Lezersrecensie
Eclatant? Nou, nee...

26 januari 2021
'De Opgang' is letterlijk de klim via de diverse trappen door een statig huis aan het Drongenhof in Gent en figuurlijk te zien als het klimmen der jaren van de hoofdpersoon. De rondleiding wordt gegeven door de eigenaar, notaris Potters, aan de aspirant-koper Stefan Hertmans in 1979. Op elke etage worden de kamers bezichtigd en krijgt de lezer gedeelten van de historie van een vorige huurder/bewoner opgediend.
De geschiedenis van die vorige bewoner, Willem Verhulst, is geen fraaie: hij collaboreerde tijdens de Tweede Wereldoorlog met de Duitse bezetter, en niet zo’n beetje: hij werd een hooggeplaatste SS’er, compleet met zwart uniform en laarzen, ‘Totenkopf’ en een buste van zijn leider op de schoorsteenmantel in de voorkamer.
Deze hele ontwikkeling werd door de auteur pas diepgaand uitgezocht als professor Adriaan Verhulst, zoon van Willem, in 2000 een boek heeft geschreven 'Zoon van een >>foute<< Vlaming' (met Duitse aanhalingstekens), waarin terloops wordt vermeld dat in het bewuste huis aan de Drongenhof later de schrijver Stefan Hertmans nog woonde. Hertmans verkocht het huis al in 1999 maar was geïntrigeerd door het verhaal en nam er twintig jaar voor om het grondig uit te zoeken, wat in 2020 resulteerde in dit boek.
Het verhaal van deze landverrader, moordenaar en machtswellusteling is niet uniek. Hij werd in 1898 geboren als zoon van een diamantslijper in Berchem (Antwerpen) en was een gewiekste, grappen makende smiecht. Als flamingant ergerde hij zich niet alleen aan de Franssprekende Belg, maar was verbitterd over het feit dat tijdens de Eerste Wereldoorlog de Vlaming als kanonnenvoer werd gebruikt (zijn oudere broer overleed aan het front) en de Franssprekende Belg in de legerleiding zat. Deze verbittering leidde bij veel Vlamingen tot collaboratie met de Duitsers, ook in de Tweede Wereldoorlog.
Na de Eerste Wereldoorlog vluchtte Willem met zijn overspelige, Joodse, bakkersvrouw Elsa - waar hij later mee trouwde - naar Nederland, bang voor represailles van de belgicisten. Elsa overleed op jonge leeftijd en Willem hertrouwde met de Hollandse, protestante Mientje uit Oud-Zevenaar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, Willem is al in dienst bij de Duitsers, woonden ze in het statige huis aan het Drongenhof met hun zoon, Adriaan, en twee dochters. Terwijl Willem steeds meer ‘bloed aan zijn handen’ kreeg, was Mientje steeds zijn tegenpool: ze veroordeelde zijn collaboratie, hij moest zijn zwarte uniform steeds al in de voorkamer uittrekken zodat zijn kinderen het niet zouden zien. Ondanks dat Willem er een maîtresse op nahield, de fasciste Greta, bleef ze hem trouw.
Aan het einde van de oorlog kon Willem zijn straf niet ontlopen, hij kreeg de doodsstraf die omgezet werd in levenslang. Na vijf jaar was hij echter al vrij en had nog een mooi leven met Greta die hij nog huwde. Mientje bleef eenzaam aan het Drongenhof wonen waar ze ook stierf. Willem wilde persé bij zijn eerste (Joodse!) vrouw begraven worden.
Verwend als we zijn door Hermans met eerdere romans als 'Oorlog en Terpentijn' en 'De Bekeerlinge' vind ik 'De Opgang' duidelijk de mindere van deze trilogie(?), er wordt teveel bijgehaald wat met het eigenlijke verhaal niks te doen heeft. Filmopnamen met bekende acteurs in Gent, een tante die zelfs bevriend was met Gustav Klimt (nou, nou), de sage 'Van den Vos Reynaerde' uitgelegd, de verwondering over Willems woonadres 'Weimarstraat' te Den Haag, het verhaal over de Franse plaatsen Comblanchien en Oradour-sur-Glane.
