Lezersrecensie
Aangrijpend en interessant verhaal
Lysbeth de Bisschop is de vrouw van Rem Bisschop, een belangrijke leider van de remonstranten. Er heersen woelige tijden en de huidige regerende burgemeesters, die contraremonstrant zijn, gebruiken hun macht om alle bijeenkomsten van de remonstranten te verbieden en in te dijken. Maar dat is nog maar het begin van alle ellende want de heersende partijen zijn niet van plan om hun macht in het gedrang te laten komen. Ook het volk wordt opgejut en Rem en Lysbeth moeten vluchten voor de woedende menigte die hun huis plundert en daarbij heel driest te werk gaat. Daarbovenop zit Lysbeth gevangen tussen enerzijds haar echtgenoot Rem en anderzijds haar familie waarbij voornamelijk broer Jan een felle contraremonstrant is. Tussen beide heren lopen de gemoederen soms hoog op. Wanneer de ene na de andere remonstrant wordt opgepakt en/of veroordeeld breken moeilijke maar vooral bange tijden aan. Wanneer Rem beschuldigd wordt van hoogverraad moet Lysbeth helse toeren uithalen om haar man, zichzelf en haar gezin veilig te stellen en vooral in leven te houden.
Het verhaal wordt verteld vanaf het jaar 1617, ten tijde van de woelige periode en de vele opstanden tussen de heersende contraremonstranten en de remonstranten. Daarnaast keren we terug naar 1578, de kinderjaren van Lysbeth. Door deze toelichtingen en de vele tegenslagen tijdens haar jeugd krijgen we een goed beeld over haar en ook de totstandkoming van haar karakter en koppigheid. Doordat het verteld wordt door Lysbeth zelf, ervaar je ook alles van heel dichtbij en komen de verschrikkingen dubbel zo hard binnen. De banden met haar broers, nicht en vriendinnen en hoe die zich ontwikkelen gedurende de jaren krijgen we nauwgezet beschreven en zo begrijpen we ook beter het standpunt en de visie van Lysbeth en ook de tegenstrijdige gevoelens waarmee ze te kampen krijgt.
“Ik weet niet precies hoe lang ik loop, laat staan welke straten en stegen ik insla. Mijn zware rokken belemmeren mijn vaart, mijn ademhaling is hoog en onregelmatig. Alles wat ik weet, is dat ik zo ver mogelijk weg wil zijn van de menigte die zich bij het pakhuis had verzameld als hongerige maden op het karkas van een dood dier.”
De schrijfstijl en de taal zijn toepasselijk voor deze periode en heel beeldend. De entourage en de decors worden duidelijk omschreven waardoor je je, als lezer, te midden van het tumult en de onrust waant. De ruige buurten met veel armoede staan in schril contrast met de statige herenhuizen van de welgestelden. Ook de leefomstandigheden met de pest en de vele kwalen, het hoge sterftecijfer bij de kinderen,… alles komt aan bod en maakt het levensecht. Door ook de emoties en spanningen heel treffend te verwoorden, kun je de situaties heel goed inbeelden en versterkt zo het inlevingsvermogen.
Dat er veel opzoekingswerk aan vooraf gegaan is, merk je doorheen het hele verhaal. Zowel de gebouwen als de toenmalige gang van zaken worden heel nauwkeurig beschreven en toegelicht. In het nawoord vermeldt de auteur ook dat feiten en fictie door elkaar vloeien, ook om het verhaal vlot leesbaar en niet onnodig ingewikkeld te maken. Daar is de schrijfster dan ook uitstekend in geslaagd. Een prachtige verhaal, aangrijpend en ook heel interessant.
Het verhaal wordt verteld vanaf het jaar 1617, ten tijde van de woelige periode en de vele opstanden tussen de heersende contraremonstranten en de remonstranten. Daarnaast keren we terug naar 1578, de kinderjaren van Lysbeth. Door deze toelichtingen en de vele tegenslagen tijdens haar jeugd krijgen we een goed beeld over haar en ook de totstandkoming van haar karakter en koppigheid. Doordat het verteld wordt door Lysbeth zelf, ervaar je ook alles van heel dichtbij en komen de verschrikkingen dubbel zo hard binnen. De banden met haar broers, nicht en vriendinnen en hoe die zich ontwikkelen gedurende de jaren krijgen we nauwgezet beschreven en zo begrijpen we ook beter het standpunt en de visie van Lysbeth en ook de tegenstrijdige gevoelens waarmee ze te kampen krijgt.
“Ik weet niet precies hoe lang ik loop, laat staan welke straten en stegen ik insla. Mijn zware rokken belemmeren mijn vaart, mijn ademhaling is hoog en onregelmatig. Alles wat ik weet, is dat ik zo ver mogelijk weg wil zijn van de menigte die zich bij het pakhuis had verzameld als hongerige maden op het karkas van een dood dier.”
De schrijfstijl en de taal zijn toepasselijk voor deze periode en heel beeldend. De entourage en de decors worden duidelijk omschreven waardoor je je, als lezer, te midden van het tumult en de onrust waant. De ruige buurten met veel armoede staan in schril contrast met de statige herenhuizen van de welgestelden. Ook de leefomstandigheden met de pest en de vele kwalen, het hoge sterftecijfer bij de kinderen,… alles komt aan bod en maakt het levensecht. Door ook de emoties en spanningen heel treffend te verwoorden, kun je de situaties heel goed inbeelden en versterkt zo het inlevingsvermogen.
Dat er veel opzoekingswerk aan vooraf gegaan is, merk je doorheen het hele verhaal. Zowel de gebouwen als de toenmalige gang van zaken worden heel nauwkeurig beschreven en toegelicht. In het nawoord vermeldt de auteur ook dat feiten en fictie door elkaar vloeien, ook om het verhaal vlot leesbaar en niet onnodig ingewikkeld te maken. Daar is de schrijfster dan ook uitstekend in geslaagd. Een prachtige verhaal, aangrijpend en ook heel interessant.
2
Reageer op deze recensie