Na de door Al-Qaida gepleegde aanslagen in Amerika op 11 september 2001 sloegen islamitische terroristen óók meermalen in Europa toe, onder meer in Amsterdam (moord op Theo van Gogh), Madrid, Londen, Brussel, Parijs, Ansbach, Würzburg, Toulouse, Kopenhagen en Berlijn. Een nog veel groter aanstal aanslagen kon tijdig worden verhinderd. De conflicten in de islamitische wereld worden in toenemende naar Europa geëxporteerd. Deels komt dit door oncontroleerbare migratiestromen uit Noord-Afrika, de Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten, Iran, Turkije, Afghanistan en Pakistan. Voor een ander deel komt dit door de onverwacht snelle radicalisering van tweede of derde generatie migranten met een islamitische achtergrond en de aantrekkingskracht van radicale websites op internet.
Het is nooit echt gelukt om Al-Qaida en de Taliban in Afghanistan en Pakistan uit te schakelen. En ook al worden de levensgevaarlijke terroristen van de zogenaamde Islamitische Staat (IS) in Syrië, Irak en Libië militair verdreven, dan nóg zullen zij zich als een kankergezwel steeds verder over de rest van de wereld verspreiden en vooral ook in Europa toeslaan. Dit boek biedt een overzicht van de belangrijkste terreuraanslagen die radicale moslims na 2001 in Europa hebben gepleegd. Tevens wordt beschreven hoe Amerikaanse inlichtingendiensten (CIA/NSA) zeker vijfmaal onmisbare tips aan België en Duitsland hebben gegeven.
