Lezersrecensie
Hoe piraterij verdween van de Middellandse Zee!
Wie denkt dat de Middellandse Zee in de vroege 19e eeuw vooral het decor was van zonovergoten handelsroutes, kleurrijke markten en romantische ontmoetingen in havens, komt met ‘De laatste dagen van Barbarije’ van Erik de Lange toch maar bedrogen uit. Deze meeslepende roman gooit het roer radicaal om en duikt in een turbulent en lang vergeten hoofdstuk van onze Europese geschiedenis: de strijd tegen de piraterij aan de Noord-Afrikaanse kust, beter bekend als de “Barbarijse zeerovers”.
Wat volgt, is een levendig verteld, historisch scherp en verrassend actueel verhaal over oorlog, veiligheid op zee en het prille begin van het Europese imperialisme in de Arabische wereld. Erik de Lange laat zien dat deze geschiedenis niet alleen gaat over rovers en zeeslagen, maar ook over internationale machtspolitiek, diplomatieke verwikkelingen en, niet onbelangrijk, over de rol van Nederland in een periode die zelden de schoolboeken haalt.
De titel van het boek verwijst naar het einde van een tijdperk: de laatste decennia waarin Noord-Afrikaanse staten als Algiers, Tripoli en Tunis het westen van de Middellandse Zee domineerden via georganiseerde piraterij. Dat beeld roept meteen romantische of avontuurlijke associaties op, maar de auteur maakt duidelijk dat de realiteit grimmiger was. Nederlandse en andere Europese zeelieden leefden jarenlang in angst voor gevangenschap, slavernij en losgeldbetalingen. De dreiging was reëel, want hele bemanningen verdwenen in ketens richting de slavenmarkten van Algiers. En precies hier maakt De Lange het verschil: hij laat zien dat deze geschiedenis geen geïsoleerd verhaal is over “barbaarse” kapers en heldhaftige Europeanen, maar een complexe, wederkerige relatie tussen Noord en Zuid, tussen christendom en islam, tussen handel en geweld.
In zijn beschrijving komt een bont gezelschap voorbij: van de beruchte Dey van Algiers tot kooplieden in Amsterdam, van opvliegende marineofficieren tot de opmerkelijk actieve rol van vrouwen, zoals de kapiteinsvrouwen die petities tekenden en brieven schreven aan de machthebbers in Den Haag om hun mannen vrij te krijgen. Zulke details maken het boek niet alleen historisch waardevol, maar ook menselijk en invoelbaar.
Wat mij verraste, en waarschijnlijk ook veel andere lezers zal verrassen, is de rol die Nederland speelde in dit internationale drama. Niet als bijwagen van grote machten als Engeland of Frankrijk, maar als zelfstandige speler met belangen, boten en invloed. Erik de Lange maakt duidelijk dat de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, inmiddels koninkrijk, in de nasleep van de Napoleontische oorlogen zich stevig liet gelden in internationale onderhandelingen en militaire acties. Nederlandse schepen namen deel aan bombardementen op Algiers, diplomaten onderhandelden met de sultans van Tripoli en Amsterdamse kooplieden lobbyden om de zeeroutes veilig te stellen.
Dit aspect geeft het boek mijns inziens een extra laag, zeker in een tijd waarin Nederland vaak worstelt met zijn koloniale verleden. De auteur toont aan dat het Nederlandse aandeel in het ontstaan van een imperiaal systeem groter was dan we graag denken, ook buiten Nederlands-Indië. ‘De laatste dagen van Barbarije’ laat zien hoe economische belangen, militaire macht en morele argumenten, zoals veiligheid op zee, vrijheid voor slaven, hand in hand gingen en de kiem legden voor Europese bemoeienis met Noord-Afrika. Dat deze bemoeienis vaak uitmondde in verwoestende inmenging, wordt door de auteur niet verbloemd.
Wat dit boek ook goed toegankelijk maakt voor een breed publiek, is de stijl van Erik de Lange. Hij is wetenschapper, verbonden aan de Universiteit Utrecht, met ervaring aan King’s College London en Yale, maar zijn pen is er een van een geboren verteller. Hij schrijft heel vlot, beeldend en met veel oog voor het grotere verhaal, met gevoel voor detail en spanning. De hoofdstukken zijn logisch opgebouwd en thematisch sterk afgebakend, wat het boek ook geschikt maakt voor eventueel gefragmenteerd lezen.
Erik de Lange verweeft persoonlijke verhalen van zeelieden, commandanten en diplomaten moeiteloos met analyses van internationale verhoudingen. Dat maakt het boek ideaal voor lezers die geen academische achtergrond hebben, maar wel geïnteresseerd zijn in geschiedenis, internationale politiek of maritieme avonturen. Door zijn aandacht voor individuele stemmen krijgt de geschiedenis bovendien een gezicht: het zijn geen abstracte krachten die botsen, maar mensen van vlees en bloed die beslissingen nemen, twijfelen, falen of slagen.
