Een sprookjesachtig verhaal over twee broers die in het magische Nangijala ten strijde trekken tegen het kwaad.
Iedereen kan dapper zijn
Een boek dat al lang bestaat en door ontzettend veel kinderen is gelezen, is ‘De gebroeders Leeuwenhart’ van Astrid Lindgren. Het kwam voor het eerst (in het Nederlands) uit in 1974 en was in 2016 zelfs toe aan de 26ste druk. ‘De gebroeders Leeuwenhart’ wordt dus nu ook nog steeds veel gelezen. Het boek heeft een Zilveren Griffel gewonnen en is bewerkt tot een film en twee keer tot een musical.
‘De gebroeders Leeuwenhart’ gaat over de broers Karel – die Kruimel wordt genoemd - en Jonatan. Het verhaal wordt vanuit Kruimel verteld. Hij is al lang ziek en zal doodgaan, maar Jonatan sterft eerder door een noodlottig ongeval. Gelukkig zijn ze allebei niet bang om te sterven: ze gaan na hun dood namelijk naar Nangijala en daar is alles goed en mooi. Tenminste, dat lijkt op het eerste gezicht zo; de broers komen er al snel achter dat het anders zit. De slechte heerser Tengil krijgt steeds meer macht, mede dankzij zijn geheime wapen, de draak Katla. Alle hoop is gevestigd op de dappere Jonathan die ervoor moet zorgen dat deze slechte heerser en zijn monster verdwijnen. Kruimel laat zich niet kennen en is vastberaden om aan Jonathans zijde te blijven, langs welke gevaren het ook zal leiden.
De illustraties in ‘De gebroeders Leeuwenhart’ zijn van Ilon Wikland. De zwart-wit afbeeldingen zijn een fijne afwisseling tijdens het lezen en ook steeds weer anders van aard. Sommige zijn eenvoudig, andere juist heel erg gedetailleerd; en het kan een kleine tekening zijn of juist hele pagina’s vullen. Doordat niet overal illustraties bij de tekst staan, wordt er nog veel aan de verbeelding overgelaten.
Je vliegt door het verhaal over de gebroeders Leeuwenhart heen. De vele avonturen maken je nieuwsgierig naar hoe het allemaal zal aflopen en wat er verder gaat gebeuren. Het lezen gaat ook zo snel, doordat het voelt alsof de zinnen om elkaar heen golven, als op een ritme:
‘De mensen speelden er, ja, ze werkten natuurlijk ook en ze hielpen elkaar met allerlei dingen, maar ze speelden veel en zongen en dansten en vertelden sprookjes, zei hij.’
Deze muzikale wijze waarin het verhaal is geschreven, overtuigt helemaal als de manier waarop Kruimel denkt en doet. Het geeft echt het idee dat je samen met hem bent. Dit maakt het mogelijk om volledig met de kleine jongen mee te leven en zijn bangheid én moed te delen. Het is dan ook jammer dat het verhaal niet doorgaat als Kruimel en Jonathan uiteindelijk naar een nieuwe magische wereld, Nangilima, vertrekken. Het voelt alsof de avonturen van de gebroeders Leeuwenhart nog lang niet voorbij zijn. Die moeten we dan zelf maar bedenken!
Suzan.
Leestip: ‘De Rode Prinses’ van Paul Biegel is ook een sprookjesachtig verhaal.
Reageer op deze recensie