Lezersrecensie
Een hilarische ode aan reisleed
Deze recensie werd eerder gepubliceerd op mijn blog GraagGelezen.
Vergeet de glimmende reisbrochures en de perfecte Instagram-posts; Cees van Hoore presenteert met 'Het anti-vakantieboek' een verfrissend eerlijke en hilarische blik op de minder glamoureuze kanten van vakantie vieren. Dit boek is zowel voor de verstokte thuisblijver als de avontuurlijke vakantieganger een feest der herkenning, vol met anekdotes die je doen huiveren én grinniken tegelijk.
Van Hoore schetst met scherpe pen en droge humor een scala aan vakantienachtmerries die elke reiziger ongetwijfeld bekend voorkomen. Denk aan een douche die de waterstralen kunstig om je heen leidt, een 'fenomenaal uitzicht' op bouwmateriaal, of een hotelkamer die in de folder is opgerekt tot een balzaal terwijl het in werkelijkheid een veredelde bezemkast is. Het boek speelt slim in op de universele vraag: heeft de thuisblijver toch gelijk? Is alle ellende inderdaad te wijten aan het feit dat we onze vertrouwde omgeving verlaten?
De verzameling van vierentwintig anekdotes in 'Het anti-vakantieboek' is rijk en gevarieerd. We lezen onder andere over een busreis naar Hongarije waar een reservering spoorloos blijkt, een strijd tegen kakkerlakken in Izmir, en een ongemakkelijk ontbijt in een Zuid-Engelse bed & breakfast waarbij huiselijk geweld zich op de achtergrond afspeelt. Het zijn allemaal situaties die, hoewel ze ter plekke ongetwijfeld frustratie of zelfs wanhoop veroorzaakten, door Van Hoore op zo'n humoristische wijze worden beschreven dat ze veranderen in pure komedie.
“Het is zomer, 1966. De welvaart is ook aan ons niet voorbijgegaan. We hebben een auto gekocht, een kleine, tweedehands Fiat, waar we, als we ons klein maken als Houdini’s, met ons vieren net in passen. Mijn moeder zwaait naar de buurman, een man die ‘s nachts eenzame gastarbeiders mee naar huis neemt. Hij kijkt met een geamuseerde twinkeling in zijn ogen naar mijn vader, die de auto start en daarbij grimmig voor zich uit kijkt, omdat zijn vrouw door een ‘poot’ met ‘lekkere meid’ wordt aangesproken. Ongevaarlijk, maar toch.”
Wat 'Het anti-vakantieboek' zo sterk maakt, is de zelfrelativering en de universele herkenbaarheid van het reisleed. Van Hoore weet de ellende niet alleen te relativeren, maar er zelfs iets vermakelijks van te maken. Zoals je op de achterflap kunt lezen is het de perfecte metgezel voor wie thuis comfortabel in de leunstoel zit en zich vermaakt met andermans pech, maar ook voor de vakantieganger die onder die wuivende palmbomen (vooral als ze een dreigend wolkendek moeten wegdrukken) stiekem opluchting voelt dat zijn eigen vakantie (nog) niet zo dramatisch is.
'Het anti-vakantieboek' is een aanrader voor iedereen die wel van een lach houdt en niet bang is om de minder perfecte kant van vakantie vieren onder ogen te zien. Het is een humoristisch en troostrijk boek dat bewijst dat zelfs de grootste tegenslagen op reis kunnen leiden tot de beste verhalen.
Ik (thuisblijver) heb werkelijk genoten van ‘Het anti-vakantieboek’.
Vergeet de glimmende reisbrochures en de perfecte Instagram-posts; Cees van Hoore presenteert met 'Het anti-vakantieboek' een verfrissend eerlijke en hilarische blik op de minder glamoureuze kanten van vakantie vieren. Dit boek is zowel voor de verstokte thuisblijver als de avontuurlijke vakantieganger een feest der herkenning, vol met anekdotes die je doen huiveren én grinniken tegelijk.
Van Hoore schetst met scherpe pen en droge humor een scala aan vakantienachtmerries die elke reiziger ongetwijfeld bekend voorkomen. Denk aan een douche die de waterstralen kunstig om je heen leidt, een 'fenomenaal uitzicht' op bouwmateriaal, of een hotelkamer die in de folder is opgerekt tot een balzaal terwijl het in werkelijkheid een veredelde bezemkast is. Het boek speelt slim in op de universele vraag: heeft de thuisblijver toch gelijk? Is alle ellende inderdaad te wijten aan het feit dat we onze vertrouwde omgeving verlaten?
De verzameling van vierentwintig anekdotes in 'Het anti-vakantieboek' is rijk en gevarieerd. We lezen onder andere over een busreis naar Hongarije waar een reservering spoorloos blijkt, een strijd tegen kakkerlakken in Izmir, en een ongemakkelijk ontbijt in een Zuid-Engelse bed & breakfast waarbij huiselijk geweld zich op de achtergrond afspeelt. Het zijn allemaal situaties die, hoewel ze ter plekke ongetwijfeld frustratie of zelfs wanhoop veroorzaakten, door Van Hoore op zo'n humoristische wijze worden beschreven dat ze veranderen in pure komedie.
“Het is zomer, 1966. De welvaart is ook aan ons niet voorbijgegaan. We hebben een auto gekocht, een kleine, tweedehands Fiat, waar we, als we ons klein maken als Houdini’s, met ons vieren net in passen. Mijn moeder zwaait naar de buurman, een man die ‘s nachts eenzame gastarbeiders mee naar huis neemt. Hij kijkt met een geamuseerde twinkeling in zijn ogen naar mijn vader, die de auto start en daarbij grimmig voor zich uit kijkt, omdat zijn vrouw door een ‘poot’ met ‘lekkere meid’ wordt aangesproken. Ongevaarlijk, maar toch.”
Wat 'Het anti-vakantieboek' zo sterk maakt, is de zelfrelativering en de universele herkenbaarheid van het reisleed. Van Hoore weet de ellende niet alleen te relativeren, maar er zelfs iets vermakelijks van te maken. Zoals je op de achterflap kunt lezen is het de perfecte metgezel voor wie thuis comfortabel in de leunstoel zit en zich vermaakt met andermans pech, maar ook voor de vakantieganger die onder die wuivende palmbomen (vooral als ze een dreigend wolkendek moeten wegdrukken) stiekem opluchting voelt dat zijn eigen vakantie (nog) niet zo dramatisch is.
'Het anti-vakantieboek' is een aanrader voor iedereen die wel van een lach houdt en niet bang is om de minder perfecte kant van vakantie vieren onder ogen te zien. Het is een humoristisch en troostrijk boek dat bewijst dat zelfs de grootste tegenslagen op reis kunnen leiden tot de beste verhalen.
Ik (thuisblijver) heb werkelijk genoten van ‘Het anti-vakantieboek’.
1
Reageer op deze recensie