Lezersrecensie
Als een kunstwerk naar jou terugkijkt
Met Een luisterend oog presenteert Bertram Koeleman een roman die je vanaf de cover het verhaal intrekt. Felgeel, een rode cirkel en in het midden dat intrigerende zwarte vierkant—een beeld dat meer doet dan opvallen. Het weerspiegelt perfect de kern van de roman: wat gebeurt er wanneer kunst niet alleen bekeken wordt, maar jou als toeschouwer begint terug te bekijken? Wat zie je werkelijk, en wat projecteer je zelf?
Vier stemmen, één verdwijnende kunstenaar
Centraal staat de jonge kunstenaar Boris Němec, geboren in Praag maar woonachtig in Amsterdam. Zijn werk Can You See Me? blijkt zo intens dat het de levens van vier mensen in beweging zet. Boris zelf blijft afwezig als verteller, maar die leegte maakt zijn aanwezigheid alleen maar indringender. De vraag “Waar is Boris?” hangt als een schaduw boven de roman en werkt als een motor van spanning.
Via vier ik-perspectieven — Viktor, Iris, Maarten en Thomas — laat Koeleman zien wat kunst kan ontketenen. Viktor, ooit kunstenaar maar nu leraar, observeert zichzelf bitter: “Je cultiveert nog altijd een dandyachtig uiterlijk, maar het raam toont je slechts een oude leraar, niet een oude kunstenaar.” Zijn zorgen groeien wanneer Boris, zijn zoon, plots niets meer van zich laat horen. De zoektocht voert hem via de weinig transparante galeriehouder Sondermann (“man van de waarheid”, die vooral wil verkopen) naar Amsterdam.
Ondertussen bezoeken Iris en Maarten, een ouder echtpaar, de tentoonstelling I Live Inside Your Head – deconstructions in Post-Digital Photography, waar ze Can You See Me? kopen: een hyperrealistische huiskamer, “de velours gordijnen opengeschoven”. Die ruimte zou een mens verbergen. Wanneer Boris de aankoop thuis komt afleveren, nemen de spanningen toe. Vooral Maarten raakt steeds dieper in de greep van het kunstwerk; hij kan er naar eigen zeggen “niet meer mee ophouden”. Iris kijkt toe, kritisch, soms wanhopig. Hun zoon Thomas, autistisch en scherp observerend, ziet meer dan de volwassenen kunnen bevatten.
Wanneer kunst terugpraat
De spanning escaleert wanneer Thomas tot de ontdekking komt dat de foto geen gewone foto is, maar een two-way eye: een oog dat kijkt, maar ook luistert. Zijn vragen — “Heb je met iemand gepraat via dat oog? Met Boris? Met een vrouw? Met de maker?” — snijden door de zorgvuldig opgebouwde façade van het gezin. Iris kan het niet verdragen dat het kunstwerk haar huis binnendringt en haar familie ondervraagt. In een daad van pure zelfbehoud slaat ze het stuk. Dan volgt de ontknoping.
Koeleman gebruikt deze breuk als spiegel: niet alleen het kunstwerk luistert. Ook de personages blijken minder eerlijk en minder stabiel dan ze zichzelf voorhouden. Zoals bij kunst het geval is, blijkt ook hier dat wie goed kijkt, altijd iets vindt wat wringt.
Koeleman schrijft precies en trefzeker. Zijn zinnen kunnen kort zijn, maar blijven lang resoneren. Thomas die zegt: “Ik probeer het wel, dingen loslaten.” Viktor die vastloopt bij de vraag: “Waar is Boris?” Het zijn zinnen die tegelijk het thema van het boek én de psychologische onderstroom vastleggen. De korte hoofdstukken en wisselende perspectieven maken de roman dynamisch; je wordt telkens anders het verhaal ingetrokken, alsof je door een kunstinstallatie beweegt waarin het licht steeds verandert.
Close, Salt en Rothko: kunst als echo
In de roman speelt subtiele intertekstualiteit een rol. Wie bekend is met Chuck Close herkent meteen de werkwijze van Boris: portretten die op afstand glashelder zijn, maar van dichtbij uiteenvallen in losse, verwarrende elementen. Hoe dichterbij je komt, hoe minder zeker je bent van wat je ziet. John Salts klinische fotorealisme, perfect en toch onheilspellend leeg, is eveneens aanwezig in de manier waarop Koeleman ruimtes laat functioneren. En wie ooit in de Rothko Chapel stond, herkent de verwarrende intensiteit waarmee Maarten naar het kunstwerk kijkt: hij kijkt niet meer, hij ondergaat. Kunst wordt een ervaring die de tijd doet kantelen en het bewustzijn openzet.
Deze verwijzingen worden nooit nadrukkelijk. Ze fluisteren op de achtergrond mee en maken het verhaal dieper, gelaagder en rijker. Koeleman verweeft deze referenties in het verhaal. Ze versterken het thema: kunst is nooit alleen een object, het is een ontmoeting.
Een luisterend oog leest als een zorgvuldig gecomponeerde installatie. Elke verschuiving, elk perspectief, elke blik verandert wat je ziet. Net als bij Close, Salt of Rothko werkt het boek niet alleen op je ogen, maar op je bewustzijn. Het confronteert je met de vraag wie er eigenlijk kijkt — en wie bekeken wordt.
