Lezersrecensie
Wanneer je lichaam voelt als een lijk waarin je gevangen zit
Niet voor niets staat een aanbeveling van de beroemde filmmaker Pedro Almodóvar op de cover van de Nederlandse vertaling van de debuutroman Slechte gewoontes van Alana S. Portero. De roman leest als een film van de grote Spaanse meester: rauw, excentriek, met vrouwen die hun vrouwelijkheid vieren, of ze nu vrouw zijn of geboren in het lichaam van een man.
De hoofdpersoon is Ana, al heel jong ervan doordrongen dat ze een vrouw is, terwijl haar lichaam iets anders zegt. Het is het lichaam dat telt, in de wereld. Is je lichaam dat van een man, dan bén je een man. Zo werkt dat. Zeker in het arbeidersmilieu in het Madrid van de jaren '80 en '90 waarin de roman zich afspeelt. Die wereld is hard, keihard. Wijk je af van de norm, dan heb je het moeilijk. Ben je een vrouw, terwijl je lichaam iets anders suggereert, dan heb je het heel erg moeilijk. Dan doe je er alles aan om jezelf te verloochenen, simpelweg om te overleven. En heb je uiteindelijk een keer de moed om dat niet te doen, om vrouw te zijn met je lichaam van een man, dan word je daar meteen genadeloos voor afgestraft.
Dat lichaam voelt als een lijk waar je in gevangen zit. Alana S. Portero formuleert het zo:
'Ik zag me gedwongen me in een mannelijke kadaver te hijsen waarin ik me in het gezicht van iedereen door de stroom liet mee voeren, een speelbal van de getijden van het leven onder de zon. Diezelfde zon siste elke ochtend in mijn oor: 'Je graaft je eigen graf met die leugens van je, bitch, ga vooral zo door.''
Ana zoekt troost bij andere vrouwen zoals zij, vrouwen die hun lichaam verkopen aan mannen die liever sterven dan in het openbaar met hen gezien te worden. Zij zijn Ana's voorbeeld: Eugenia, Raquel (oftewel Cartier) en Paula (alias 'de Chinchilla'), de drie Moiren, zo weggelopen uit een Almodóvarfilm, en Margarita, haar buurvrouw, die 'ook zo is' en die door Ana verzorgd wordt op haar sterfbed. Hun levens zijn tragisch, rauw, gevuld met geweld en met verlangen naar schoonheid, de schoonheid een vrouw te zijn, een godin, een oermoeder.
Ana leeft overdag haar leven als man - ze haat zichzelf om haar lafheid - om zich 's nachts over te geven, onderwerpen, aan mannen die haar begeren, als vrouw in het lichaam van een man. Pas na vele jaren durft ze te kiezen voor wie ze werkelijk is:
'Ik had geen naam, maar ik bestond. Ik leefde mijn eigen legende. (...) Ik was alle vrouwen.'
Prachtig vond ik het. Opgeschreven in een krachtige taal waarin ieder woord ertoe doet. Erg mooi vertaald ook. Waarbij opvalt dat de vertalers (of de uitgever) in de Nederlandse titel gekozen hebben voor het meervoud: gewoontes. Misschien is het enkelvoud krachtiger: het is een slechte gewoonte om mensen die niet aan de gangbare gendernormen voldoen het leven onmogelijk te maken. Een hele slechte.
===
Hierna ga ik lezen: Ik gaf je ogen en je keek in de duisternis van Irene Solà (#6 in de serie van #12 genomineerden voor de Europese Literatuurprijs 2025). Verder begin ik aan Geert van Oorschot, Uitgever van Arjen Fortuin (2015)
De hoofdpersoon is Ana, al heel jong ervan doordrongen dat ze een vrouw is, terwijl haar lichaam iets anders zegt. Het is het lichaam dat telt, in de wereld. Is je lichaam dat van een man, dan bén je een man. Zo werkt dat. Zeker in het arbeidersmilieu in het Madrid van de jaren '80 en '90 waarin de roman zich afspeelt. Die wereld is hard, keihard. Wijk je af van de norm, dan heb je het moeilijk. Ben je een vrouw, terwijl je lichaam iets anders suggereert, dan heb je het heel erg moeilijk. Dan doe je er alles aan om jezelf te verloochenen, simpelweg om te overleven. En heb je uiteindelijk een keer de moed om dat niet te doen, om vrouw te zijn met je lichaam van een man, dan word je daar meteen genadeloos voor afgestraft.
Dat lichaam voelt als een lijk waar je in gevangen zit. Alana S. Portero formuleert het zo:
'Ik zag me gedwongen me in een mannelijke kadaver te hijsen waarin ik me in het gezicht van iedereen door de stroom liet mee voeren, een speelbal van de getijden van het leven onder de zon. Diezelfde zon siste elke ochtend in mijn oor: 'Je graaft je eigen graf met die leugens van je, bitch, ga vooral zo door.''
Ana zoekt troost bij andere vrouwen zoals zij, vrouwen die hun lichaam verkopen aan mannen die liever sterven dan in het openbaar met hen gezien te worden. Zij zijn Ana's voorbeeld: Eugenia, Raquel (oftewel Cartier) en Paula (alias 'de Chinchilla'), de drie Moiren, zo weggelopen uit een Almodóvarfilm, en Margarita, haar buurvrouw, die 'ook zo is' en die door Ana verzorgd wordt op haar sterfbed. Hun levens zijn tragisch, rauw, gevuld met geweld en met verlangen naar schoonheid, de schoonheid een vrouw te zijn, een godin, een oermoeder.
Ana leeft overdag haar leven als man - ze haat zichzelf om haar lafheid - om zich 's nachts over te geven, onderwerpen, aan mannen die haar begeren, als vrouw in het lichaam van een man. Pas na vele jaren durft ze te kiezen voor wie ze werkelijk is:
'Ik had geen naam, maar ik bestond. Ik leefde mijn eigen legende. (...) Ik was alle vrouwen.'
Prachtig vond ik het. Opgeschreven in een krachtige taal waarin ieder woord ertoe doet. Erg mooi vertaald ook. Waarbij opvalt dat de vertalers (of de uitgever) in de Nederlandse titel gekozen hebben voor het meervoud: gewoontes. Misschien is het enkelvoud krachtiger: het is een slechte gewoonte om mensen die niet aan de gangbare gendernormen voldoen het leven onmogelijk te maken. Een hele slechte.
===
Hierna ga ik lezen: Ik gaf je ogen en je keek in de duisternis van Irene Solà (#6 in de serie van #12 genomineerden voor de Europese Literatuurprijs 2025). Verder begin ik aan Geert van Oorschot, Uitgever van Arjen Fortuin (2015)
1
Reageer op deze recensie