Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Dimensies van de werkelijkheid

Alfred Wald 01 mei 2019
‘Ik, Isidorus van Rillington, bevind me hier in het eeuwige duister van een kerker, waar de tijd niet lijkt te verstrijken. Ik twijfel tegenwoordig aan alles, zelfs aan mijn eigen bestaan en aan dat van jou, vreemdeling.’ Zo begint het eerste hoofdstuk van Jan van Akens “De ommegang”. We hebben er dan al een proloog opzitten, over de lange weg naar Konstanz. Een rode draad waardoor we veel over Isidorus’ innerlijk te weten komen. Opgesloten in de kerker vertelt Isidorus zijn levensverhaal aan zijn medegevangene. Hij is een vondeling, die in de jaren zeventig en tachtig van de veertiende eeuw opgroeide in een klooster op het Engelse platteland. Hij wordt opgevoed door een oudere monnik. Isidorus leert lezen en doet al zijn kennis op uit boeken uit de kloosterbibliotheek. Hij leert de boeken van buiten. Dat is zijn grote kracht; alles onthouden.

Als tiener verlaat Isidorus het klooster en daarmee zijn veilige omgeving. In korte tijd leert de wereld en de mensen in al hun facetten kennen. ‘Bij een kraam met kruiden stond een lieftallig wezentje. Ik had er al veel over gelezen, maar nog nooit had ik een vrouw gezien.’ Nog geen uur later heeft hij op maat gemaakte kleding en is hij ontmaagd. Hij gaat op weg naar een universiteit om te studeren. Onderweg verliest hij een deel van zijn geld, Niet alle mensen zijn te vertrouwen, en in zijn omgang met anderen komt hij daar meer en meer achter. De vraag popt op of Isidorus zelf nog wel te vertrouwen is?

Van Aken weet de sfeer van die tijd en van alle landen waar Isidoors reizen hem brengen, geweldig te treffen. Alle personages, en dat zijn er nogal wat, wekt Van Aken tot leven, hoe bizar sommigen ook zijn. Ze staan allemaal voor iets en anders wel voor een deel van Isidorus. Die gelaagdheid is een van de vele lagen in het boek. Toch leest het boek vrij makkelijk weg, niet in de laatste plaats door de subtiel-humoristische toets die Van Aken regelmatig gebruikt bij historische en wetenschappelijk uitweidingen.

Tussen alle hachelijke en surrealistische avonturen door, leert Isidorus tientallen boeken van buiten. Over architectuur, over kunst, over het menselijk lichaam, over grote denkers. Zijn droom is het bouwen van een kathedraal die zijn naam zal vereeuwigen. In dat streven legt hij contacten met personen die hem daarbij kunnen helpen. Zo ziet hij in de vloekende bisschop Otto de persoon die hem aan geld helpt, en in contact kan brengen met de paus. Welke paus is echter onduidelijk. De katholieke kerk verkeert in een diepe crisis. Temidden van de jacht op ketters vestigt Isidorus zich als arts, vooral geslachtsziektes behandelend, gaat samenwonen met een ex-prostitué en werkt aan bouwtekeningen voor de grote kathedraal.

Sluipenderwijs lijkt het er op dat wat Isidorus in zijn hoofd heeft, steeds verder afwijkt van de werkelijkheid. Zijn boekenwijsheid is bovendien niet meer voldoende om staande te blijven. Hij krijgt nog een ultieme kans om zich uit zijn benarde positie te redden.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Alfred Wald