Lezersrecensie
Ontroerende, tedere en bij momenten hilarische roman!
In ‘Het hekkenhuis’ duikt Pepijn Lievens opnieuw diep in de belevingswereld van een kind dat worstelt met grote gevoelens, een bewogen verleden en een niet te stillen verlangen naar begrip en verlossing. Net als in zijn eerdere werk ‘Het bijna helemaal waargebeurde verhaal van Ryan’ weet Lievens een delicate balans te vinden tussen rauwe realiteit en verfrissende fantasie. Hij giet zware thema’s als trauma, schuld en herstel in een lichtvoetig en toegankelijk verhaal, zonder de diepgang of de emotionele eerlijkheid te verliezen die kinderen verdienen. Het resultaat is een ontroerende, tedere en bij momenten hilarische roman die kinderen vanaf tien jaar (en zeker ook hun ouders) bij de keel grijpt.
Hoofdpersonage Jackson is een jongen die in België woont, maar zijn wortels liggen in Burundi. Samen met zijn gezin is hij gevlucht voor geweld en onzekerheid en hoewel hij nu ogenschijnlijk veilig is, blijft zijn verleden hem achtervolgen. Wanneer hij op een dag in de klas overspoeld wordt door herinneringen aan dat verleden, slaat de paniek toe. De kortsluiting in zijn hoofd leidt tot een incident waarbij zijn juf in het ziekenhuis belandt. Die gebeurtenis is het startpunt van het verhaal en van Jacksons schuldgevoelens, die als een zware steen op zijn borst drukken.
Wat de auteur volgens mij al meteen knap doet, is het psychologische portret van een jongen die geen woorden heeft voor wat hem overkomt, beschrijven. Jackson wil wel sorry zeggen, maar het lukt hem niet. De beklemming die hij voelt, de knoop in zijn maag, de wanhoop die zich opstapelt, ze worden invoelbaar zonder echt zwaar aangezet te zijn. Lievens heeft de gave om complexe emoties met een minimum aan woorden te schetsen en laat daarmee veel ruimte voor de lezer om zelf aan te voelen, te interpreteren en te begrijpen.
Op aanraden van zijn juf komt Jackson terecht in het “Hekkenhuis”, een plek met een mysterieuze naam met zijn al even merkwaardige bewoners. De naam roept meteen vragen op: “Is het een instelling? Een opvanghuis? Een soort veilige haven? …”.
Lievens kiest er bewust voor om de plek niet strak te definiëren. Het Hekkenhuis voelt eerder aan als een tussenwereld, waarin de gewone wetten niet gelden en waarin de verbeelding alle ruimte krijgt. Daar ontmoet Jackson een bonte verzameling van personages: een ridder in een roestig harnas, een meisje dat met ongekende precisie propjes schiet en een stokoude man die beweert dat hij niemand minder is dan King Lear, een verwijzing naar Shakespeare die zowel geestig als betekenisvol is. King Lear wordt Jacksons metgezel en gids. In zijn warhoofdige uitspraken schuilt soms verrassende wijsheid en zijn schijnbaar absurde gedrag blijkt vaak een spiegel voor Jacksons eigen verwarring.
Wat Lievens opnieuw sterk neerzet, is een omgeving creëren waarin het absurde hand in hand gaat met het therapeutische. De personages in het Hekkenhuis lijken karikaturen, maar wie goed kijkt/leest, ziet stuk voor stuk mensen met littekens, mensen die ook op zoek zijn naar rust, vergeving of betekenis. Voor Jackson wordt deze wonderlijke gemeenschap een tussenstation op weg naar genezing.
Het hekkenhuis is in wezen een jeugdroman over spijt. Over de manier waarop een kind die overweldigende emotie ervaart en over hoe lastig het is om je eigen gevoelens te duiden als je hoofd overloopt van herinneringen en indrukken. Jacksons verleden in Burundi is nooit ver weg, maar Lievens vervalt gelukkig nooit in een sentimenteel vluchtelingenverhaal. Het trauma is reëel, maar wordt niet uitgelegd of uitgespeeld. Het is gewoon deel van wie Jackson is, net zoals zijn haperende Nederlands, zijn liefde voor zijn juf, zijn schaamte, zijn woede.
Vergeving komt in het verhaal niet via grote woorden of dramatische wendingen, maar via kleine stappen: een gesprek, een tekening, een gebaar. Lievens toont hoe belangrijk het is dat kinderen gehoord worden en hoe helend het kan zijn wanneer iemand hen serieus neemt, ook als hun verhaal vreemd, verwarrend of moeilijk te volgen is.
