Lezersrecensie
JONATHAN ROBIJN: CONGO BLUES
Morgan is jazzpianist die af en toe optreedt in een bar en daarmee net genoeg geld verdient om de rekeningen te kunnen betalen. Wanneer hij ’s ochtends na een optreden naar huis terugkeert, zit een jonge blanke vrouw ineengezakt tegen de tuinmuur. Om te voorkomen dat ze doodvriest, neemt hij haar mee naar zijn eenkamerappartement. Deze onverwachte ontmoeting op nieuwjaarsdag zal zijn leven veranderen. Al snel wordt duidelijk dat de jonge vrouw met haar raadselachtige en onberekenbare gedrag huiveringwekkende herinneringen bij hem oproept. Herinneringen aan zijn kindertijd in de tropen die hij uit zijn geheugen had verbannen.
Wat begint als een toevallige ontmoeting, loopt uit op een zoektocht van ongekende proporties.
Toen Jonathan Robijn tijdens werk voor Artsen Zonder Grenzen in Congo verbleef, hoorde hij voor het eerst over een instelling in het zuiden van Rwanda, waar in de jaren 1950 kinderen opgroeiden die een Belgische (blanke) vader en een Congolese (zwarte) moeder hadden. In de maanden die aan de onafhankelijkheid van Congo (1960) voorafgingen werden deze metiskinderen per vliegtuig naar België geëvacueerd. (métis = Frans voor halfbloed) De meesten zagen hun biologische ouders, broers en zussen nooit meer terug.
Jonathan Robijn is een Vlaamse auteur. Congo blues is zijn derde boek.
De stijl zit tegen minimalistisch aan. Robijn vertelt net genoeg zodat het verhaal (min of meer) duidelijk is en toch nog raadselachtig blijft. De lezer moet en kan zelf veel invullen om de situatie beter te kunnen begrijpen.
Het boek straalt iets sombers en beklemmends uit. Morgan is eenzaam en verdrietig na de dood van zijn vriendin Angela. En hij kan met moeite de eindjes aan elkaar knopen. De relatie met zijn stiefouders (adoptieouders) is niet goed. Hij heeft al jaren geen contact met hen. En hij begrijpt niets van Simona en haar geheimzinnige gedrag, maar hij maakt zich toch zorgen om haar.
Wat begint als een toevallige ontmoeting, loopt uit op een zoektocht van ongekende proporties.
Toen Jonathan Robijn tijdens werk voor Artsen Zonder Grenzen in Congo verbleef, hoorde hij voor het eerst over een instelling in het zuiden van Rwanda, waar in de jaren 1950 kinderen opgroeiden die een Belgische (blanke) vader en een Congolese (zwarte) moeder hadden. In de maanden die aan de onafhankelijkheid van Congo (1960) voorafgingen werden deze metiskinderen per vliegtuig naar België geëvacueerd. (métis = Frans voor halfbloed) De meesten zagen hun biologische ouders, broers en zussen nooit meer terug.
Jonathan Robijn is een Vlaamse auteur. Congo blues is zijn derde boek.
De stijl zit tegen minimalistisch aan. Robijn vertelt net genoeg zodat het verhaal (min of meer) duidelijk is en toch nog raadselachtig blijft. De lezer moet en kan zelf veel invullen om de situatie beter te kunnen begrijpen.
Het boek straalt iets sombers en beklemmends uit. Morgan is eenzaam en verdrietig na de dood van zijn vriendin Angela. En hij kan met moeite de eindjes aan elkaar knopen. De relatie met zijn stiefouders (adoptieouders) is niet goed. Hij heeft al jaren geen contact met hen. En hij begrijpt niets van Simona en haar geheimzinnige gedrag, maar hij maakt zich toch zorgen om haar.
1
Reageer op deze recensie