Lezersrecensie
Mysterie, melancholie en momenten van geluk
Geluksmomenten begint met een krantenbericht van 6 december 1957 uit de North Kent Echo over een treinramp in dichte mist, met meer dan 80 doden en ruim 200 gewonden. Hoe dit krantenbericht samenhangt met de rest van het verhaal blijkt op het einde van het boek.
Een half jaar eerder, reageert Gretchen Tilbury op een krantenbericht over mogelijke maagdelijke voortplanting met de bewering dat bij de conceptie van haar dochter geen man betrokken is geweest.
De krant ziet hier een verhaal in en Jean Swinney, 39 jaar, de enige vrouwelijke journalist bij deze krant wordt de aangewezen persoon om de bewering van Gretchen te onderzoeken.
Jean neemt contact op met Gretchen, raakt bevriend met haar, met haar man Howard en de 10- jarige Margaret. Ook gaat ze naar de kliniek waar de onbevlekte ontvangenis zou hebben plaatsgevonden, spreekt de toenmalige directrice en medepatiënten. Ze gaat mee naar de medische onderzoeken. Alle bewijslast leidt niet tot de conclusie dat Gretchen de waarheid niet spreekt.
Als lezer raak je geïntrigeerd. Waar blijft de logische verklaring? Clare Chambers dropt subtiele hints, maar geeft daarmee nog niet veel weg.
Naast het oplossen van dit mysterie, is Geluksmomenten vooral het verhaal van Jean, haar stille verdriet, de eenzaamheid, het gemiste geluk, haar verantwoordelijkheidsgevoel voor haar moeder, haar onbaatzuchtigheid en haar kleine ergernissen. Een sfeer van melancholie hangt om haar heen. Tot ze verliefd wordt op Howard en hij op haar, maar ze die verliefdheid onmogelijk kunnen uiten.
‘…Howard was een en al warmte, een en al goedheid; voor iets anders was geen ruimte, behalve voor hun gevoelens voor elkaar waarvan ze wisten dat ze werden beantwoord, ook al hadden ze die nooit uitgesproken.’
Dat Clare Chambers tot het moment van deze roman humoristische fictie schreef is in bepaalde passages wel te herkennen. Vooral Howard met zijn onderkoelde opmerkingen: ‘Als het om wonderen gaat, kan de katholieke kerk behoorlijk bezitterig zijn’ of moeder Swinney als Jean haar zegt dat ze het toch goed hebben samen: ‘Daar doe ik wel mijn best voor zei haar moeder cryptisch’.
Verder is deze roman vooral een liefdevol verhaal over gewone mensen in de jaren vijftig op zoek naar kleine momenten van geluk.
‘Zo klinkt geluk. Kun je het horen? Ze stak haar hand uit en vond blindelings de zijne. Ja, zei ze fluisterend, want het geluk was schuw en liet zich gemakkelijk verjagen.’
Een half jaar eerder, reageert Gretchen Tilbury op een krantenbericht over mogelijke maagdelijke voortplanting met de bewering dat bij de conceptie van haar dochter geen man betrokken is geweest.
De krant ziet hier een verhaal in en Jean Swinney, 39 jaar, de enige vrouwelijke journalist bij deze krant wordt de aangewezen persoon om de bewering van Gretchen te onderzoeken.
Jean neemt contact op met Gretchen, raakt bevriend met haar, met haar man Howard en de 10- jarige Margaret. Ook gaat ze naar de kliniek waar de onbevlekte ontvangenis zou hebben plaatsgevonden, spreekt de toenmalige directrice en medepatiënten. Ze gaat mee naar de medische onderzoeken. Alle bewijslast leidt niet tot de conclusie dat Gretchen de waarheid niet spreekt.
Als lezer raak je geïntrigeerd. Waar blijft de logische verklaring? Clare Chambers dropt subtiele hints, maar geeft daarmee nog niet veel weg.
Naast het oplossen van dit mysterie, is Geluksmomenten vooral het verhaal van Jean, haar stille verdriet, de eenzaamheid, het gemiste geluk, haar verantwoordelijkheidsgevoel voor haar moeder, haar onbaatzuchtigheid en haar kleine ergernissen. Een sfeer van melancholie hangt om haar heen. Tot ze verliefd wordt op Howard en hij op haar, maar ze die verliefdheid onmogelijk kunnen uiten.
‘…Howard was een en al warmte, een en al goedheid; voor iets anders was geen ruimte, behalve voor hun gevoelens voor elkaar waarvan ze wisten dat ze werden beantwoord, ook al hadden ze die nooit uitgesproken.’
Dat Clare Chambers tot het moment van deze roman humoristische fictie schreef is in bepaalde passages wel te herkennen. Vooral Howard met zijn onderkoelde opmerkingen: ‘Als het om wonderen gaat, kan de katholieke kerk behoorlijk bezitterig zijn’ of moeder Swinney als Jean haar zegt dat ze het toch goed hebben samen: ‘Daar doe ik wel mijn best voor zei haar moeder cryptisch’.
Verder is deze roman vooral een liefdevol verhaal over gewone mensen in de jaren vijftig op zoek naar kleine momenten van geluk.
‘Zo klinkt geluk. Kun je het horen? Ze stak haar hand uit en vond blindelings de zijne. Ja, zei ze fluisterend, want het geluk was schuw en liet zich gemakkelijk verjagen.’
1
Reageer op deze recensie