Lezersrecensie
Meeslepende jeugdherinneringen, puur geschreven.
Kijk even goed naar de foto van het omslag voor je het boek gaat lezen is mijn bescheiden advies. De kleine kinderen, gegroepeerd voor een school, staan ieder voor een eigen verhaal en geven een sfeer van vroeger, hoop, verlangen? Maar op de voorgrond zie je een jongetje ietwat gereserveerd kijken. Met zijn koffertje in de hand zou hij model kunnen staan voor het hoofdpersonage van het boek. Ook hij was meerdere keren op de vlucht met zijn familie. In dit eerste deel van zijn autobiografische trilogie vertelt hij over zijn jeugd in wat nu Oekraïne heet, maar tijdens zijn kinderjaren nog tot het Oostenrijk-Hongaarse keizerrijk behoorde.
Manès Sperber wordt in 1905 geboren uit Joodse ouders en groeit op in Zablotow, een stadje waarin armoede troef is en veel kinderen droomden ‘één keer, één keer slechts, een echt nieuw kledingstuk of een paar nieuwe schoenen te krijgen’. Het lot waarin de bevolking zich schikt, ontaardt echter niet in armzaligheid omdat de Messias door het vele leed onbetwist zou komen. Het vertellen over het geloof en daarbij behorende rituelen wordt intens en zonder zweverig te worden beschreven. Het zijn herinneringen van een kind en hij zal zijn beelden misschien selectief opgeslagen hebben, maar hoe het geweest moet zijn is heel duidelijk. Wie graag wil weten wat de verklaring van de titel is wordt verrast, het staat in het boek, net als andere specifieke uitdrukkingen en termen.
De vader krijgt een belangrijke plaats in het boek, en dan vooral in relatie tot de zoon. Hoog gespannen zijn de verwachtingen, Manès kan goed leren en hij voelt de enorme druk op zijn schouders om te willen voldoen aan de ‘eisen’ die aan hem gesteld worden. Hoe de jongen daarmee worstelt is op zich een staaltje van analytisch denken.
Sperber schreef ook romans en daarin maakt hij dankbaar gebruik van zijn belevenissen tijdens z’n jeugd. Zo laat hij het in een van zijn romans sneeuwen waardoor het lelijke aanzicht van het stadje omgetoverd wordt tot een sprookje, zo mooi, je kent het niet terug.
Deel 1 beslaat de periode tot 1918, waarin we Manès leren kennen als iemand die zichzelf niet spaart. Zijn zwakheden worden erkend en benoemd en z’n reactie op zijn daden maken hem tot een weldenkende jongeling die heel graag wil leren en politiek betrokken wil zijn. Behalve de ontwikkeling van de jongen is dit boek een tijdsdocument waarin Europa sterk verandert en velen hun lot niet kunnen ontlopen. Vluchten en overleven is het devies, anders val je in handen van de bezetter.
Dat dit boek geen opsomming is van gebeurtenissen mag een understatement genoemd worden. Het taalgebruik is subtiel, rijk aan nuance en met respect voor de naasten met een heel bijzondere plaats voor de wijze overgrootvader die ‘altijd had afgezien van elk symbool van waardigheid, maar wiens waardigheid bij iedereen, ook de Oekraïners, respect afdwong.’
Dit eerste deel is prima op zichzelf te lezen, maar een trilogie is hoopgevend, er komen nog twee delen om reikhalzend naar uit te kijken!
Manès Sperber wordt in 1905 geboren uit Joodse ouders en groeit op in Zablotow, een stadje waarin armoede troef is en veel kinderen droomden ‘één keer, één keer slechts, een echt nieuw kledingstuk of een paar nieuwe schoenen te krijgen’. Het lot waarin de bevolking zich schikt, ontaardt echter niet in armzaligheid omdat de Messias door het vele leed onbetwist zou komen. Het vertellen over het geloof en daarbij behorende rituelen wordt intens en zonder zweverig te worden beschreven. Het zijn herinneringen van een kind en hij zal zijn beelden misschien selectief opgeslagen hebben, maar hoe het geweest moet zijn is heel duidelijk. Wie graag wil weten wat de verklaring van de titel is wordt verrast, het staat in het boek, net als andere specifieke uitdrukkingen en termen.
De vader krijgt een belangrijke plaats in het boek, en dan vooral in relatie tot de zoon. Hoog gespannen zijn de verwachtingen, Manès kan goed leren en hij voelt de enorme druk op zijn schouders om te willen voldoen aan de ‘eisen’ die aan hem gesteld worden. Hoe de jongen daarmee worstelt is op zich een staaltje van analytisch denken.
Sperber schreef ook romans en daarin maakt hij dankbaar gebruik van zijn belevenissen tijdens z’n jeugd. Zo laat hij het in een van zijn romans sneeuwen waardoor het lelijke aanzicht van het stadje omgetoverd wordt tot een sprookje, zo mooi, je kent het niet terug.
Deel 1 beslaat de periode tot 1918, waarin we Manès leren kennen als iemand die zichzelf niet spaart. Zijn zwakheden worden erkend en benoemd en z’n reactie op zijn daden maken hem tot een weldenkende jongeling die heel graag wil leren en politiek betrokken wil zijn. Behalve de ontwikkeling van de jongen is dit boek een tijdsdocument waarin Europa sterk verandert en velen hun lot niet kunnen ontlopen. Vluchten en overleven is het devies, anders val je in handen van de bezetter.
Dat dit boek geen opsomming is van gebeurtenissen mag een understatement genoemd worden. Het taalgebruik is subtiel, rijk aan nuance en met respect voor de naasten met een heel bijzondere plaats voor de wijze overgrootvader die ‘altijd had afgezien van elk symbool van waardigheid, maar wiens waardigheid bij iedereen, ook de Oekraïners, respect afdwong.’
Dit eerste deel is prima op zichzelf te lezen, maar een trilogie is hoopgevend, er komen nog twee delen om reikhalzend naar uit te kijken!
4
Reageer op deze recensie