Lezersrecensie
Degelijke, amusante Nederlandse detective.
Voor de vele fans van “Baantjer” zijn de boeken van Paul Dieudonné een godsgeschenk. “Rechercheur De Klerck en de stille hoop” is intussen het twaalfde deel uit een serie gesmaakte politieromans.
Rotterdam op een frisse, rustige avond. Op het plein voor de Laurenskerk ontdekt een agent een stervende man. De betrokkenen, Casper Stokkentreeff, is een student die niet beschikt over een onbesproken reputatie. Hij zou blijkbaar een stalker zijn. Nadat hij wat warrige taal uitkraamt, laat hij het leven. Rechercheur De Klerck en zijn jongere kompaan Klaver haasten zich naar de plaats delict. De speurneuzen staan voor een lastige opdracht; de laatste woorden van de overleden jonge man roepen alleen maar vraagtekens op. Casper is door de stad geschuifeld en heeft nergens om assistentie gevraagd. Waar ging hij naartoe? De belangrijkste vraag is evenwel wie hem gemarteld heeft en met welk doel?
‘Klaver maakte een luchtig gebaar.
“Ze kent jou langer dan vandaag. Bij elke moordzaak ziet zij de bui ruim van tevoren hangen.”
“Het wordt een latertje.”
Klaver grijnsde opnieuw.’
Lucien de Klerck en Ruben Klaver vormen een hecht en bijzonder duo. In dit deel merk je duidelijk dat de auteur zijn hoofdpersonages meer een eigen leven laat leiden. De vergelijking met de reeks rond inspecteur De Cock en collega Vledder (Baantjer) gaat steeds minder op, en toch. Het verhaal bestaat uit een traditionele detectiveroman, waarin de speurders naarstig op zoek gaan naar de dader en het waarom van het moordmysterie. Uiteraard moeten ze eerst een aantal verwikkelingen doorstaan en potentiële verdachten aan de tand voelen.
Dieudonné beschrijft de setting op een filmische wijze; hij kleurt Rotterdam knap in. Enige voorkennis is zeker geen vereiste; moeiteloos beland je als lezer middenin het gebeuren. Een groot aantal figuren dient zich aan. De zoektocht naar de dader en de reden waarom die persoon iemand om het leven brengt, domineren het geheel. Het solide uitgewerkte plot vertoont nergens barsten. Je moet in elk geval wel de hele tijd alert blijven; deze misdaadzaak bestaat uit een flinke portie puzzel- en verhoorwerk.
“Rechercheur De Klerck en de stille hoop” is een beknopte misdaadroman, voorzien van een laag spanning en grondig uitgewerkte materie. Dit alles is neergeschreven in een toegankelijke stijl en taal; geschikt voor een ruim lezerspubliek. De schrijver staat garant voor een degelijke, amusante Nederlandse detective. Ondertussen werkt hij ijverig aan nieuwe delen. Zijn protagonisten zijn immers nog lang niet aan het eind van hun Latijn.
Rotterdam op een frisse, rustige avond. Op het plein voor de Laurenskerk ontdekt een agent een stervende man. De betrokkenen, Casper Stokkentreeff, is een student die niet beschikt over een onbesproken reputatie. Hij zou blijkbaar een stalker zijn. Nadat hij wat warrige taal uitkraamt, laat hij het leven. Rechercheur De Klerck en zijn jongere kompaan Klaver haasten zich naar de plaats delict. De speurneuzen staan voor een lastige opdracht; de laatste woorden van de overleden jonge man roepen alleen maar vraagtekens op. Casper is door de stad geschuifeld en heeft nergens om assistentie gevraagd. Waar ging hij naartoe? De belangrijkste vraag is evenwel wie hem gemarteld heeft en met welk doel?
‘Klaver maakte een luchtig gebaar.
“Ze kent jou langer dan vandaag. Bij elke moordzaak ziet zij de bui ruim van tevoren hangen.”
“Het wordt een latertje.”
Klaver grijnsde opnieuw.’
Lucien de Klerck en Ruben Klaver vormen een hecht en bijzonder duo. In dit deel merk je duidelijk dat de auteur zijn hoofdpersonages meer een eigen leven laat leiden. De vergelijking met de reeks rond inspecteur De Cock en collega Vledder (Baantjer) gaat steeds minder op, en toch. Het verhaal bestaat uit een traditionele detectiveroman, waarin de speurders naarstig op zoek gaan naar de dader en het waarom van het moordmysterie. Uiteraard moeten ze eerst een aantal verwikkelingen doorstaan en potentiële verdachten aan de tand voelen.
Dieudonné beschrijft de setting op een filmische wijze; hij kleurt Rotterdam knap in. Enige voorkennis is zeker geen vereiste; moeiteloos beland je als lezer middenin het gebeuren. Een groot aantal figuren dient zich aan. De zoektocht naar de dader en de reden waarom die persoon iemand om het leven brengt, domineren het geheel. Het solide uitgewerkte plot vertoont nergens barsten. Je moet in elk geval wel de hele tijd alert blijven; deze misdaadzaak bestaat uit een flinke portie puzzel- en verhoorwerk.
“Rechercheur De Klerck en de stille hoop” is een beknopte misdaadroman, voorzien van een laag spanning en grondig uitgewerkte materie. Dit alles is neergeschreven in een toegankelijke stijl en taal; geschikt voor een ruim lezerspubliek. De schrijver staat garant voor een degelijke, amusante Nederlandse detective. Ondertussen werkt hij ijverig aan nieuwe delen. Zijn protagonisten zijn immers nog lang niet aan het eind van hun Latijn.
1
Reageer op deze recensie