïsoleerd levende man die dus niet deelnam aan het leven maar een toeschouwer was. Hij leefde als het ware via anderen. Hij was een betreurenswaardig mens wiens ouders vroegtijdig overleden evenals zijn beste vriend, tevens minnaar. Daar zouden mooie boeken uit kunnen voortvloeien, immers literatuur parasiteert vooral goed op ellende. Maar omdat Proust niet deelneemt aan het volle leven zijn zijn boeken bloedeloos en gespeend van enig belang, hoe bloemrijk hij ook kan schrijven. Volgens Van Buuren werd dat juist het grote succes van zijn boeken: de lezer kon er helemaal in verdwijnen, wegdrijven in een minuscuul wereldje, gefocust op de schoonheid van taal.
Op blz 42-43 doet Van Buuren een poging om De kern van Prousts denken te verwoorden:
'Verbeeldingskracht neemt in het werk van Proust een centrale plaats in; ze vormt de sleutel tot zijn denken. Verbeeldingskracht stelt Marcel in staat vorm te geven aan de werkelijkheid, ze is het vermogen waarin het bewustzijn gestalte aanneemt. Bewustzijn is voor Proust niet een innerlijk, subjectief verschijnsel dat tegenover een objectieve buitenwereld zou staan. Bewustzijn is een beeld dat zich ontwikkelt in de tussenruimte tussen de innerlijke en de uiterlijke wereld, het is de bemiddeling tussen deze binnen- en buitenwereld.' En zo gaat het nog een poos door.
Ik weet natuurlijk niet of deze tekst jou aanspreekt maar voor mij zijn het slechts holle frasen en gewichtigdoenerij.
In het subhoofdstukje Liefdeslessen lees ik op blz 71 het volgende:
'De tweede liefdesles die Marcel leert tijdens zijn adolescentie is dat de liefde, teruggebracht tot zijn essentie, narcistisch van aard is. De beide liefdeslessen, volstrekte gehechtheid aan de moeder en de narcistische aard van elk liefdeselan, staan onderling in nauw verband. Ze vormen zijde en keerzijde van dezelfde medaille in zoverre de narcistische liefde voortkomt uit de onmacht van het kind zich los te maken uit de symbiotische relatie met de moeder.'
Van Buuren wekt hier de suggestie dat Proust een algemeen geldende dynamiek beschrijft. Dat kan natuurlijk nooit zo zijn omdat Proust een geïsoleerd leven leidde en dan ook nog in de snobistische wereld van de adel met al haar vooroordelen, discriminerende praktijken en verwrongen opvattingen over seksualiteit.
Arme Proust, hij wilde geen Jood zijn, geen homoseksueel en had misschien nooit seks met iemand. Een verwende jongen, overbeschermd en ziekelijk. Bij mij rijst de vraag, is zijn ziekelijkheid lichamelijk van aard of louter psychosomatisch? Hij leed aan astma. Het is verleidelijk om deze aandoening te wijten aan de benauwende, verstikkende omgeving waarin hij gedoemd was om te leven. Hij was niet in staat om zich hiervan te bevrijden. Het zou hevige schuldgevoelens veroorzaken.
Sigmund Freud zou met belangstelling hebben kennisgenomen van Proust en zijn boeken. Hij zou wellicht bevestigd zien wat hij aan theorieën had bedacht.
De essentie van Proust is mijns inziens een kritiekloze verhandeling over een overgewaardeerde schrijver wiens schrijfsels allang gedateerd, over de datum zijn. Het ware wellicht zinvoller geweest als Van Buuren als uitgangspunt had genomen, leven en werken van Proust. Dat had ruimte geboden aan het ontvouwen van een breder perspectief waarin de essentie van Proust in verband kon worden gebracht met de situatie waarin hij opgroeide, de wereld waarin hij leefde, zijn opvattingen over zichzelf, zijn tijd en zijn omgeving.
Ik dank Maarten van Buuren voor dit boekje. Ik ben nu geheel bevrijd van het waanidee dat ik Proust gelezen zou moeten hebben.