Wat ‘De laatste dagen van Barbarije’ ook extra interessant maakt, is hoe actueel het boek soms aanvoelt. Thema’s als veiligheid op zee, piraterij, diplomatie, migratie en internationale samenwerking zijn vandaag de dag nog altijd brandend actueel, denk aan de conflicten rond de Rode Zee, de situatie voor migranten aan de Noord-Afrikaanse kust of de inzet van Europese marines in de Middellandse Zee.
De auteur wijst er subtiel op dat de argumenten waarmee men in de 19e eeuw ingreep in Noord-Afrika, nl. mensenrechten, vrijheid van handel, bestrijding van piraterij… nu opnieuw opduiken, vaak met dezelfde spanningen en paradoxen. Tegelijkertijd laat hij ook zien hoe de Europese ingrepen van toen vaak de kiem legden voor decennia van koloniale overheersing, conflicten en ongelijkheid. Het boek is dan ook zeker geen patriottisch epos, maar een kritisch en genuanceerd portret van een overgangsperiode in de wereldgeschiedenis: van wederzijdse confrontatie naar westers imperialisme en van gelijkwaardigheid naar overheersing.
‘De laatste dagen van Barbarije’ is een indrukwekkend en voor mij een heel belangrijk boek dat op knappe wijze geschiedenis tot leven brengt. Het combineert avontuur, politiek, economie en mensenverhalen tot een meeslepend geheel dat ook uitnodigt tot nadenken.
Erik de Lange heeft met deze uitgave niet alleen een vergeten periode uit de donkere schaduwen gehaald, maar ook een spiegel voorgehouden over hoe Europa en dus ook Nederland zijn macht op zee en aan land gebruikte en legitimeerde. Voor wie geïnteresseerd is in maritieme geschiedenis, internationale betrekkingen of de wortels van het Europese kolonialisme, is dit boek een absolute aanrader. In het midden van het boek zijn enkele mooie afbeeldingen opgenomen, die het verhaal ‘kleur’ geven. Voor wie zich nog verder in het onderwerp wil verdiepen, bevat het boek ook een heel uitgebreide bibliografie.
Erik de Lange bewijst zich hier voor mij als een historicus die de kunst beheerst om academische diepgang te combineren met vertelplezier.
‘De laatste dagen van Barbarije’ verdient zeker een prominente plaats in de boekenkast van elke lezer die wil begrijpen hoe de zee en de strijd erom de wereldgeschiedenis heeft vormgegeven.
Ik waardeer dit boek graag met 5 zeesterren!
Meer leuke en interessante recensie zijn te lezen op www.indeboekenkast.com
Wat volgt, is een levendig verteld, historisch scherp en verrassend actueel verhaal over oorlog, veiligheid op zee en het prille begin van het Europese imperialisme in de Arabische wereld. Erik de Lange laat zien dat deze geschiedenis niet alleen gaat over rovers en zeeslagen, maar ook over internationale machtspolitiek, diplomatieke verwikkelingen en, niet onbelangrijk, over de rol van Nederland in een periode die zelden de schoolboeken haalt.
De titel van het boek verwijst naar het einde van een tijdperk: de laatste decennia waarin Noord-Afrikaanse staten als Algiers, Tripoli en Tunis het westen van de Middellandse Zee domineerden via georganiseerde piraterij. Dat beeld roept meteen romantische of avontuurlijke associaties op, maar de auteur maakt duidelijk dat de realiteit grimmiger was. Nederlandse en andere Europese zeelieden leefden jarenlang in angst voor gevangenschap, slavernij en losgeldbetalingen. De dreiging was reëel, want hele bemanningen verdwenen in ketens richting de slavenmarkten van Algiers. En precies hier maakt De Lange het verschil: hij laat zien dat deze geschiedenis geen geïsoleerd verhaal is over “barbaarse” kapers en heldhaftige Europeanen, maar een complexe, wederkerige relatie tussen Noord en Zuid, tussen christendom en islam, tussen handel en geweld.
In zijn beschrijving komt een bont gezelschap voorbij: van de beruchte Dey van Algiers tot kooplieden in Amsterdam, van opvliegende marineofficieren tot de opmerkelijk actieve rol van vrouwen, zoals de kapiteinsvrouwen die petities tekenden en brieven schreven aan de machthebbers in Den Haag om hun mannen vrij te krijgen. Zulke details maken het boek niet alleen historisch waardevol, maar ook menselijk en invoelbaar.
