Lezersrecensie
Een gezin tot het uiterste gedreven!
In haar tweede roman ‘Alma’ duikt Judith de Graaf diep in de persoonlijke crisis van een gezin dat op instorten staat. De Graaf, zelf werkzaam als psychotherapeut, relatie- en gezinstherapeut in Utrecht, gebruikt haar professionele achtergrond om een psychologisch rijk en gelaagd portret te schetsen van een moeder die haar kind probeert te redden – en zichzelf in het proces bijna verliest.
Waar haar debuutroman ‘Ontijd’ de impact van een zelfgekozen levenseinde op een familie onderzocht, richt ‘Alma’ zich op een ander universeel, schrijnend thema: wat als je als ouder alles probeert, maar je kind niet meer tot leven te bewegen lijkt?
De roman opent met een situatie die voor veel ouders, en zeker voor opvoeders van pubers, pijnlijk herkenbaar zal zijn. Jonas, oudste zoon van Alma en Wilfred, is gestopt met school, heeft zich teruggetrokken op zolder en vult zijn dagen met blowen en gamen. Gesprekken leveren niets op. Adviezen stuiten op wantrouwen. Hulpverleners spreken van “een uitdaging”, maar voor Alma voelt het eerder als een uitzichtloze oorlog in eigen huis. De wanhoop groeit naarmate de dagen verstrijken en Jonas zich verder afzondert van de buitenwereld. Hij lijkt ieder contact met zijn ouders af te stoten, alsof ze lucht zijn geworden – of erger nog, een bedreiging voor zijn veilige, digitale cocon.
Wat deze roman mijns inziens bijzonder maakt, is de manier waarop Judith de Graaf laat zien hoe professionele expertise geen bescherming biedt tegen persoonlijke pijn. Alma is psychiater; ze weet hoe ze om moet gaan met probleemgedrag, ze begrijpt de patronen van weerstand en regressie en toch loopt ze thuis genadeloos vast. Deze tegenstelling tussen haar deskundigheid en haar machteloosheid vormt het emotionele hart van het boek. Als lezer voel je haar frustratie, haar innerlijke strijd, haar falende pogingen om haar zoon te bereiken. Je voelt ook de schaamte: wat betekent het voor je identiteit als moeder én als psychiater als je faalt waar je eigenlijk zou moeten slagen?
De relatie tussen Alma en haar man Wilfred komt ook onder druk te staan. Ze begrijpen elkaar minder goed, communiceren moeizaam, verwijten liggen op de loer. Wilfred probeert te relativeren, soms te sussen, maar ook hij voelt zich machteloos en gefrustreerd. Jonas’ gedrag werkt als een splijtzwam, niet alleen tussen hen beiden, maar ook binnen het hele gezin. De jongste zoon Xander wordt meegezogen in de spanningen. Het huis, ooit een thuis, verandert langzaam in een mijnenveld. Alles draait om Jonas, maar tegelijkertijd is hij volledig afwezig.
De Graaf schrijft met grote empathie, zonder te oordelen. Haar taal is helder, invoelend en nergens pathetisch. Ze slaagt erin om de complexiteit van deze situatie te vangen zonder het te verzwaren met onnodige theorieën of klinische beschrijvingen. Haar psychologische kennis sijpelt subtiel door in de dialogen en reflecties van Alma, maar de roman blijft altijd literair en bovenal heel menselijk.
Er is pijn, verdriet, woede en wanhoop, maar er zijn ook flarden van humor, liefde, herinneringen aan betere tijden. Deze schakering aan emoties maakt Alma tot een roman die niet alleen raakt, maar ook beklijft.
Een heel belangrijk thema in het boek is de vraag hoe ver je als ouder kunt – of moet – gaan om je kind te redden. Wanneer wordt liefde verstikkend? Wanneer is loslaten geen keuze meer, maar noodzaak? De vraag die zich opdringt, is hartverscheurend: moet Alma zichzelf opofferen om haar zoon te redden of moet ze zichzelf eerst redden om er nog voor iemand te kunnen zijn? Het is een moreel dilemma dat De Graaf zorgvuldig en genuanceerd ontvouwt. Er zijn geen gemakkelijke antwoorden, geen pasklare oplossingen – en dat is precies de kracht van dit boek. Het is geen zelfhulpboek vermomd als roman, maar een eerlijke en openhartige verkenning van wat het betekent om ouder te zijn in tijden van crisis.
