Lezersrecensie
Genieten met een interessant en informatief boek over voedsel
Smaken verschillen, eetpatronen veranderen en dat deze ook nog eens cultuur gebonden zijn, lees je in Lekker Vies van Klaartje Scheepers. Een boek waarin van alles aangekaart wordt, dat met eten te maken heeft, van geschiedenis tot tafelmanieren en het interesse hebben in allerlei soorten voedsel. Klaartje Scheepers is neerlandica, (culinair) redacteur en (schrijf) coach. Ze heeft onder meer als hoofdredacteur van Elle Eten gewerkt en volgde de koksopleidingen aan het ROC Amsterdam en de Ballymaloe Cookery School in Ierland.
Lekker Vies mocht ik lezen voor de Club van Echte Lezers. Het is niet een boek dat je achter elkaar uitleest, wel een ontzettend vermakelijk boek over de geschiedenis van eten en allerlei daarbij behorende wetenswaardigheden. Er komt tijdens het lezen af en toe een lach op mijn gezicht, maar ook een blik van afgrijzen over genoemde eetbare dingen als stierenballen, schapenogen of hersenen. Eerder verscheen van Scheepers Van aardappel tot avocado, Allerhande en Zeventig jaar Nederlandse eetcultuur.
In Lekker Vies staan herkenbare verhalen over onze eetcultuur en bijbehorend taalgebruik door de eeuwen heen. Scheepers doet dit aan de hand van 54 op alfabet gerangschikte essays. Zij legt taalkundige verbanden tussen het zuur in een citroen en het woord zuurpruim of bijvoorbeeld het spreekwoord ‘daar komt een schip met zure appels aan.’ Maar het zuur in een citroen haalt ook de smaak naar boven en zorgt voor aanmaak van speeksel.
Eten manifesteert zich voor iedereen anders. Dat geur, kleur en smaak daarbij de belangrijkste smaakmakers zijn komt uitgebreid aan bod. Wanneer we een blauwe biefstuk op ons bord zien, is de eerste gedachte misschien wel jakkes, omdat dit er onaantrekkelijk uit ziet en niet zoals we het kennen. Proeven we met een blinddoek voor, dan is een goed bereide blauwe biefstuk smakelijk, maar o wee als we zien wat er op het bord ligt.
Ons eetpatroon is in de loop van de eeuwen gewijzigd en veel mensen zijn gestopt met het nuttigen van vlees. Maar voor het eten van insecten is Nederland nog niet rijp en of dit nu komt door de vooroordelen over onze kriebelbeestjes, maar dat ze boordevol eiwitten zitten en in buitenlandse culturen wel gegeten worden is een feit waar Scheepers een leuke anekdote over heeft in het hoofdstuk Insectenburger.
Ze schrijft met een vlotte pen over eten en smaken die persoonsafhankelijk zijn. Elk verrassende hoofdstuk is een afgerond geheel en hoeft niet perse op volgorde gelezen te worden. Aan het eind van het boek is een literatuurlijst opgenomen met de genoemde boeken en auteurs uit de hoofdstukken. Er staan een aantal summiere recepten verdeeld over het boek, maar dit boek is beslist geen kookboek. Zo leuk als de cover eruit ziet met allerlei verschillende soorten bereid voedsel, afgewisseld met de welbekende kleuren van boerenbont, zo saai is eigenlijk de binnenkant van de omslag. Deze bevat een zwart-wit opsomming van favoriete guilty pleasures en ondergewaardeerde lekkere vieze dingen. Bij het bekijken van deze waslijsten zal er vast wel iets herkenbaars bij zitten. Jammer is het dat de hoofdstukken niet opgeleukt zijn met bijpassende illustraties, wat zeker van meerwaarde was geweest voor dit vermakelijke boek.
Op mijn reis door de eetgeschiedenis ben ik veel wijzer geworden over onder andere culinair-historische weetjes, wetenswaardigheden over dingen die met eten te maken hebben, eetgewoontes en fabels en vooroordelen over eten. Zo is poep een ruilmiddel tegen groente en later zilver geweest, in 1600 in Japan, en werd tevens gebruikt als meststof. En nog aantrekkelijker was het poep in te leveren bij de huisbaas voor een huurverlaging. Dit gebeurde nog tot ver in de 19e eeuw tot kunstmest dit verving.
Wat Scheepers knap gedaan heeft is het koppelen van wetenswaardigheden aan culinaire en persoonlijke ervaringen. Denk ook maar eens aan hoe mensen kunnen ruiken door het genuttigde voedsel of hoe vruchten kunnen ruiken. Kreten als bedorven haring met slagroom, rotte uien, oud braaksel of kattenpis worden aangehaald door toedoen van de tropische vrucht Doerian. Deze verspreidt een penetrante geur en alles wordt doortrokken van zijn stank, maar mensen die ervan houden ruiken een botervette gustardlucht. Een groter contrast kun je je niet indenken. Wat vertrouwd ruikt is eetbaar, maar verschilt in iedere cultuur. Geuren openen op deze manier een wereld van gevoel en herkenning. “We koppelen geur aan momenten, gevaar en emoties waardoor de wereld betekenis krijgt.“
Ga jij na het lezen van het interessante en informatieve Lekker Vies anders tegen voedsel en de bereiding ervan aankijken?
