Lezersrecensie
Als sneeuwballen en sorry’s in het rond vliegen
In Ik zei toch sorry? zet Jörg Mühle een klein, herkenbaar conflict neer dat onmiddellijk grote proporties aanneemt — precies zoals dat bij jonge kinderen gebeurt. Beer en Wezel ruimen samen een enorme berg sneeuw op—tot Beer per ongeluk een flinke schep op Wezel kiepert. Wat volgt is geen gewone boosheid, maar woede in hoofdletters. Wezel wil, nee eist, een excuus. Maar ja… sorry zeggen is niet zo eenvoudig als het klinkt.
Mühle vangt hiermee een essentieel moment uit het leven van kleuters: dat punt waarop je beseft dat jouw wereld niet de enige is. Empathie, perspectief nemen en sociale regels—jongens en meisjes van drie tot zes jaar zijn er dagelijks mee aan het oefenen. Een heel herkenbaar verhaal dus.
Sorry zeggen: een kunst apart
Ruzies bij jonge kinderen zijn vaak kort, fel en impulsief. Dat vangt Mühle perfect. De dialoog tussen Beer en Wezel is zó levensecht dat je hem bijna kunt horen: de misverstanden, het “Ik deed het niet expres!”, het “Je moet sorry zeggen!”, en het “Dat was geen échte sorry!”.
Het verhaal niet moraliserend. Het laat zien dat fouten erkennen moeilijk kan zijn, dat de manier waarop je sorry zegt ertoe doet, en dat vriendschap stevig genoeg is om botsingen te overleven. Het sorry-gevecht—fantastisch gevonden—is precies dat: humor en verbinding tegelijk.
En dan verschijnt Vos, die hen maar gek vindt, als hij dat sorry-gevecht ziet. Maar als je ‘gek’ zegt, moet je misschien zelf óók sorry leren zeggen.
Illustraties die meedenken met het verhaal
Mühles illustraties zijn simpel in lijn en expressief. Op de momenten dat de ruzie oplaait, zoomt hij in op de koppige koppies van Beer en Wezel, waardoor de spanning bijna uit het kader van de bladzijde spat. In rustigere scènes zoomt hij weer uit, waardoor de sneeuwwereld zichtbaar wordt. De illustraties ondersteunen de emoties: boos kijken met de armen over elkaar, een tong uitsteken, een mond enorm opengesperd.
Thematiek: excuses, empathie en vriendschap
Onder de humor ligt een laag waarin jonge kinderen veel kunnen herkennen en leren: wat is een echte sorry en wanneer voelt hij gemeend? Verplaatsen in het perspectief van een ander: Beer deed het per ongeluk — maar dat betekent niet dat Wezel zich niet gekwetst voelde. Vriendschap: dat je kunt botsen, miscommuniceren en toch samen blijft.
Het plotselinge einde werkt eigenlijk goed: het laat ruimte voor gesprek. Hoe zou het verder gaan? Wat zou Vos moeten doen? En hoe zouden kinderen dit zelf oplossen?
Tip voor in de klas
Speel met de klas een kort rollenspel dat aansluit op het boek.
Lees een paar zinnen voor uit het boek — of verzin zelf situaties — en laat leerlingen bepalen of de sorry gemeend, dapper, halfslachtig of helemaal niet goed was. Laat ze daarna in tweetallen bedenken hoe je het wél zou kunnen zeggen. Dit stimuleert taalgevoel, empathie én humor.
Dit is een boek dat kinderen aan het lachen maakt én aan het denken zet. Een herkenbaar sneeuwstormpje van emoties in allerlei omstandigheden waar sorry zeggen soms best lastig is.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Mühle vangt hiermee een essentieel moment uit het leven van kleuters: dat punt waarop je beseft dat jouw wereld niet de enige is. Empathie, perspectief nemen en sociale regels—jongens en meisjes van drie tot zes jaar zijn er dagelijks mee aan het oefenen. Een heel herkenbaar verhaal dus.
Sorry zeggen: een kunst apart
Ruzies bij jonge kinderen zijn vaak kort, fel en impulsief. Dat vangt Mühle perfect. De dialoog tussen Beer en Wezel is zó levensecht dat je hem bijna kunt horen: de misverstanden, het “Ik deed het niet expres!”, het “Je moet sorry zeggen!”, en het “Dat was geen échte sorry!”.
Het verhaal niet moraliserend. Het laat zien dat fouten erkennen moeilijk kan zijn, dat de manier waarop je sorry zegt ertoe doet, en dat vriendschap stevig genoeg is om botsingen te overleven. Het sorry-gevecht—fantastisch gevonden—is precies dat: humor en verbinding tegelijk.
En dan verschijnt Vos, die hen maar gek vindt, als hij dat sorry-gevecht ziet. Maar als je ‘gek’ zegt, moet je misschien zelf óók sorry leren zeggen.
Illustraties die meedenken met het verhaal
Mühles illustraties zijn simpel in lijn en expressief. Op de momenten dat de ruzie oplaait, zoomt hij in op de koppige koppies van Beer en Wezel, waardoor de spanning bijna uit het kader van de bladzijde spat. In rustigere scènes zoomt hij weer uit, waardoor de sneeuwwereld zichtbaar wordt. De illustraties ondersteunen de emoties: boos kijken met de armen over elkaar, een tong uitsteken, een mond enorm opengesperd.
Thematiek: excuses, empathie en vriendschap
Onder de humor ligt een laag waarin jonge kinderen veel kunnen herkennen en leren: wat is een echte sorry en wanneer voelt hij gemeend? Verplaatsen in het perspectief van een ander: Beer deed het per ongeluk — maar dat betekent niet dat Wezel zich niet gekwetst voelde. Vriendschap: dat je kunt botsen, miscommuniceren en toch samen blijft.
Het plotselinge einde werkt eigenlijk goed: het laat ruimte voor gesprek. Hoe zou het verder gaan? Wat zou Vos moeten doen? En hoe zouden kinderen dit zelf oplossen?
Tip voor in de klas
Speel met de klas een kort rollenspel dat aansluit op het boek.
Lees een paar zinnen voor uit het boek — of verzin zelf situaties — en laat leerlingen bepalen of de sorry gemeend, dapper, halfslachtig of helemaal niet goed was. Laat ze daarna in tweetallen bedenken hoe je het wél zou kunnen zeggen. Dit stimuleert taalgevoel, empathie én humor.
Dit is een boek dat kinderen aan het lachen maakt én aan het denken zet. Een herkenbaar sneeuwstormpje van emoties in allerlei omstandigheden waar sorry zeggen soms best lastig is.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
1
Reageer op deze recensie
