Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Elsschot speelt met zijn lezers - want waarom zou het fout aflopen?

Ton Hirdes 24 juli 2017
Let op: onderstaande bespreking bevat veel spoilers.

Een Elsschot is altijd een lust om te lezen, in eigen stijl met korte zinnen, pijnlijk-rake bespiegelingen van menselijk gedrag (vooral de zoektocht naar eigen gewin) en bovenal vol humor. Zo ook logischerwijze Het tankschip uit 1941 dat opnieuw is verschenen bij Uitgeverij Polis. Deze uitgever publiceert geleidelijk de hele Elsschot weer.

Elsschot is de man van Lijmen/Het been en Kaas. Fijnspraak en overtuigingskracht die worden ingezet voor vormen van bedrog of oplichterij of op zijn minst twijfelachtige constructies waar arme lieden met open ogen de dupe van worden. Boormans heet het personage dat in de boeken van Elsschot telkens weer de grenzen opzoekt hoe ver hij anderen kan bewegen.

Ook in Het tanschip duikt Boormans op. Hij weet kort voor de oorlog Peeters, een in Frankrijk werkende Belgisch makelaar in schepen, ervan te overtuigen een tankschip te kopen van een Frans reder. Kopen, maar zonder een cent te betalen. Achter het bod schuilt belastingontduiking en zwart geld in een geniale constructie, gebruik makend van de internationale verschillen in regelgeving.

Het klinkt als de spammails die je tegenwoordig ontvangt, waarbij iemand, bij voorkeur uit een ver land, je alleen maar om een mailtje vraagt onder de toezegging dat je fors geld kunt krijgen waar iemand van af wil. Bij die mails weet je zeker: dat kan niet goed aflopen. Hebzucht gaat voor de val en zo.

En zo verwacht je bij Elsschot ook dat die arme, goedmoedige en vriendelijke Peeters bedrogen uitkomt. Schip weg, gezonken, geconfisqueerd, megaboetes of wat dan ook. Het verhaal kán immers niet waar zijn!

Maar Het tankschip is een verraderlijk gemene novelle. Je verwacht steeds een addertje dat ligt onder het tankschip om Peeters een loer te draaien. Maar dat serpent laat zich niet zien: Elsschot sluit af met een bijna onbevredigend open einde. Het is aan de lezer om in te vullen of Peeters bedrogen is of de kans van zijn leven heeft gekregen. Elsschot speelt zo niet alleen met zijn fictieve hoofdpersonages, maar bovenal met de lezer. Want waarom zou het fout aflopen voor Peeters? Alleen omdat wij het ons niet anders kunnen voorstellen? Lezer: ben je al zo sceptisch dat je een buitenkans niet durft te nemen omdat het te goed voor woorden klinkt, of heb je nog geloof in de mensheid (ook al gaat het om een totaal verdorven truc waarbij de belastingen worden ontdoken)?

Dat geeft Het tankschip meer dan enig andere Elsschot een boeiende meervoudig-dubbele bodem.

Er zijn aanwijzingen dat Elsschot een vervolg wilde schrijven. Laten we hopen dat dat nooit opduikt. Het zou jammer zijn als hij het alsnog voor ons ging invullen.

Tegelijk kan dit boekje een hoger doel dienen. Teksten als ‘dit financieel product is niet geheel zonder risico’ of ‘u belegt buiten controle van de de ACM’ kunnen worden afgeschaft. Gewoon iedereen die wil beleggen verplicht deze novelle laten lezen, gegarandeerd dat een ieder dan twee keer nadenkt.
Want de novelle geeft én inzicht in de mogelijke babbeltrucs waarmee fijnpraters te werk kunnen gaan én hoe makkelijk we te manipuleren zijn door mensen die iets ongeloofwaardigs aanbieden: we twijfelen, willen er vanaf, maar moeten wel toehappen uit vrees voor eeuwig wroeging te hebben.

Kortom: een klasseverhaal.

Overigens is de novelle ook stilistisch meer dan de moeite waard. Het boek valt als het ware in drie delen uiteen. Een uitje van Peeters met zijn zwager (de ‘goedgelovige’ Laarmans uit de andere verhalen van Elsschot) en hun beider vrouwen – een kostelijke beschrijving van een autotocht dwars door België tijdens welke Peeters als de oorlog eenmaal is uitgebroken niet langer kan verzwijgen dat hij nu grof geld heeft gemaakt. Deel twee omvat een minutieus weergegeven gesprek van Peeters met de ‘adviseur’ Boormans waarin de laatste de financiële constructie uit de doeken doet als was het bereiken van zoveel geld een religieuze daad. En in het kortere derde deel verhaalt Peeters hoe het tankschip door hem en de reder De Castellane wordt uitgezwaaid als het naar Barcelona vertrekt, waar het onder de naam Joséphine veiliger ligt nu Frankrijk in oorlog is.

Want dat is nog het andere element van twijfelachtige allure uit het verhaal. Het schip zal, nu het oorlog wordt alleen maar meer waard worden en dient tegen de hoogste bieder verkocht te worden. Of dat nu de Engelsen of de Duitsers zijn….’Hoe langer die jongens slaags zullen blijven hoe meer opgeld mijn Joséphine maken zal’, pocht Peeters. En later toost hij: ‘Op de oorlog, want oorlog is een zegening. En het kapitalisme heeft toch zijn goede kant, is ’t waar of niet?’

Je zou haast denken dat Elsschot tegen die tijd tot het socialisme bekeerd moet hebben….

Willem Elsschot, Het tankschip (1914). ***** (5 sterren). Verschenen bij Uitgeverij Polis.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Ton Hirdes

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.