Lezersrecensie
Alles is zoals het is, alles is geweest zoals het is geweest..
Alles is verlicht - Jonathan Safran Foer.
Dit boek heeft een ingewikkelde vertelstructuur. Het bestaat uit drie verschillende verhalen, vertellingen, die de gebeurtenissen alle vanuit hun eigen perspectief en vanuit hun eigen jaar beschrijven. Het start in 1791 en eindigt rond 1998.
Jonathan Safran Foer (de naam van de schrijve zelf) is uit Amerika overgekomen om de geschiedenis van zijn grootvader te ontdekken, die door Augustine (hij heeft een foto van haar) is gered van de nazi’s. Leeft zij nog, kan hij haar vinden? Op al deze vragen hoopt hij ter plekke een antwoord te krijgen. Daar over gaat hij een boek schrijven.
Hij roept de hulp in van een dubieus reisbureautje dat Joden helpt met het vinden van hun ‘roots’ en hun verborgen geschiedenis. Het reisbureau wordt gerund door vader Alexander. Er wordt een chauffeur en gids/tolk ter beschikking gesteld. Opa Alexander ( die voorwendt blind en doof te zijn!) is de chauffeur en kleinzoon Alexander is de gids/tolk. Hij spreekt gebrekkig Engels, dit zorgt voor ook een gebrekkig Nederlands in de vertaling maar wel met humoristische woorden en zinnen.
“… hij heeft vermoeienis….” Als opa, de chauffeur moe is. (p.74)
“… omdat ik niet lastig voor hem wilde vallen…”
“… miniatuurgepraat…”
“… moeder fabriceerde een taart met vele plafonds…”
“… hij deed mij de verzoeking…”
Jonathan vertelt de geschiedenis van Trachimbrod, een klein Joods dorpje (sjtetl) in de Oekraïne. De geschiedenis van Trachimbrod en van Jonathans familie wordt langzamerhand helder. Hij stuurt steeds delen van dit boek, het resultaat van de zoektocht, naar Alexander.
Alexander beschrijft die zoektocht vanuit zijn perspectief en levert commentaar op het verhaal van Jonathan.
De zoektocht die zij ondernemen eindigt niet bij de vrouw van de foto Augustine, maar bij een oude vrouw in ‘the middle of nowhere’. De sjtetl Trachimbrod is door de nazi’s van de kaart geveegd.
Op indrukwekkende wijze wordt de holocaust van dit dorpje en van de omliggende dorpjes beschreven. De dialoog met de oude vrouw flitst heen en weer. Vorm en inhoud vallen hier samen. Er worden geen personen meer aangeduid. Je moet goed lezen om de draad niet kwijt te raken, om te volgen wie er aan het woord is en je kunt je inleven hoe dat gesprek ter plekke gaat. Indringende vragen, antwoorden door middel van zwijgen, is de vrouw op de foto Augustine, weet de oude vrouw wie dat is? Waar ligt Trachimbrod?
In dit loodzware verhaal zitten humoristisch delen, die het een lichte toets geven. Yankel, inwoner van Trachimbrod, krijgt de baby die in de rivier Brod gevonden wordt:
“… ze kreeg een bedje van gepropt krantenpapier, in een ondiepe braadslee die hij in de oven zette. De ovenklep omlaag, zodat ze niet gestoord werd door de kleine waterval buiten…zij was getatoeëerd met krantenkoppen…”(p.52)
Door dit soort wendingen wordt het verhaal een tragikomedie.
De complexe vorm van deze roman wordt gegoten in: brieven, het boek der antecedenten, een vorm die doet denken aan rollen uit een toneelstuk, reisverslag, dialogen, een roman.
Als de inhoud heftig wordt om te vertellen gaan leestekens ‘eraan’, worden er geen hoofdletters meer gebruikt, witregels worden weggelaten, de tekst is een lange stoet van woorden….
Aan het eind van de roman komen alle verhalen bij elkaar. Je hebt dan een lees-avontuur beleefd samen met de hoofdpersonages. Je bent ondergedompeld geweest in de verschrikkingen van de holocaust in dit gebied. Het is betekenisliteratuur en een lees-ervaring.
