Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Ontwapenend coming-outverhaal

Stef Smulders 17 maart 2020 Auteur
Dit boek is met een ontwapenend enthousiasme geschreven en weet je (zeker aan het eind) ook te raken. Gelukkig heeft de auteur geen literaire pretenties (hoewel dit boek wel als roman wordt gepresenteerd, waarom?), zodat je hem de talrijke stijlfouten wat gemakkelijker kunt vergeven. Dat de uitgever cq redacteur niet te veel aan het proza van Chabot heeft willen sleutelen (om het frank en vrije karakter ervan niet te verstoren), is voor een deel ook nog te begrijpen, maar de ergste missers hadden er toch echt wel uit gemogen. Het lijkt wel of er na het goede eerste deel minder aandacht aan de schrijfkwaliteit is besteed. Jammer.
Het thema, de worsteling van de hoofdpersoon Wobie met zijn geaardheid, komt goed tot zijn recht. Direct in het begin is er al de mooie observatie dat buitenstaanders als ze het bed van de hoofdpersoon in zijn slaapkamer zagen, vaak vroegen waar het zusje was. Wobies bed was namelijk helemaal roze. Voor hem was dat de eerste indicatie dat er iets niet klopte. Als hij gewoon spontaan handelt, zich gedraagt naar zjn aard, dan loopt er steeds iets scheef. Of, zoals hij het verwoordt: ’Er kwamen steeds meer zaken bij die niet de bedoeling bleken te zijn.’
Dat voelt hij wel maar hij begrijpt het niet. In het gezin doet niemand moelijk over zijn (nog onbenoemde) anders zijn, maar het wordt Wobie steeds duidelijker dat er in de buitenwereld onzichtbare wetten zijn die voorschrijven wat hoort en wat niet. Gaandeweg, naarmate hij ouder wordt, begint er iets te dagen van wat zijn anders zijn inhoudt en raakt Wobie in gevecht met zichzelf. Hij blijkt iemand te zijn die hij niet wil zijn, waarvoor hij niet gekozen heeft, maar die hij niet van zich af kan schudden:
’Niemand had me gevraagd of ik dit wilde zijn. Niemand had bij me geïnformeerd wat ik ervan zou vinden. Niemand had me verteld hoe ik ermee om moest gaan.’
Dat homoseksualiteit geen keuze is, zoals sommigen tegen beter weten in wel beweren, maakt de schrijver hier heel duidelijk en dat is van grote waarde. Door de twijfel die via de bijna onmerkbare confrontaties met de buitenwereld in Wobie ontstaat, wordt hij bang dat hij voor zijn ouders en zijn broers een teleurstelling zal zijn, een mislukking, hoewel daar (bijna) nooit aanleiding voor is gegeven. Pas heel langzaam, na een jarenlange worsteling lukt het Wobie zichzelf te accepteren en openlijk te verklaren wie hij is. De manier waarop dit helemaal aan het eind van het boek gebeurt is ontroerend.

In zijn beschrijvingen is Chabot soms heel origineel:
’Aan het voeteinde lagen de cadeaus. Zoals altijd prachtig ingepakt... Alsof de pakjes onderling ook een feestje te vieren hadden.’
’De kuiltjes in zijn wangen leken bij deze glimlach dieper dan normaal, als je over zijn wangen zou wandelen, viel je erin, een valkuil waarin je eeuwig gevangen zou zitten.’
’Zijn schouder zat tegen mijn schouder aan. Ik duwde zachtjes tegen de zijne, geen wegduwduw, maar een blijfhierduw.’
’Het voelde alsof iets in mijn lichaam touwtje was gaan springen.’
Dit is speels en fantasierijk kinderboekenproza waar je vrolijk van wordt. En dit is een ijzersterk begin van een hoofdstuk:
’Onze wielen knetterden over de straattegels. Er kwamen nog net geen vonken vanaf. We reden door rood licht. Snelden snoeihard over het kruispunt. Knalden met onze fietsbanden van de stoeptegels.’

Een aantal voorbeelden van de minder geslaagde zinnen:
’Ik wist niet waar ik de bliksem heen moest laten glijden.’
’... vond de ik het een fantastische fantasie...’
’Ryanne... die haar haren vaker liet verven dan dat de regenboog kleuren had en een lijf vol tatoeages had.’
’De bril zat gevangen in een koordje dat om haar nek hing.’
’Het bos lag er vrolijker bij dan mijn hoofd.’
’Ik... wenste dat mijn blaas als een lichtschakelaar uitgeschakeld zou worden.’
’Overal klotste de spanning in mijn lichaam tegen de muren van de huid op.’
’... je weet wel, de Engels docent,...’
’Hij draaide de volumeknop nog even extra aan...’
’In mijn ogen ontstond teleurstelling...’
’In mijn hoofd dacht ik aan Fleur.’
’... omdat ik ergens van de pijnlijkheid genoot.’
’McQueen had zelf het leven uitgezwaaid, door te zweven in een touw.’

Confettiregen is een vlot geschreven en eerlijk coming-out verhaal dat overtuigd en ontroerd maar jammer genoeg ook een beetje door onnodige fouten en slordigheden wordt ontsierd.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Stef Smulders