Lekker Vies mocht ik lezen voor de Club van Echte Lezers. Het is niet een boek dat je achter elkaar uitleest, wel een ontzettend vermakelijk boek over de geschiedenis van eten en allerlei daarbij behorende wetenswaardigheden. Er komt tijdens het lezen af en toe een lach op mijn gezicht, maar ook een blik van afgrijzen over genoemde eetbare dingen als stierenballen, schapenogen of hersenen. Eerder verscheen van Scheepers Van aardappel tot avocado, Allerhande en Zeventig jaar Nederlandse eetcultuur.
In Lekker Vies staan herkenbare verhalen over onze eetcultuur en bijbehorend taalgebruik door de eeuwen heen. Scheepers doet dit aan de hand van 54 op alfabet gerangschikte essays. Zij legt taalkundige verbanden tussen het zuur in een citroen en het woord zuurpruim of bijvoorbeeld het spreekwoord ‘daar komt een schip met zure appels aan.’ Maar het zuur in een citroen haalt ook de smaak naar boven en zorgt voor aanmaak van speeksel.
Eten manifesteert zich voor iedereen anders. Dat geur, kleur en smaak daarbij de belangrijkste smaakmakers zijn komt uitgebreid aan bod. Wanneer we een blauwe biefstuk op ons bord zien, is de eerste gedachte misschien wel jakkes, omdat dit er onaantrekkelijk uit ziet en niet zoals we het kennen. Proeven we met een blinddoek voor, dan is een goed bereide blauwe biefstuk smakelijk, maar o wee als we zien wat er op het bord ligt.
Ons eetpatroon is in de loop van de eeuwen gewijzigd en veel mensen zijn gestopt met het nuttigen van vlees. Maar voor het eten van insecten is Nederland nog niet rijp en of dit nu komt door de vooroordelen over onze kriebelbeestjes, maar dat ze boordevol eiwitten zitten en in buitenlandse culturen wel gegeten worden is een feit waar Scheepers een leuke anekdote over heeft in het hoofdstuk Insectenburger.
Ze schrijft met een vlotte pen over eten en smaken die persoonsafhankelijk zijn. Elk verrassende hoofdstuk is een afgerond geheel en hoeft niet perse op volgorde gelezen te worden. Aan het eind van het boek is een literatuurlijst opgenomen met de genoemde boeken en auteurs uit de hoofdstukken. Er staan een aantal summiere recepten verdeeld over het boek, maar dit boek is beslist geen kookboek. Zo leuk als de cover eruit ziet met allerlei verschillende soorten bereid voedsel, afgewisseld met de welbekende kleuren van boerenbont, zo saai is eigenlijk de binnenkant van de omslag. Deze bevat een zwart-wit opsomming van favoriete guilty pleasures en ondergewaardeerde lekkere vieze dingen. Bij het bekijken van deze waslijsten zal er vast wel iets herkenbaars bij zitten. Jammer is het dat de hoofdstukken niet opgeleukt zijn met bijpassende illustraties, wat zeker van meerwaarde was geweest voor dit vermakelijke boek.
Op mijn reis door de eetgeschiedenis ben ik veel wijzer geworden over onder andere culinair-historische weetjes, wetenswaardigheden over dingen die met eten te maken hebben, eetgewoontes en fabels en vooroordelen over eten. Zo is poep een ruilmiddel tegen groente en later zilver geweest, in 1600 in Japan, en werd tevens gebruikt als meststof. En nog aantrekkelijker was het poep in te leveren bij de huisbaas voor een huurverlaging. Dit gebeurde nog tot ver in de 19e eeuw tot kunstmest dit verving.
Wat Scheepers knap gedaan heeft is het koppelen van wetenswaardigheden aan culinaire en persoonlijke ervaringen. Denk ook maar eens aan hoe mensen kunnen ruiken door het genuttigde voedsel of hoe vruchten kunnen ruiken. Kreten als bedorven haring met slagroom, rotte uien, oud braaksel of kattenpis worden aangehaald door toedoen van de tropische vrucht Doerian. Deze verspreidt een penetrante geur en alles wordt doortrokken van zijn stank, maar mensen die ervan houden ruiken een botervette gustardlucht. Een groter contrast kun je je niet indenken. Wat vertrouwd ruikt is eetbaar, maar verschilt in iedere cultuur. Geuren openen op deze manier een wereld van gevoel en herkenning. “We koppelen geur aan momenten, gevaar en emoties waardoor de wereld betekenis krijgt.“
Ga jij na het lezen van het interessante en informatieve Lekker Vies anders tegen voedsel en de bereiding ervan aankijken?
1
Reageer op deze recensie