Lezersrecensie
Maakt emoties los
Stern Nijland heeft iets met dieren. In haar vorige boek schreef ze over hoe dieren omgaan met de dood (Het dierendoodboek), in haar nieuwste boek Mens en dier schrijft en tekent ze over levende dieren. Dieren die zich verhouden tot mensen, op allerlei manieren.
Want “mensen en dieren zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden” volgend Nijland. Dat noemen we ook wel antrozoölogie. In het eerste hoofdstuk zet ze direct de toon met de vraag: zorgen mensen goed voor dieren? Tja, het is maar hoe je het bekijkt. We houden in elk geval van dieren, we kijken er graag naar, knuffelen ze en eten ze zelfs op. Hoe zit dat nou, met die relatie tussen mens en dier?
Stern Nijland gaat op onderzoek uit in dit interessante boek. Het volgt het concept van een aantal andere non-fictieboeken die onlangs verschenen zoals die van Lotte Verstegen of Marieke ten Berge: een mooie paginagrote illustratie en een redelijk korte, rijke en prikkelende tekst. Nijland deed beide: illustreren en schrijven. En dat doet ze goed, het vormt een logisch doordacht geheel. Wat ik leuk vind aan het boek is dat het zelfs een filosofisch tintje krijgt doordat er op veel pagina’s een vraag staat die je aanzet tot denken, zoals:
Zijn mensen en dieren hetzelfde?
Waarom denk jij dat mensen graag dieren bezitten?
Moeten dierentuinen blijven bestaan?
Vissen als hobby: is dat leuk of zielig?Mogen we proefdieren blijven gebruiken voor onderzoek, als we er mensenziektes mee kunnen genezen?
Hebben dieren ons echt nodig of kunnen ze best zonder ons?
Het feit dat deze filosofische vragen gesteld kunnen worden, zegt wel iets over de neutraliteit die Nijland kiest in haar tekst. Ze laat geen oordeel doorklinken in wat ze schrijft, ze verzamelde informatie en brengt het zo objectief mogelijk over. Dat is erg knap bij zo’n onderwerp dat toch wel veel emotie oproept: veel mensen eten nog vlees, er wordt nog steeds met stieren gevochten en dieren worden gebruikt als proefdier. Kinderen houden over het algemeen erg van dieren en kunnen zich kwaad maken over deze onderwerpen.
Toch is er ook wel wat vrolijks te vinden in het boek. Welke uitvindingen hebben we kunnen doen dankzij dieren bijvoorbeeld. Dankzij de glimworm hebben we ledlampen, de haai inspireerde tot betere zwempakken en de ijsvogelsnavel vormde de inspiratie voor een supersnelle trein. En wat te denken van mooie initiatieven als blindengeleidehonden en de dierenambulance?
Toch klinkt in alles de boodschap door dat mensen ongelofelijk veel uithalen met dieren en dat we maar blij mogen zijn dat dieren niet terug kunnen praten. Want dan zouden ze vast massaal in opstand zijn gekomen tegen ganstrekken (de kop van een levende gans trekken), hanen bekogelen, vossenwerpen, een kanarie in een kooitje stoppen (in een mijn), olifanten laten meevechten in een oorlog of een hond in een raket een rondje om de aarde te laten vliegen.
Kortom: dit boek gaat veel emoties losmaken. En dan zijn er ook nog de prachtige illustraties met mooie details, die uitnodigen om nóg beter te kijken en te lezen. Een waardevol boek, geschikt vanaf 9/10 jaar ongeveer. Verschenen bij Lemniscaat.
Want “mensen en dieren zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden” volgend Nijland. Dat noemen we ook wel antrozoölogie. In het eerste hoofdstuk zet ze direct de toon met de vraag: zorgen mensen goed voor dieren? Tja, het is maar hoe je het bekijkt. We houden in elk geval van dieren, we kijken er graag naar, knuffelen ze en eten ze zelfs op. Hoe zit dat nou, met die relatie tussen mens en dier?
Stern Nijland gaat op onderzoek uit in dit interessante boek. Het volgt het concept van een aantal andere non-fictieboeken die onlangs verschenen zoals die van Lotte Verstegen of Marieke ten Berge: een mooie paginagrote illustratie en een redelijk korte, rijke en prikkelende tekst. Nijland deed beide: illustreren en schrijven. En dat doet ze goed, het vormt een logisch doordacht geheel. Wat ik leuk vind aan het boek is dat het zelfs een filosofisch tintje krijgt doordat er op veel pagina’s een vraag staat die je aanzet tot denken, zoals:
Zijn mensen en dieren hetzelfde?
Waarom denk jij dat mensen graag dieren bezitten?
Moeten dierentuinen blijven bestaan?
Vissen als hobby: is dat leuk of zielig?Mogen we proefdieren blijven gebruiken voor onderzoek, als we er mensenziektes mee kunnen genezen?
Hebben dieren ons echt nodig of kunnen ze best zonder ons?
Het feit dat deze filosofische vragen gesteld kunnen worden, zegt wel iets over de neutraliteit die Nijland kiest in haar tekst. Ze laat geen oordeel doorklinken in wat ze schrijft, ze verzamelde informatie en brengt het zo objectief mogelijk over. Dat is erg knap bij zo’n onderwerp dat toch wel veel emotie oproept: veel mensen eten nog vlees, er wordt nog steeds met stieren gevochten en dieren worden gebruikt als proefdier. Kinderen houden over het algemeen erg van dieren en kunnen zich kwaad maken over deze onderwerpen.
Toch is er ook wel wat vrolijks te vinden in het boek. Welke uitvindingen hebben we kunnen doen dankzij dieren bijvoorbeeld. Dankzij de glimworm hebben we ledlampen, de haai inspireerde tot betere zwempakken en de ijsvogelsnavel vormde de inspiratie voor een supersnelle trein. En wat te denken van mooie initiatieven als blindengeleidehonden en de dierenambulance?
Toch klinkt in alles de boodschap door dat mensen ongelofelijk veel uithalen met dieren en dat we maar blij mogen zijn dat dieren niet terug kunnen praten. Want dan zouden ze vast massaal in opstand zijn gekomen tegen ganstrekken (de kop van een levende gans trekken), hanen bekogelen, vossenwerpen, een kanarie in een kooitje stoppen (in een mijn), olifanten laten meevechten in een oorlog of een hond in een raket een rondje om de aarde te laten vliegen.
Kortom: dit boek gaat veel emoties losmaken. En dan zijn er ook nog de prachtige illustraties met mooie details, die uitnodigen om nóg beter te kijken en te lezen. Een waardevol boek, geschikt vanaf 9/10 jaar ongeveer. Verschenen bij Lemniscaat.
1
Reageer op deze recensie