Meer dan 6,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

De vijand die maar niet komt

Jan Stoel 22 november 2025
"Vanochtend was de stad opeens in rep en roer. De barbaren komen, zeggen ze.” Met deze zin zet Olivier Tallec meteen de toon in Wachten op de barbaren. Een kleine soldaat, gewapend met een megafoon en een houten zwaard, staat op de stadsmuur en tuurt de verte in. De ochtend breekt aan, de lucht kleurt zacht roze en groen, en tegelijk gonst het van spanning.

Het gerucht verspreidt zich razendsnel, “zoals in het spelletje waarin je een boodschap moet doorgeven en die boodschap aan het einde helemaal veranderd is.” Zelfs een hond doet mee – en gaapt ondertussen verveeld. Humor speelt altijd een rol bij Tallec, en dat maakt zijn prentenboeken zo heerlijk voor kinderen.

Kanonnen uit de kelder
Terwijl de soldaat speurt naar tekenen van gevaar, groeit de hysterie. “De kanonnen worden naar buiten gesleept. De wapens moeten worden afgestoft want ze liggen al heel lang in de kelder.” De vlaggen gaan omhoog, uniformen worden gestreken, medailles opgepoetst. Iedereen is klaar voor de grote aanval.

Maar de barbaren laten op zich wachten. Misschien komen ze rond lunchtijd, misschien tegen de avond. Het wachten wordt bijna een personage op zich: gespannen, verwachtingsvol, steeds wanhopiger.

Thematiek: angst en absurditeit
Het prentenboek laat zien hoe angst ontstaat en zich verspreidt. Niemand weet precies waar de barbaren vandaan komen – uit het bos, over de bergen, via de rivier – maar het vermoeden alleen al is genoeg om een hele stad in rep en roer te zetten. Tallec speelt met de vraag hoe samenlevingen een dreiging opbouwen en hoe snel een gerucht kan uitgroeien tot collectieve paniek.

De twijfel knaagt. “De barbaren bestaan niet, zeggen sommigen. We hebben ze zelf uitgevonden.” Het is de cruciale omslag: wat als de vijand niet echt is, maar slechts een product van onze eigen angst en verbeelding?

Daarin ligt ook de absurditeit: de barbaren komen maar niet opdagen. De soldaten staan paraat, maar het gevaar blijft onzichtbaar. Uiteindelijk blijft de vraag hangen: zonder vijand, waarvoor hebben we dan al die moeite gedaan?

De kracht van de illustraties
Tallec brengt dit gevoel subtiel over met zijn illustraties: bergen in haastige penseelstreken, bossen die dreigend donker kleuren, rivieren waarlangs misschien een leger trekt. Alles suggereert gevaar, maar niets wordt concreet. De echte spanning speelt zich af in de hoofden van de mensen – en in de piepkleine soldaat op de muur.

Kinderen zullen genieten van de absurditeit: een soldaatje dat met een houten zwaard staat te trillen, een geeuwende hond, een stad die zich druk maakt om niets. Volwassen lezers herkennen daarentegen de onderliggende boodschap.

Een knipoog naar literatuur en politiek
Het boek is vrij geïnspireerd op het beroemde gedicht Wachten op de barbaren van Konstantínos Kaváfis, waarin leiders en volk wachten op een vijand die nooit komt. Het prentenboek vertaalt dat idee naar een toegankelijke en humoristische vorm, zonder de maatschappelijke lading te verliezen. Het piepkleine soldaatje belichaamt de spanning en de onzekerheid. Zo wordt de subtiliteit van Kaváfis’ poëzie toegankelijk gemaakt voor kinderen, terwijl volwassenen de diepere laag herkennen.

Tallec raakt aan een thema dat nog altijd actueel is. Het uitvinden van een vijand om een groep te verenigen is een bekend mechanisme, zichtbaar in hedendaagse vormen van populisme. Een dreiging van buitenaf wordt opgeblazen en gebruikt om angst te mobiliseren. Het prentenboek laat zien hoe verleidelijk dat is, maar ook hoe absurd.

De barbaren zijn “niet zoals wij” – een echo van het wij-tegen-zij-denken dat mensen enerzijds verbindt, maar anderzijds verdeelt. En als de vijand niet komt, blijft vooral leegte over. Zonder barbaren moet je terugvallen op jezelf, en dat blijkt nog veel moeilijker.

Wachten als spiegel
Wachten op de barbaren is een speelse, absurdistische reflectie op hoe samenlevingen vijanden verzinnen om zichzelf houvast te geven.

Tallec laat zijn lezers achter met dezelfde duizelingwekkende vraag als de kleine soldaat: “Maar als we niet wachten op de verschrikkelijke barbaren, hoe moeten we dan in vredesnaam de tijd doden.”

Eerder verschenen op de Boekenkrant

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Jan Stoel

Gesponsord

Tegenpolen trekken elkaar aan in deze heerlijke roadtrip-roman boordevol humor en romantiek. Nu te vinden in jouw favoriete boekhandel.