De geschiedenis van die vorige bewoner, Willem Verhulst, is geen fraaie: hij collaboreerde tijdens de Tweede Wereldoorlog met de Duitse bezetter, en niet zo’n beetje: hij werd een hooggeplaatste SS’er, compleet met zwart uniform en laarzen, ‘Totenkopf’ en een buste van zijn leider op de schoorsteenmantel in de voorkamer.
Deze hele ontwikkeling werd door de auteur pas diepgaand uitgezocht als professor Adriaan Verhulst, zoon van Willem, in 2000 een boek heeft geschreven 'Zoon van een >>foute<< Vlaming' (met Duitse aanhalingstekens), waarin terloops wordt vermeld dat in het bewuste huis aan de Drongenhof later de schrijver Stefan Hertmans nog woonde. Hertmans verkocht het huis al in 1999 maar was geïntrigeerd door het verhaal en nam er twintig jaar voor om het grondig uit te zoeken, wat in 2020 resulteerde in dit boek.
Het verhaal van deze landverrader, moordenaar en machtswellusteling is niet uniek. Hij werd in 1898 geboren als zoon van een diamantslijper in Berchem (Antwerpen) en was een gewiekste, grappen makende smiecht. Als flamingant ergerde hij zich niet alleen aan de Franssprekende Belg, maar was verbitterd over het feit dat tijdens de Eerste Wereldoorlog de Vlaming als kanonnenvoer werd gebruikt (zijn oudere broer overleed aan het front) en de Franssprekende Belg in de legerleiding zat. Deze verbittering leidde bij veel Vlamingen tot collaboratie met de Duitsers, ook in de Tweede Wereldoorlog.
Na de Eerste Wereldoorlog vluchtte Willem met zijn overspelige, Joodse, bakkersvrouw Elsa - waar hij later mee trouwde - naar Nederland, bang voor represailles van de belgicisten. Elsa overleed op jonge leeftijd en Willem hertrouwde met de Hollandse, protestante Mientje uit Oud-Zevenaar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, Willem is al in dienst bij de Duitsers, woonden ze in het statige huis aan het Drongenhof met hun zoon, Adriaan, en twee dochters. Terwijl Willem steeds meer ‘bloed aan zijn handen’ kreeg, was Mientje steeds zijn tegenpool: ze veroordeelde zijn collaboratie, hij moest zijn zwarte uniform steeds al in de voorkamer uittrekken zodat zijn kinderen het niet zouden zien. Ondanks dat Willem er een maîtresse op nahield, de fasciste Greta, bleef ze hem trouw.
Aan het einde van de oorlog kon Willem zijn straf niet ontlopen, hij kreeg de doodsstraf die omgezet werd in levenslang. Na vijf jaar was hij echter al vrij en had nog een mooi leven met Greta die hij nog huwde. Mientje bleef eenzaam aan het Drongenhof wonen waar ze ook stierf. Willem wilde persé bij zijn eerste (Joodse!) vrouw begraven worden.
Verwend als we zijn door Hermans met eerdere romans als 'Oorlog en Terpentijn' en 'De Bekeerlinge' vind ik 'De Opgang' duidelijk de mindere van deze trilogie(?), er wordt teveel bijgehaald wat met het eigenlijke verhaal niks te doen heeft. Filmopnamen met bekende acteurs in Gent, een tante die zelfs bevriend was met Gustav Klimt (nou, nou), de sage 'Van den Vos Reynaerde' uitgelegd, de verwondering over Willems woonadres 'Weimarstraat' te Den Haag, het verhaal over de Franse plaatsen Comblanchien en Oradour-sur-Glane.
1
Reageer op deze recensie