Wat mij verraste, en waarschijnlijk ook veel andere lezers zal verrassen, is de rol die Nederland speelde in dit internationale drama. Niet als bijwagen van grote machten als Engeland of Frankrijk, maar als zelfstandige speler met belangen, boten en invloed. Erik de Lange maakt duidelijk dat de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, inmiddels koninkrijk, in de nasleep van de Napoleontische oorlogen zich stevig liet gelden in internationale onderhandelingen en militaire acties. Nederlandse schepen namen deel aan bombardementen op Algiers, diplomaten onderhandelden met de sultans van Tripoli en Amsterdamse kooplieden lobbyden om de zeeroutes veilig te stellen.
Dit aspect geeft het boek mijns inziens een extra laag, zeker in een tijd waarin Nederland vaak worstelt met zijn koloniale verleden. De auteur toont aan dat het Nederlandse aandeel in het ontstaan van een imperiaal systeem groter was dan we graag denken, ook buiten Nederlands-Indië. ‘De laatste dagen van Barbarije’ laat zien hoe economische belangen, militaire macht en morele argumenten, zoals veiligheid op zee, vrijheid voor slaven, hand in hand gingen en de kiem legden voor Europese bemoeienis met Noord-Afrika. Dat deze bemoeienis vaak uitmondde in verwoestende inmenging, wordt door de auteur niet verbloemd.
Wat dit boek ook goed toegankelijk maakt voor een breed publiek, is de stijl van Erik de Lange. Hij is wetenschapper, verbonden aan de Universiteit Utrecht, met ervaring aan King’s College London en Yale, maar zijn pen is er een van een geboren verteller. Hij schrijft heel vlot, beeldend en met veel oog voor het grotere verhaal, met gevoel voor detail en spanning. De hoofdstukken zijn logisch opgebouwd en thematisch sterk afgebakend, wat het boek ook geschikt maakt voor eventueel gefragmenteerd lezen.
Erik de Lange verweeft persoonlijke verhalen van zeelieden, commandanten en diplomaten moeiteloos met analyses van internationale verhoudingen. Dat maakt het boek ideaal voor lezers die geen academische achtergrond hebben, maar wel geïnteresseerd zijn in geschiedenis, internationale politiek of maritieme avonturen. Door zijn aandacht voor individuele stemmen krijgt de geschiedenis bovendien een gezicht: het zijn geen abstracte krachten die botsen, maar mensen van vlees en bloed die beslissingen nemen, twijfelen, falen of slagen.
Wat ‘De laatste dagen van Barbarije’ ook extra interessant maakt, is hoe actueel het boek soms aanvoelt. Thema’s als veiligheid op zee, piraterij, diplomatie, migratie en internationale samenwerking zijn vandaag de dag nog altijd brandend actueel, denk aan de conflicten rond de Rode Zee, de situatie voor migranten aan de Noord-Afrikaanse kust of de inzet van Europese marines in de Middellandse Zee.
De auteur wijst er subtiel op dat de argumenten waarmee men in de 19e eeuw ingreep in Noord-Afrika, nl. mensenrechten, vrijheid van handel, bestrijding van piraterij… nu opnieuw opduiken, vaak met dezelfde spanningen en paradoxen. Tegelijkertijd laat hij ook zien hoe de Europese ingrepen van toen vaak de kiem legden voor decennia van koloniale overheersing, conflicten en ongelijkheid. Het boek is dan ook zeker geen patriottisch epos, maar een kritisch en genuanceerd portret van een overgangsperiode in de wereldgeschiedenis: van wederzijdse confrontatie naar westers imperialisme en van gelijkwaardigheid naar overheersing.
‘De laatste dagen van Barbarije’ is een indrukwekkend en voor mij een heel belangrijk boek dat op knappe wijze geschiedenis tot leven brengt. Het combineert avontuur, politiek, economie en mensenverhalen tot een meeslepend geheel dat ook uitnodigt tot nadenken.
Erik de Lange heeft met deze uitgave niet alleen een vergeten periode uit de donkere schaduwen gehaald, maar ook een spiegel voorgehouden over hoe Europa en dus ook Nederland zijn macht op zee en aan land gebruikte en legitimeerde. Voor wie geïnteresseerd is in maritieme geschiedenis, internationale betrekkingen of de wortels van het Europese kolonialisme, is dit boek een absolute aanrader. In het midden van het boek zijn enkele mooie afbeeldingen opgenomen, die het verhaal ‘kleur’ geven. Voor wie zich nog verder in het onderwerp wil verdiepen, bevat het boek ook een heel uitgebreide bibliografie.
Erik de Lange bewijst zich hier voor mij als een historicus die de kunst beheerst om academische diepgang te combineren met vertelplezier.
‘De laatste dagen van Barbarije’ verdient zeker een prominente plaats in de boekenkast van elke lezer die wil begrijpen hoe de zee en de strijd erom de wereldgeschiedenis heeft vormgegeven.
Ik waardeer dit boek graag met 5 zeesterren!
Meer leuke en interessante recensie zijn te lezen op www.indeboekenkast.com
1
Reageer op deze recensie