Koeleman laat je niet alleen anders kijken naar kunst, maar ook naar jezelf. Soms kijkt een kunstwerk je harder aan dan je lief is En precies dat maakt deze compacte roman zo de moeite waard.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Een kunstenaar verdwijnt. Een vreemd kunstwerk lijkt terug te kijken. Vier mensen raken verstrikt in een mysterie dat steeds dieper snijdt. Een luisterend oog laat je twijfelen aan alles wat je ziet — en aan jezelf. Durf jij te kijken?
Vier stemmen, één verdwijnende kunstenaar
Centraal staat de jonge kunstenaar Boris Němec, geboren in Praag maar woonachtig in Amsterdam. Zijn werk Can You See Me? blijkt zo intens dat het de levens van vier mensen in beweging zet. Boris zelf blijft afwezig als verteller, maar die leegte maakt zijn aanwezigheid alleen maar indringender. De vraag “Waar is Boris?” hangt als een schaduw boven de roman en werkt als een motor van spanning.
Via vier ik-perspectieven — Viktor, Iris, Maarten en Thomas — laat Koeleman zien wat kunst kan ontketenen. Viktor, ooit kunstenaar maar nu leraar, observeert zichzelf bitter: “Je cultiveert nog altijd een dandyachtig uiterlijk, maar het raam toont je slechts een oude leraar, niet een oude kunstenaar.” Zijn zorgen groeien wanneer Boris, zijn zoon, plots niets meer van zich laat horen. De zoektocht voert hem via de weinig transparante galeriehouder Sondermann (“man van de waarheid”, die vooral wil verkopen) naar Amsterdam.
Ondertussen bezoeken Iris en Maarten, een ouder echtpaar, de tentoonstelling I Live Inside Your Head – deconstructions in Post-Digital Photography, waar ze Can You See Me? kopen: een hyperrealistische huiskamer, “de velours gordijnen opengeschoven”. Die ruimte zou een mens verbergen. Wanneer Boris de aankoop thuis komt afleveren, nemen de spanningen toe. Vooral Maarten raakt steeds dieper in de greep van het kunstwerk; hij kan er naar eigen zeggen “niet meer mee ophouden”. Iris kijkt toe, kritisch, soms wanhopig. Hun zoon Thomas, autistisch en scherp observerend, ziet meer dan de volwassenen kunnen bevatten.
Wanneer kunst terugpraat
De spanning escaleert wanneer Thomas tot de ontdekking komt dat de foto geen gewone foto is, maar een two-way eye: een oog dat kijkt, maar ook luistert. Zijn vragen — “Heb je met iemand gepraat via dat oog? Met Boris? Met een vrouw? Met de maker?” — snijden door de zorgvuldig opgebouwde façade van het gezin. Iris kan het niet verdragen dat het kunstwerk haar huis binnendringt en haar familie ondervraagt. In een daad van pure zelfbehoud slaat ze het stuk. Dan volgt de ontknoping.
Koeleman gebruikt deze breuk als spiegel: niet alleen het kunstwerk luistert. Ook de personages blijken minder eerlijk en minder stabiel dan ze zichzelf voorhouden. Zoals bij kunst het geval is, blijkt ook hier dat wie goed kijkt, altijd iets vindt wat wringt.
Koeleman schrijft precies en trefzeker. Zijn zinnen kunnen kort zijn, maar blijven lang resoneren. Thomas die zegt: “Ik probeer het wel, dingen loslaten.” Viktor die vastloopt bij de vraag: “Waar is Boris?” Het zijn zinnen die tegelijk het thema van het boek én de psychologische onderstroom vastleggen. De korte hoofdstukken en wisselende perspectieven maken de roman dynamisch; je wordt telkens anders het verhaal ingetrokken, alsof je door een kunstinstallatie beweegt waarin het licht steeds verandert.
Close, Salt en Rothko: kunst als echo
In de roman speelt subtiele intertekstualiteit een rol. Wie bekend is met Chuck Close herkent meteen de werkwijze van Boris: portretten die op afstand glashelder zijn, maar van dichtbij uiteenvallen in losse, verwarrende elementen. Hoe dichterbij je komt, hoe minder zeker je bent van wat je ziet. John Salts klinische fotorealisme, perfect en toch onheilspellend leeg, is eveneens aanwezig in de manier waarop Koeleman ruimtes laat functioneren. En wie ooit in de Rothko Chapel stond, herkent de verwarrende intensiteit waarmee Maarten naar het kunstwerk kijkt: hij kijkt niet meer, hij ondergaat. Kunst wordt een ervaring die de tijd doet kantelen en het bewustzijn openzet.
Deze verwijzingen worden nooit nadrukkelijk. Ze fluisteren op de achtergrond mee en maken het verhaal dieper, gelaagder en rijker. Koeleman verweeft deze referenties in het verhaal. Ze versterken het thema: kunst is nooit alleen een object, het is een ontmoeting.
Een luisterend oog leest als een zorgvuldig gecomponeerde installatie. Elke verschuiving, elk perspectief, elke blik verandert wat je ziet. Net als bij Close, Salt of Rothko werkt het boek niet alleen op je ogen, maar op je bewustzijn. Het confronteert je met de vraag wie er eigenlijk kijkt — en wie bekeken wordt.
Koeleman laat je niet alleen anders kijken naar kunst, maar ook naar jezelf. Soms kijkt een kunstwerk je harder aan dan je lief is En precies dat maakt deze compacte roman zo de moeite waard.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Een kunstenaar verdwijnt. Een vreemd kunstwerk lijkt terug te kijken. Vier mensen raken verstrikt in een mysterie dat steeds dieper snijdt. Een luisterend oog laat je twijfelen aan alles wat je ziet — en aan jezelf. Durf jij te kijken?
1
Reageer op deze recensie
