Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Hilary Mantel schrijft zich autobio

Roosje de Vries 28 februari 2016
Hilary Mantel, De geest geven (Giving Up the Ghost), 2004, 2016; Uitgeverij Atlas Contact verzorgt in 2016 de vertaling van Mantels autobiografische schets, die in in de UK in 2004 verscheen.


‘... dus het lijkt me niet erg om toe te geven dat ik onderdak aan geesten heb verleend. Geesten zijn de rafels en flarden van het leven van alledag, informatie die je verzamelt zonder te weten wat je ermee moet doen, kennis die je niet kunt verwerken;...’ (p. 219).

Hilary Mantel verovert ons taalgebied met haar boeken. Vooral is ze bekend door de historische romans rond de persoon van Thomas Cromwell, minister van Hendrik VIII ten tijde van diens huwelijk met Anna Boleyn (Wolf Hall, Het boek Henry, het derde deel komt er aan). De BBC maakte er een prachtige serie van. Ook schreefze (eerst) monumentale roman over de Franse Revolutie in drie delen: Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Vorig jaar verscheen verhalenbundel: De moord op Margaret Thatcher, dat zorgde voor grote ophef vanwege de fictieve moordaanslag op het leven van Thatcher. Twee maal won zij de Man Booker Prize (2009, 2012).


‘Ik weet niet goed hoe ik over mezelf moet schrijven’, verzucht ze, maar ze doet het gewoon: ‘Ik vertrouw op de lezer.’ [...] Probeer geen uitzinnige opsmuk in je zinnen te persen. Denk goed na wat je precies wilt zeggen. Zet dat zo krachtig en direct mogelijk op papier.’ (p. 12). Ik laat Mantel zelf aan het woord, want zij verwoordt het prachtig; wat zal ik haar zinnen, die altijd raak zijn, gaan parafraseren?

Aanleiding is, denk ik, het bereiken van de middelbare leeftijd, 50 worden; dat is voor vrouwen een magische leeftijd. Als 50-jarige ben je de grens over: je vruchtbare jaren liggen achter je, voor je grijnst de ouderdom je toe. ‘Je denkt aan de kinderen die je nooit heb gehad maar had kunnen hebben. [...] Als je denkt dat je zwanger bent, en het toch niet blijkt te zijn, wat gebeurt er dan met kind dat zich al in je hoofd heeft gevormd? (p. 27).

Op je 50e verjaardag heb je eigenlijk 49 jaar geleefd; 49 is 7x7. Het getal zeven speelt een belangrijke rol in dit boek: zeven jaar hebben Mantel en haar man in Owl Cottage gewoond; haar stiefvader, die een zeer belangrijke rol speelde in haar leven overleed aan de vooravond van het verschijnen van haar zevende roman (p. 11). In veel spirituele (vrouwen)bewegingen heeft de cyclus van zeven een belangrijke betekenis. In de bijbel natuurlijk ook, God schiep de wereld in zeven dagen. Die bijbel, die in de rooms-katholieke familie van Mantel juist niet gelezen werd. De bijbel is iets voor de protestanten, overigens niet alleen in de UK.

Ondoenlijk en onnodig is het om een overzicht te geven van wat Mantel ter sprake brengt over haar leven. In haar vroege jeugd is het synesthesie die de beleefde werkelijkheid kleurt; synesthesie is het verschijnsel dat wanneer een zintuig geprikkeld wordt ook andere zintuigen worden ervaren. Denk hierbij aan het horen van een woord, waarbij je tegelijkertijd de kleur blauw ziet (je hoort dus kleuren, in dit geval noemt men dat kleurwoordsynesthesie). Dit verschijnsel komt voor bij gevoelige en intelligente kinderen; ook veel kunstenaars gebruiken dit vermogen bij hun kunst.
Belangrijke thema’s in haar leven zijn: het jonge leven in een grotere familie met oma en opa en tante. De scheiding van haar ouders, die niet officieel konden scheiden omdat ze katholiek waren; haar stiefvader, die eigenlijk vond dat zij een aantellerig kind was; het katholieke geloof; de huizen waarin zijn gewoond heeft (en de spoken en geesten die zij daarin aantrof); haar slechte gezondheid en het falen van de medische wetenschap; haar feminisme, haar gedwongen kinderloosheid; haar huwelijk (2x met dezelfde man), haar verblijf in Afrika en Saoedi Arabië, haar schrijverschap.