De roman is heel goed gestructureerd. De Graaf wisselt scènes van dagelijkse wanhoop af met terugblikken, innerlijke monologen en korte gesprekken met collega’s of hulpverleners en gezinsleden. Die opbouw geeft lucht, maar laat ook zien hoe geïsoleerd Alma zich voelt. Zelfs in contact met anderen blijft haar gevoel van falen en schaamte als een mist tussen haar en de wereld in hangen.
Door het perspectief strak bij Alma te houden, weet De Graaf de lezer heel dicht bij haar hoofdpersonage te brengen. We voelen wat zij voelt, we struikelen mee over haar gedachten, we schrikken van haar woede-uitbarstingen – maar we begrijpen ze ook.
‘Alma‘ is zonder twijfel een actueel boek. De toenemende prestatiedruk op jongeren, de invloed van schermen en sociale media, het tekortschietende zorgsysteem en de groeiende eenzaamheid onder pubers: het zijn thema’s die in deze roman op een aangrijpende manier worden beschreven. Juist de persoonlijke, intieme insteek maakt het maatschappelijk relevant.
De Graaf dwingt je als lezer om na te denken over opvoeding, over hulpverlening, over verwachtingen en grenzen – maar vooral over de kwetsbaarheid van ouderschap.
Wie haar debuutroman ‘Ontijd’ heeft gelezen, zal veel van De Graafs stijl en thematiek herkennen. In beide boeken staat de familie als systeem centraal – een dynamiek waarin iedereen elkaar beïnvloedt, waarin rollen verschuiven en waarin onuitgesproken emoties onderhuids woekeren. Toch voelt ‘Alma’ minder beschouwend en meer rauw. De urgentie is groter en de pijn acuter. Misschien is dat wel wat deze roman zo sterk maakt: hij durft in de grijze zone te blijven, waar het leven zich het vaakst afspeelt.
Judith de Graaf heeft met ‘Alma’ een indringende roman geschreven over liefde, verlies en veerkracht binnen een gezin dat tot het uiterste wordt getest. Het is een boek dat je bijblijft – niet omdat het je troost biedt, maar omdat je het begrijpt. Een aanrader voor iedereen die zich interesseert in menselijke relaties, psychologische diepgang en literatuur die zowel emotioneel als intellectueel uitdaagt.
Tip: lees ook Ontijd van Judith de Graaf
Dank aan Uitgeverij de Brouwerij voor het ter beschikking stellen van een recensieexemplaar.
Meer leuke en interessante recensies zijn te lezen op www.indeboekenkast.com
Waar haar debuutroman ‘Ontijd’ de impact van een zelfgekozen levenseinde op een familie onderzocht, richt ‘Alma’ zich op een ander universeel, schrijnend thema: wat als je als ouder alles probeert, maar je kind niet meer tot leven te bewegen lijkt?
De roman opent met een situatie die voor veel ouders, en zeker voor opvoeders van pubers, pijnlijk herkenbaar zal zijn. Jonas, oudste zoon van Alma en Wilfred, is gestopt met school, heeft zich teruggetrokken op zolder en vult zijn dagen met blowen en gamen. Gesprekken leveren niets op. Adviezen stuiten op wantrouwen. Hulpverleners spreken van “een uitdaging”, maar voor Alma voelt het eerder als een uitzichtloze oorlog in eigen huis. De wanhoop groeit naarmate de dagen verstrijken en Jonas zich verder afzondert van de buitenwereld. Hij lijkt ieder contact met zijn ouders af te stoten, alsof ze lucht zijn geworden – of erger nog, een bedreiging voor zijn veilige, digitale cocon.
Wat deze roman mijns inziens bijzonder maakt, is de manier waarop Judith de Graaf laat zien hoe professionele expertise geen bescherming biedt tegen persoonlijke pijn. Alma is psychiater; ze weet hoe ze om moet gaan met probleemgedrag, ze begrijpt de patronen van weerstand en regressie en toch loopt ze thuis genadeloos vast. Deze tegenstelling tussen haar deskundigheid en haar machteloosheid vormt het emotionele hart van het boek. Als lezer voel je haar frustratie, haar innerlijke strijd, haar falende pogingen om haar zoon te bereiken. Je voelt ook de schaamte: wat betekent het voor je identiteit als moeder én als psychiater als je faalt waar je eigenlijk zou moeten slagen?
