Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Wie was ik, wie ben ik?

Herman Scheeper 28 december 2022
Je krijgt een geboortebewijs, een Burgerservicenummer en een Identiteitskaart. Dat zegt weinig over je identiteit. Discussie over het begrip identiteit is er altijd. Langzaam slaat de weegschaal door naar de opvatting dat je identiteit, je persoonlijkheid na je geboorte door je leefwijze wordt gevormd en niet door overerving. In het sociaal verkeer is handig een beeld van iemand te hebben: een samenhang van eigenschappen die men in het gedrag van iemand herkent. Maar de persoon zelf, zal die starend naar het spiegelbeeld zich wel eens afvragen wie ben ik eigenlijk?

Op dit terrein las ik een aangrijpende autobiografie in romanvorm: “Meisjesherinneringen” uit 2016. De Franse auteur Annie Ernaux ontving dit jaar, 2022, de Nobelprijs voor de literatuur. Haar oeuvre is voor een groot deel gebaseerd op autobiografie. In dit boek doet zij een grondig onderzoek in haar geheugen, in documentatie, door locatiebezoek en in gesprekken met betrokkenen om haar persoonlijke ontwikkeling in de zomer van 1958 te reconstrueren en de gevolgen daarvan. Haar belangrijkste motief voor dit literaire project is de mogelijkheid het meisje te herscheppen dat volstrekt onervaren met mannen doelbewust haar ontmaagding wil meemaken. In haar literatuur schreef men over “het wonderlijke geheim”, waarvan zij naar de bijzonderheden moet raden.
Haar ouders, van arbeiders tot kruideniers, verloren hun eerste dochter op zesjarige leeftijd en Annie voeden zij obsessief beschermend op. Niet alleen naar buiten, geen feestjes, geen vriendinnetjes, en geen contact met jongens. Ook nog voor haar opleiding in het pensionaat bij de nonnen. De wereld kent zij alleen uit de literatuur. In het jaar dat zij 18 wordt lukt het haar met veel moeite in de zomervakantie een baantje als jeugdleidster te krijgen in de vakantiekinderkolonie S. Naar dat meisje van S. in de zomer van 1958 gaat zij op zoek.

Temidden van jongeren die al ervaring hebben in het werk als jeugdleider, die op een Normaalschool hebben gezeten en die gewend zijn aan jongens is zij een vreemde eend in de bijt. Waarschijnlijk heeft de meer volwassen autoritaire hoofdleider H. daarom zijn oog laten vallen op deze bleue maagd. Meer dan vijftig jaar later diept Annie nu haar herinnering op aan die eerste ontluisterende seksuele ervaring van Annie. De wrede, liefdeloze poging tot ontmaagding overvalt haar volkomen. In feite is het een verkrachting. Een groter contrast met haar romantische verwachtingspatroon is niet denkbaar. Zij kan dit niet verwerken en het heeft een drastische ommekeer in haar leefstijl tot gevolg. Destructie van het pensionaatmeisje tot een slet die haar lichaam moeiteloos tot beschikking stelt. Door het eindelijk opschrijven van deze gebeurtenis probeert Annie meer inzicht te krijgen in de hoedanigheid van deze gebeurtenis en de aangrijpende gedragsverandering en het te rationaliseren:
“Niet aan hem onderwerpt ze zich, maar aan een onbetwistbare, universele wet, de wet van een mannelijke barbaarsheid, die zij vroeg of laat toch zou hebben ondergaan”
Helaas ondersteunt de opschudding rondom de Me Too processen de actualiteit van deze stelling.
De auteur noteert de herinnering pijnlijk nauwkeurig en de verhouding tot schaamte intrigeert haar.
Met bewuste objectivering in de stijl van een onderzoek slaagt zij er in sentiment en pathos te vermijden, ook door steeds aan te geven uit welke positie nu, zij het verleden weergeeft.
Terug uit de kolonie blijft zij lang in de ban van hoofdleider H. Door vermagering, andere haarkleur probeert zij zich te transformeren in de gedaante van de minnares die H. boven haar verkoos.

Een tussenjaar als au-pair in Engeland met een kuis vriendinnetje die niets afweet van haar “sletterigheid” betekent meer afstand van “dat meisje van 1958”.
Wat zich aan mij opdringt is de vraag in hoeverre zij zich bewust daadwerkelijk een andere identiteit heeft aangemeten en de zomer van 1958 geparkeerd heeft tot zij, na een geslaagde loopbaan, kans ziet tot deze boeiende reflectie. Hoe maakbaar is identiteit? Zij kent het werk van Pierre Bourdieu, de Franse socioloog die veel onderzoek heeft gedaan naar de gelaagdheid van de Franse samenleving, hoe moeilijk het is van de ene naar de andere groep te komen. Hij maakte zich ook politiek druk over maatschappelijke ongelijkheid. In dit boek heeft zij duidelijk oog voor klassenverschillen, voor de invloed van het gesloten ouderlijk milieu op haar sociale vaardigheden en wereldwijsheid.
Bij de rationalisering van haar ervaringen in die zomer 1958 geeft zij die maatschappelijke context een duidelijke rol.
Terugkijkend heb ik met veel waardering deze onopgesmukte autobiografie gelezen, het verslag van een nuchter en intrigerend onderzoek om een pijnlijke episode uit haar jeugd weer volop in het zicht een plaats te geven.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Herman Scheeper

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.