Het katholiek zijn is in de UK sinds Hendrik VIII zichzelf en zijn land van Rome heeft afgescheiden, een hot issue. Koninklijke koppen zijn erdoor gerold; buitenlandse heersers binnengehaald (‘onze’ stadhouder Willem III, de Glorious Revolution). Daarom ligt het voor de hand dat Mantel juist over deze periode geschreven heeft: de motieven waarom Hendrik VIII zich afgekeerd heeft van Rome en de enorme gevolgen daarvan.
In de Engelse literatuur is het rooms-katholicisme bij sommige schrijvers een groot thema, bijvoorbeeld bij Graham Greene, maar ook bij Evelyn Waugh, Brideshead Revisited (deze twee schieten me spontaan te binnen).

Mantels slechte gezondheid (endometriose (een nare en zeer pijnlijke vrouwenkwaal, die vaak leidt tot kinderloosheid), vermeende psychische ziektes, die doen denken aan de elendige wederwaardigheden van Janet Frame, aan wie Mantel ook refereert) en het medisch falen daarin (verkeerde diagnoses, verkeerde medicijnen) doen lezen als een spannend (feministisch) meisjesboek - nou ja, de horror-variant - waarin herkenning direct om de hoek komt kijken. Dat is een van de hoekstenen van het feminisme en van gender-indentiteit; zie ook: ‘Ik herinner me de eerste keer dat ik Jane Eyre las: dat zal wel voor elke vrouwelijke schrijver gelden, want zodra je begint, besef je dat je een verhaal over jezelf leest.’ (p. 231).

De structuur van dit autobiografisch verslag is cirkulair, het eindigt waar het begint: met de verkoop van Owl Cottage, waar zij en haar man zeven jaar hebben gewoond. De geest van stiefvader Jack laten ze erachter en hopelijk nog veel meer spoken. Het begrip memoires bevalt me hier niet: die schrijf je wanneer je leven een soort van voltooid is; en dat is het leven van Mantel nog lang niet, hoop ik.

De heldere en doorzichtige stijl waarin Mantel schrijft, de beeldende metaforen en vergelijkingen die ze boetseert, de allusies, het gebruik van humor, ironie en sarcasme, maar ook de spanning die zij weet op te roepen, en de uitnodiging tot identificatie (die ik tenminste heb aangenomen): dat allemaal maakt dat ik een grote fan van haar schrijfkunst en boeken geworden ben.

Een opmerking over de vertaling van de titel wil ik maken. De Engelse titel luidt: ‘Giving Up the Ghost’. Naar mijn opvatting is de titel dubbelinnig bedoeld: er is een letterlijke betekenis; de geesten, de spoken, onder wie stiefvader Jack, laten gaan, uitbannen uit je gedachten, uit je lijf. De overdrachtelijke betekenis is lastiger: betekent het sterven, in de zin van het oude leven laten sterven en als een vogel Feniks opstaan uit je eigen as? Wellicht, misschien.
De combinatie van letterlijke en overdrachtelijke zin vind ik in de Nederlandse vertaling niet terug: ‘de geest geven’ betekent van mensen: ‘sterven’, van zaken: ‘stukgaan’, zegt Van Dale. Ik denk dat een vertaling bijna onmogelijk is. Bij mij spookt door mijn hoofd: ‘Spoken’ maar ik geef toe, het is erg mager. ‘Spoken’: als zelfstandig naamwoord: spoken, geesten, zinnebeelen, spookbeelden (is ook letterlijk en figuurlijk); en als werkwoord: rondspoken, door het huis, door Mantels hoofd. Dan speelt er iets van de dubbelzinnigheid in mee.
1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Roosje de Vries

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.