Holly overtuigt absoluut niet

'Holly' is niet het eerste boek van Stephen King waarin Holly Gibney een rol speelt.
In dit boek draait alles echter rond haar.

Samen met haar partner Pete runt zij nu het detectivebureau Finders Keepers. Pete zit echter thuis met covid.
Ze krijgt een telefoon van een wanhopige moeder, wiens dochter spoorloos is en waarbij de politie weinig onderneemt.

Het is het begin van een zoektocht met veel losse eindjes, maar aanvankelijk nagenoeg geen echte aanknopingspunten.
Geleidelijk wordt echter een patroon zichtbaar van andere vreemde verdwijningen.
Uiteindelijk blijkt bij een weerzinwekkend echtpaar het antwoord op al die verdwijningen te liggen.

Holly is een figuur die je als lezer onmogelijk niet sympathiek kunt vinden.
Stephen King weet haar dan ook sterk neer te zetten als een levensecht karakter met een positieve ingesteldheid, maar ook als een vrouw met vele twijfels. Maar bovenal is er haar gedrevenheid om de waarheid te achterhalen.

Nochtans heeft dit boek me absoluut niet weten te overtuigen.
Er zit weinig spanning in het verhaal.
We weten al vrij snel de waarheid achter de vele verdwijningen.
Het boek is dan eerder een voortkabbelen op zich herhalende gebeurtenissen met vele onnodige uitweidingen.

Stephen King heeft er een verhaal van 517 bladzijden van gemaakt, waar het thema veel krachtiger had geweest met 200 bladzijden minder zonder ook maar in te boeten aan de essentie van het verhaal.

Ik zou dit eerder een psychologische roman dan een echte thriller noemen.
Het karakter 'Holly' overtuigt ten volle, het boek totaal niet.

Met moeite drie sterren