Proust was een geïsoleerd levende man die dus niet deelnam aan het leven maar een toeschouwer was. Hij leefde als het ware via anderen. Hij was een betreurenswaardig mens wiens ouders vroegtijdig overleden evenals zijn beste vriend, tevens minnaar. Daar zouden mooie boeken uit kunnen voortvloeien, immers literatuur parasiteert vooral goed op ellende. Maar omdat Proust niet deelneemt aan het volle leven zijn zijn boeken bloedeloos en gespeend van enig belang, hoe bloemrijk hij ook kan schrijven. Volgens Van Buuren werd dat juist het grote succes van zijn boeken: de lezer kon er helemaal in verdwijnen, wegdrijven in een minuscuul wereldje, gefocust op de schoonheid van taal.
Op blz 42-43 doet Van Buuren een poging om De kern van Prousts denken te verwoorden:
'Verbeeldingskracht neemt in het werk van Proust een centrale plaats in; ze vormt de sleutel tot zijn denken. Verbeeldingskracht stelt Marcel in staat vorm te geven aan de werkelijkheid, ze is het vermogen waarin het bewustzijn gestalte aanneemt. Bewustzijn is voor Proust niet een innerlijk, subjectief verschijnsel dat tegenover een objectieve buitenwereld zou staan. Bewustzijn is een beeld dat zich ontwikkelt in de tussenruimte tussen de innerlijke en de uiterlijke wereld, het is de bemiddeling tussen deze binnen- en buitenwereld.' En zo gaat het nog een poos door.
Ik weet natuurlijk niet of deze tekst jou aanspreekt maar voor mij zijn het slechts holle frasen en gewichtigdoenerij.
In het subhoofdstukje Liefdeslessen lees ik op blz 71 het volgende:
'De tweede liefdesles die Marcel leert tijdens zijn adolescentie is dat de liefde, teruggebracht tot zijn essentie, narcistisch van aard is. De beide liefdeslessen, volstrekte gehechtheid aan de moeder en de narcistische aard van elk liefdeselan, staan onderling in nauw verband. Ze vormen zijde en keerzijde van dezelfde medaille in zoverre de narcistische liefde voortkomt uit de onmacht van het kind zich los te maken uit de symbiotische relatie met de moeder.'
Van Buuren wekt hier de suggestie dat Proust een algemeen geldende dynamiek beschrijft. Dat kan natuurlijk nooit zo zijn omdat Proust een geïsoleerd leven leidde en dan ook nog in de snobistische wereld van de adel met al haar vooroordelen, discriminerende praktijken en verwrongen opvattingen over seksualiteit.
Arme Proust, hij wilde geen Jood zijn, geen homoseksueel en had misschien nooit seks met iemand. Een verwende jongen, overbeschermd en ziekelijk. Bij mij rijst de vraag, is zijn ziekelijkheid lichamelijk van aard of louter psychosomatisch? Hij leed aan astma. Het is verleidelijk om deze aandoening te wijten aan de benauwende, verstikkende omgeving waarin hij gedoemd was om te leven. Hij was niet in staat om zich hiervan te bevrijden. Het zou hevige schuldgevoelens veroorzaken.
Sigmund Freud zou met belangstelling hebben kennisgenomen van Proust en zijn boeken. Hij zou wellicht bevestigd zien wat hij aan theorieën had bedacht.
De essentie van Proust is mijns inziens een kritiekloze verhandeling over een overgewaardeerde schrijver wiens schrijfsels allang gedateerd, over de datum zijn. Het ware wellicht zinvoller geweest als Van Buuren als uitgangspunt had genomen, leven en werken van Proust. Dat had ruimte geboden aan het ontvouwen van een breder perspectief waarin de essentie van Proust in verband kon worden gebracht met de situatie waarin hij opgroeide, de wereld waarin hij leefde, zijn opvattingen over zichzelf, zijn tijd en zijn omgeving.
Ik dank Maarten van Buuren voor dit boekje. Ik ben nu geheel bevrijd van het waanidee dat ik Proust gelezen zou moeten hebben.
9
1
Reageer op deze recensie