Lezersrecensie
Jaantje
Met Jaantje noem ik het enige personage, waar Johannes Fretz, de hoofdpersoon in deze autobiografie, echt 100% voor gaat. Zijn ouders zijn oude hippies, die elkaar een beetje zat lijken te zijn. Zijn moeder is van creools-Chinese origine, zijn vader een nepduitser.
Het verhaal speelt zich af in Fretz’ moederland Suriname tegen de achtergrond van aanstaande verkiezingen, die “Bouta” glansrijk beheerst dankzij zijn populariteit bij de jongeren, die geen last van geheugen of geweten hebben. Het is er na 29 jaar eindelijk van gekomen: de eerste reis ernaar toe voor Johannes, de terugkeer voor zijn moeder. De Paramariboom is een neologisme, een metafoor voor de boom waar zwarte mensen groeien. Fretz beschouwde zich vóór de “Maiden trip” als doorsnee-Hollander, daarna als zwarte man met Brouwn als familienaam, wiens navelstreng plechtig door Moeder begraven wordt in Surinaamse grond.
Ontroerend wordt het, wanneer hij en zijn moeder echt (fysiek èn mentaal) tot elkaar komen na eerdere plagerijen en conflicten. Zijn moeder heeft nog de nodige familie ginds wonen. De ontvangst is aanvankelijk koeltjes, maar onder de tropenzon ontdooien de kille verhoudingen. Ze heeft het er kennelijk zelf naar gemaakt, en gek als een ui is ze bij vlagen nog immer.
De lezer krijgt compassie met Johannes, en niet zeker bovendien is of het toch nog wat wordt met de Fries-Hongaarse Jaantje. We vermoeden wel een Hongaarse connectie, omdat de inmiddels geboren kinderen van Johannes, James en Leah geheten, Hongaars bloed toebedacht worden
Ik las het boek in de context van “Heel Nederland Leest 2025”. Aanrader.
Het verhaal speelt zich af in Fretz’ moederland Suriname tegen de achtergrond van aanstaande verkiezingen, die “Bouta” glansrijk beheerst dankzij zijn populariteit bij de jongeren, die geen last van geheugen of geweten hebben. Het is er na 29 jaar eindelijk van gekomen: de eerste reis ernaar toe voor Johannes, de terugkeer voor zijn moeder. De Paramariboom is een neologisme, een metafoor voor de boom waar zwarte mensen groeien. Fretz beschouwde zich vóór de “Maiden trip” als doorsnee-Hollander, daarna als zwarte man met Brouwn als familienaam, wiens navelstreng plechtig door Moeder begraven wordt in Surinaamse grond.
Ontroerend wordt het, wanneer hij en zijn moeder echt (fysiek èn mentaal) tot elkaar komen na eerdere plagerijen en conflicten. Zijn moeder heeft nog de nodige familie ginds wonen. De ontvangst is aanvankelijk koeltjes, maar onder de tropenzon ontdooien de kille verhoudingen. Ze heeft het er kennelijk zelf naar gemaakt, en gek als een ui is ze bij vlagen nog immer.
De lezer krijgt compassie met Johannes, en niet zeker bovendien is of het toch nog wat wordt met de Fries-Hongaarse Jaantje. We vermoeden wel een Hongaarse connectie, omdat de inmiddels geboren kinderen van Johannes, James en Leah geheten, Hongaars bloed toebedacht worden
Ik las het boek in de context van “Heel Nederland Leest 2025”. Aanrader.
1
Reageer op deze recensie
