Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Gitzwarte absudistische komedie over Auschwitz

Nico van der Sijde 13 februari 2016
Zelden heeft een boek zulke uiteenlopende kritieken gehad als "The zone of interest" van Amis: afgeserveerd als mislukking maar door anderen bejubeld als meesterwerk, geweigerd door zijn vaste uitgevers in Duitsland en Frankrijk maar volgens sommige recensenten Amis' beste roman in jaren. Zelf vertrouwde ik het boek eerst niet, ook al omdat ik Amis al lang niet meer volg. Maar het sleurde mij helemaal mee. Veel kriticasters vinden dit boek een ongemakkelijk mengsel van dingen die niet samengaan. En dat vind ik dus ook, maar ik vind die ongemakkelijke combinatie juist de kracht van dit boek. Het draait namelijk om de holocaust, om de hel van Auschwitz, om een verschrikking die we nooit zullen begrijpen en doorgronden. Want ook als je alle feitelijke gegevens van de holocaust kent begrijp je nog steeds het 'waarom' niet, simpelweg omdat de holocaust geen rationeel waarom HEEFT. En precies dat ontbrekende waarom komt naar mijn smaak echt prachtig en nagelhard naar voren in deze uitermate bevreemdende en absurdistische roman.

In het verhaal zijn drie mensen afwisselend in de ik- vorm aan het woord: een wat frivole en Arische SS-officier, neef van Martin Bormann, die pogingen doet om de vrouw te veroveren van de kampcommandant van Auschwitz; de kampcommandant zelf, een ijzingwekkende sadist die zodanig grotesk en satirisch wordt neergezet dat je schatert en huivert tegelijk; en Szmul, hoofd van het "Sonderkommando", dus van de groep Joden die de stapels van Joodse lijken opruimt en gouden tanden uit hun monden trekt, wetend dat zij zelf ooit tussen deze lijken zullen liggen. Deze laatste figuur is tragisch, uitermate ontroerend ook: getuige van enorme verschrikkingen, waarover hij op bijna verstilde wijze vertelt. Maar Szmuls zo tragische en verstilde toon wordt dan steeds afgewisseld met de volkomen groteske en satirische toon in de stukken over de kampcommandant. En die worden weer afgewisseld met het op zichzelf al vervreemdende (naar de smaak van velen zelfs ronduit ongepaste) motief van iemand die zich uitgerekend in Auschwitz overgeeft aan frivole en romantische gevoelens voor de vrouw van die kampcommandant. Drie vertellers, drie verschillende toonsoorten, en nooit komt het tot een harmonische samenklank van die toonsoorten. Maar juist die soms onaangename disharmonie past m.i. helemaal bij Auschwitz, een bij uitstek disharmonisch en dissonant oord.

De stukken waarin de kampcommandant aan het woord is versterken die dissonantie nog aanzienlijk. Want juist die stukken staan vol met werkelijk nagelharde grappen. Zowel uiterst foute grappen van de man zelf over zijn slachtoffers, als groteske taferelen waarin de man zelf zo enorm ontspoort dat je niet meer weet waar je kijken moet. Bovendien praat de man in een mengelmoes van Duits en upperclass Engels, wat bijna Monthy Python-achtig absurd is en bij mij ook associaties met de serie 'Allo,allo' opriep. Volslagen lachwekkend dus, alleen vergaat het lachen je meteen omdat hij wel over massamoord praat. De Duitse termen zijn bovendien uitermate racistisch of anderszins onaangenaam: de kampgevangen worden bijvoorbeeld aangeduid als 'Stucke', dus 'stuks', alsof het geen mensen zijn. Ook heel vervreemdend en ontregelend is het enorme contrast tussen het ogenschijnlijk zo gepolijste karakter van het upper class Engels en de totale ongepolijstheid van de commandant zelf. Extra ongemakkelijk is dat rabiaat Nazistische uitspraken ook heel goed in upper class Engels blijken te kunnen worden gedaan, en niet in schreeuwerig Duits alleen. Daardoor komt die krankjorume commandant, hoe anders hij ook moge zijn dan wij, toch weer verontrustend dichtbij. Zijn naam is overigens Doll, een normale Duitse naam die in het Engels echter 'pop' betekent: alsof hij de groteske marionet is van oncontroleerbare aandriften, of een Jan Klaassen om wie je alleen maar lachen kunt. Wat ook zo is, alleen, tegelijk is hij ook een vreeswekkende sadist. Die wel weer op bijna hilarische wijze alle controle verliest, maar toch.

Met Doll heeft Amis naar mijn smaak echt op briljante wijze een even heterogene als lachwekkende als verontrustende figuur geschapen. Een personage uit de hel vervormd door een lachspiegel, fundamenteel ongerijmd en daardoor een treffende pars pro toto van de waanzin van Auschwitz. Die waanzin wordt trouwens via tal van zaken voelbaar gemaakt: de stank van de doden, de sneeuw die eerst asgrijs verkleurt en dan zelfs bruin, een groep waanzinnige gevangenen die zich bijna uitbundig vermaakt met alle lijken die zij zien, een andere groep gevangenen die ook een berg lijken ziet maar gewoon niet bevat wat er aan de hand is. Groteske taferelen, waarover Doll op groteske wijze vertelt. En dan staat de zo groteske en contrastrijke Doll ook nog eens in contrast met Szmul, en met de frivole SS-officier. Dat contrast wordt bovendien steeds ingewikkelder en ingewikkelder, omdat die twee personages ook tamelijk meerkantig zijn. De SS-officier heet Golo, wat een verbastering is van het verheven Angelus: dat, samen met zijn frivole en promiscue gedrag, roept associaties met een operette-figuur op. En dat is hij zeker, maar tegelijk is hij in zijn liefde ook oprecht, doet hij ook pogingen om de machinerie van Auschwitz te saboteren en begroet hij de naderende nederlaag van Duitsland met vrolijk gemoed. Maar ja, hij blijft wel medeschuldig aan precies diezelfde machinerie, en blijft toch genegenheid koesteren voor zijn fors Nazistische familie hoe dom hij die soms ook vindt. Kortom, Golo is niet zo grotesk als Doll, maar wel vol tegenstrijdigheid. En dat geldt toch ook voor Szmul: als vervolgde Jood die alles en iedereen verloren heeft een tragisch slachtoffer, maar als lid van het Sonderkommando is hij ook een pleger van veel verachtelijke misdaad, door alle wroeging en wanhoop die hij daardoor heeft en al zijn weerloosheid is hij weer een tragisch slachtoffer, maar door sommige dingen die hij doet of die hij weigert te doen is hij ineens ook een held.

Eigenlijk is het een idioot ongerijmd boek. Maar dat is goed, want het gaat over een idioot ongerijmd onderwerp. De stijl is bovendien vaak adembenemend. Niet alles is even sterk: sommige verontwaardigde passages over WOII en de holocaust zijn nogal clichématig, sommige plotwendingen nogal onwaarschijnlijk. Maar ik vond het wel een ijzersterk boek. Dus ben ik blij dat ik het gelezen heb, al moet ik nu wel even bijkomen, want al die nagelharde realiteit en gitzwarte absurditeit laat je als lezer niet onberoerd.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde