Lezersrecensie
Een ode aan bergbeklimmen
Drie jongens trachten aan mekaar te bewijzen dat ze de bese bergbeklimmers zijn. De "chef" is Fortunat, zoon en kleinzoon van gereputeerde bergbeklimmers. Zijn moeder is een verstandige vrouw die hem omringt met liefde en volop steunt. Zijn vader daarentegen eist "serieuze prestaties" en lijkt voorbij te gaan aan het feit dat dat levensgevaarlijk is.
Spiridu is de aangenomen zoon van de kosteres en een branieschopper die opkijkt naar Fortunat maar neerkijkt op Kinigl.
Kinigl is een rijkeluiszoontje en moederskindje tegen wil en dank. Hij haalt veel wijheid uit boeken en is veruit de versandigste en bedachtzaamste van de drie, maar ook de minst sterke en slechtste klimmer.
Fortunat's vader vergeet/verliest op een tocht als berggids zijn favoriete mes op een bergtop. Fortunat besluit om als bewijs van "serieuze prestaties" dat te gaan halen. Spiridu gaat met hem mee. Beide jongens beleven hachelijke avonturen en zullen zichzelf beter leren kennen. Uiteindelijk zal Spiridu de top niet halen en vooral aan eten denken. Kinigl zal als reddende engel verschijnen en mee de top bereiken.
De schrijver geeft een diep inzicht in de karakters, wel duidelijk getekend door de tijd. Het is een mannenwereld waar vrouwen niks te zeggen hebben en losse handjes normaal zijn.
Als lezer krijg je wel een goed inzicht in bergbeklimmen zonder hulpmiddelen, zowel op een oefenrtos als een echte berg. Ook het leven in de vergen in vervlogen tijden komt aan bod.
Het boek kent zowel frustrerende als spannende momenten, de goede afloop is volgens de schrijver misschien positief maar 12 slagen met een berketak als straf en een touw als beloning staat toch niet echt in verhouding tot respect, wat Fortunat trachtte te verdienen.
Spiridu is de aangenomen zoon van de kosteres en een branieschopper die opkijkt naar Fortunat maar neerkijkt op Kinigl.
Kinigl is een rijkeluiszoontje en moederskindje tegen wil en dank. Hij haalt veel wijheid uit boeken en is veruit de versandigste en bedachtzaamste van de drie, maar ook de minst sterke en slechtste klimmer.
Fortunat's vader vergeet/verliest op een tocht als berggids zijn favoriete mes op een bergtop. Fortunat besluit om als bewijs van "serieuze prestaties" dat te gaan halen. Spiridu gaat met hem mee. Beide jongens beleven hachelijke avonturen en zullen zichzelf beter leren kennen. Uiteindelijk zal Spiridu de top niet halen en vooral aan eten denken. Kinigl zal als reddende engel verschijnen en mee de top bereiken.
De schrijver geeft een diep inzicht in de karakters, wel duidelijk getekend door de tijd. Het is een mannenwereld waar vrouwen niks te zeggen hebben en losse handjes normaal zijn.
Als lezer krijg je wel een goed inzicht in bergbeklimmen zonder hulpmiddelen, zowel op een oefenrtos als een echte berg. Ook het leven in de vergen in vervlogen tijden komt aan bod.
Het boek kent zowel frustrerende als spannende momenten, de goede afloop is volgens de schrijver misschien positief maar 12 slagen met een berketak als straf en een touw als beloning staat toch niet echt in verhouding tot respect, wat Fortunat trachtte te verdienen.
1
Reageer op deze recensie