Een uitdagend boek, zeker de moeite waard
Dit boek heeft een ingewikkelde vertelstructuur. Het bestaat uit drie verschillende verhalen, vertellingen, die de gebeurtenissen alle vanuit hun eigen perspectief en vanuit hun eigen jaar beschrijven. Het start in 1791 en eindigt rond 1998.
Jonathan Safran Foer (de naam van de schrijve zelf) is uit Amerika overgekomen om de geschiedenis van zijn grootvader te ontdekken, die door Augustine (hij heeft een foto van haar) is gered van de nazi’s. Leeft zij nog, kan hij haar vinden? Op al deze vragen hoopt hij ter plekke een antwoord te krijgen. Daar over gaat hij een boek schrijven.
Hij roept de hulp in van een dubieus reisbureautje dat Joden helpt met het vinden van hun ‘roots’ en hun verborgen geschiedenis. Het reisbureau wordt gerund door vader Alexander. Er wordt een chauffeur en gids/tolk ter beschikking gesteld. Opa Alexander ( die voorwendt blind en doof te zijn!) is de chauffeur en kleinzoon Alexander is de gids/tolk. Hij spreekt gebrekkig Engels, dit zorgt voor ook een gebrekkig Nederlands in de vertaling maar wel met humoristische woorden en zinnen.
“… hij heeft vermoeienis….” Als opa, de chauffeur moe is. (p.74)
“… omdat ik niet lastig voor hem wilde vallen…”
“… miniatuurgepraat…”
“… moeder fabriceerde een taart met vele plafonds…”
“… hij deed mij de verzoeking…”
Jonathan vertelt de geschiedenis van Trachimbrod, een klein Joods dorpje (sjtetl) in de Oekraïne. De geschiedenis van Trachimbrod en van Jonathans familie wordt langzamerhand helder. Hij stuurt steeds delen van dit boek, het resultaat van de zoektocht, naar Alexander.
Alexander beschrijft die zoektocht vanuit zijn perspectief en levert commentaar op het verhaal van Jonathan.
De zoektocht die zij ondernemen eindigt niet bij de vrouw van de foto Augustine, maar bij een oude vrouw in ‘the middle of nowhere’. De sjtetl Trachimbrod is door de nazi’s van de kaart geveegd.
Op indrukwekkende wijze wordt de holocaust van dit dorpje en van de omliggende dorpjes beschreven. De dialoog met de oude vrouw flitst heen en weer. Vorm en inhoud vallen hier samen. Er worden geen personen meer aangeduid. Je moet goed lezen om de draad niet kwijt te raken, om te volgen wie er aan het woord is en je kunt je inleven hoe dat gesprek ter plekke gaat. Indringende vragen, antwoorden door middel van zwijgen, is de vrouw op de foto Augustine, weet de oude vrouw wie dat is? Waar ligt Trachimbrod?
In dit loodzware verhaal zitten humoristisch delen, die het een lichte toets geven. Yankel, inwoner van Trachimbrod, krijgt de baby die in de rivier Brod gevonden wordt:
“… ze kreeg een bedje van gepropt krantenpapier, in een ondiepe braadslee die hij in de oven zette. De ovenklep omlaag, zodat ze niet gestoord werd door de kleine waterval buiten…zij was getatoeëerd met krantenkoppen…”(p.52)
Door dit soort wendingen wordt het verhaal een tragikomedie.
De complexe vorm van deze roman wordt gegoten in: brieven, het boek der antecedenten, een vorm die doet denken aan rollen uit een toneelstuk, reisverslag, dialogen, een roman.
Als de inhoud heftig wordt om te vertellen gaan leestekens ‘eraan’, worden er geen hoofdletters meer gebruikt, witregels worden weggelaten, de tekst is een lange stoet van woorden….
Aan het eind van de roman komen alle verhalen bij elkaar. Je hebt dan een lees-avontuur beleefd samen met de hoofdpersonages. Je bent ondergedompeld geweest in de verschrikkingen van de holocaust in dit gebied. Het is betekenisliteratuur en een lees-ervaring.
Een uitdagend boek, zeker de moeite waard
2
Reageer op deze recensie