De relatie tussen Alma en haar man Wilfred komt ook onder druk te staan. Ze begrijpen elkaar minder goed, communiceren moeizaam, verwijten liggen op de loer. Wilfred probeert te relativeren, soms te sussen, maar ook hij voelt zich machteloos en gefrustreerd. Jonas’ gedrag werkt als een splijtzwam, niet alleen tussen hen beiden, maar ook binnen het hele gezin. De jongste zoon Xander wordt meegezogen in de spanningen. Het huis, ooit een thuis, verandert langzaam in een mijnenveld. Alles draait om Jonas, maar tegelijkertijd is hij volledig afwezig.
De Graaf schrijft met grote empathie, zonder te oordelen. Haar taal is helder, invoelend en nergens pathetisch. Ze slaagt erin om de complexiteit van deze situatie te vangen zonder het te verzwaren met onnodige theorieën of klinische beschrijvingen. Haar psychologische kennis sijpelt subtiel door in de dialogen en reflecties van Alma, maar de roman blijft altijd literair en bovenal heel menselijk.
Er is pijn, verdriet, woede en wanhoop, maar er zijn ook flarden van humor, liefde, herinneringen aan betere tijden. Deze schakering aan emoties maakt Alma tot een roman die niet alleen raakt, maar ook beklijft.
Een heel belangrijk thema in het boek is de vraag hoe ver je als ouder kunt – of moet – gaan om je kind te redden. Wanneer wordt liefde verstikkend? Wanneer is loslaten geen keuze meer, maar noodzaak? De vraag die zich opdringt, is hartverscheurend: moet Alma zichzelf opofferen om haar zoon te redden of moet ze zichzelf eerst redden om er nog voor iemand te kunnen zijn? Het is een moreel dilemma dat De Graaf zorgvuldig en genuanceerd ontvouwt. Er zijn geen gemakkelijke antwoorden, geen pasklare oplossingen – en dat is precies de kracht van dit boek. Het is geen zelfhulpboek vermomd als roman, maar een eerlijke en openhartige verkenning van wat het betekent om ouder te zijn in tijden van crisis.
De roman is heel goed gestructureerd. De Graaf wisselt scènes van dagelijkse wanhoop af met terugblikken, innerlijke monologen en korte gesprekken met collega’s of hulpverleners en gezinsleden. Die opbouw geeft lucht, maar laat ook zien hoe geïsoleerd Alma zich voelt. Zelfs in contact met anderen blijft haar gevoel van falen en schaamte als een mist tussen haar en de wereld in hangen.
Door het perspectief strak bij Alma te houden, weet De Graaf de lezer heel dicht bij haar hoofdpersonage te brengen. We voelen wat zij voelt, we struikelen mee over haar gedachten, we schrikken van haar woede-uitbarstingen – maar we begrijpen ze ook.
‘Alma‘ is zonder twijfel een actueel boek. De toenemende prestatiedruk op jongeren, de invloed van schermen en sociale media, het tekortschietende zorgsysteem en de groeiende eenzaamheid onder pubers: het zijn thema’s die in deze roman op een aangrijpende manier worden beschreven. Juist de persoonlijke, intieme insteek maakt het maatschappelijk relevant.
De Graaf dwingt je als lezer om na te denken over opvoeding, over hulpverlening, over verwachtingen en grenzen – maar vooral over de kwetsbaarheid van ouderschap.
Wie haar debuutroman ‘Ontijd’ heeft gelezen, zal veel van De Graafs stijl en thematiek herkennen. In beide boeken staat de familie als systeem centraal – een dynamiek waarin iedereen elkaar beïnvloedt, waarin rollen verschuiven en waarin onuitgesproken emoties onderhuids woekeren. Toch voelt ‘Alma’ minder beschouwend en meer rauw. De urgentie is groter en de pijn acuter. Misschien is dat wel wat deze roman zo sterk maakt: hij durft in de grijze zone te blijven, waar het leven zich het vaakst afspeelt.
Judith de Graaf heeft met ‘Alma’ een indringende roman geschreven over liefde, verlies en veerkracht binnen een gezin dat tot het uiterste wordt getest. Het is een boek dat je bijblijft – niet omdat het je troost biedt, maar omdat je het begrijpt. Een aanrader voor iedereen die zich interesseert in menselijke relaties, psychologische diepgang en literatuur die zowel emotioneel als intellectueel uitdaagt.
Tip: lees ook Ontijd van Judith de Graaf
Dank aan Uitgeverij de Brouwerij voor het ter beschikking stellen van een recensieexemplaar.
Meer leuke en interessante recensies zijn te lezen op www.indeboekenkast.com
2
Reageer op deze recensie