Pepijn Lievens schrijft met een speelse pen en een bijzonder oor voor hoe kinderen denken en praten. Zijn schrijfstijl is ritmisch, rijk aan beelden en heel vaak doorspekt met subtiele humor. Maar onder die lichtheid schuilt ook een melancholische ondertoon. De dialogen zijn geloofwaardig en vaak ontwapenend eerlijk en het perspectief blijft dicht bij Jackson zelf: we ervaren de wereld zoals hij die ziet: soms logisch, soms onbegrijpelijk en soms magisch. Die magische sfeer deed mij soms denken aan de verhalen van Toon Tellegen of Roald Dahl, maar dan niet grotesk. Hier is de magie niet duister of spectaculair, maar eerder troostend en stil.
De vier illustraties van Lukas Verstraete zijn heel origineel en wat mij betreft prachtig eenvoudig getekend, maar ze sluiten heel erg goed aan bij het verhaal.
Het boek is zonder meer geschikt voor kinderen vanaf 10 jaar, maar het kan ook veel volwassenen aanspreken. Niet alleen vanwege de literaire verwijzingen of de psychologische gelaagdheid, maar omdat het iets wezenlijks zegt over hoe we met kinderen omgaan die worstelen met problemen en wier hoofd vol vragen zit.
Het hekkenhuis is mijns inziens een klein meesterwerk, want in nog geen 150 pagina’s slaagt Pepijn Lievens erin om een complex verhaal te vertellen dat tegelijk ontroert, troost en aanzet tot nadenken. Het is een boek over trauma, spijt en herstel, maar ook over fantasie, vriendschap en het onverwachte pad dat soms nodig is om weer verder te kunnen.
Een aanrader voor kinderen die met vragen zitten en/of vragen stellen, ouders die willen begrijpen en leerkrachten die weten hoe belangrijk het is om naar verhalen te luisteren, hoe vreemd of verward ze ook mogen klinken
Meer leuke en interessante recensies zijn te lezen op www.indeboekenkast.com
Hoofdpersonage Jackson is een jongen die in België woont, maar zijn wortels liggen in Burundi. Samen met zijn gezin is hij gevlucht voor geweld en onzekerheid en hoewel hij nu ogenschijnlijk veilig is, blijft zijn verleden hem achtervolgen. Wanneer hij op een dag in de klas overspoeld wordt door herinneringen aan dat verleden, slaat de paniek toe. De kortsluiting in zijn hoofd leidt tot een incident waarbij zijn juf in het ziekenhuis belandt. Die gebeurtenis is het startpunt van het verhaal en van Jacksons schuldgevoelens, die als een zware steen op zijn borst drukken.
Wat de auteur volgens mij al meteen knap doet, is het psychologische portret van een jongen die geen woorden heeft voor wat hem overkomt, beschrijven. Jackson wil wel sorry zeggen, maar het lukt hem niet. De beklemming die hij voelt, de knoop in zijn maag, de wanhoop die zich opstapelt, ze worden invoelbaar zonder echt zwaar aangezet te zijn. Lievens heeft de gave om complexe emoties met een minimum aan woorden te schetsen en laat daarmee veel ruimte voor de lezer om zelf aan te voelen, te interpreteren en te begrijpen.
Op aanraden van zijn juf komt Jackson terecht in het “Hekkenhuis”, een plek met een mysterieuze naam met zijn al even merkwaardige bewoners. De naam roept meteen vragen op: “Is het een instelling? Een opvanghuis? Een soort veilige haven? …”.
Lievens kiest er bewust voor om de plek niet strak te definiëren. Het Hekkenhuis voelt eerder aan als een tussenwereld, waarin de gewone wetten niet gelden en waarin de verbeelding alle ruimte krijgt. Daar ontmoet Jackson een bonte verzameling van personages: een ridder in een roestig harnas, een meisje dat met ongekende precisie propjes schiet en een stokoude man die beweert dat hij niemand minder is dan King Lear, een verwijzing naar Shakespeare die zowel geestig als betekenisvol is. King Lear wordt Jacksons metgezel en gids. In zijn warhoofdige uitspraken schuilt soms verrassende wijsheid en zijn schijnbaar absurde gedrag blijkt vaak een spiegel voor Jacksons eigen verwarring.
Wat Lievens opnieuw sterk neerzet, is een omgeving creëren waarin het absurde hand in hand gaat met het therapeutische. De personages in het Hekkenhuis lijken karikaturen, maar wie goed kijkt/leest, ziet stuk voor stuk mensen met littekens, mensen die ook op zoek zijn naar rust, vergeving of betekenis. Voor Jackson wordt deze wonderlijke gemeenschap een tussenstation op weg naar genezing.
Het hekkenhuis is in wezen een jeugdroman over spijt. Over de manier waarop een kind die overweldigende emotie ervaart en over hoe lastig het is om je eigen gevoelens te duiden als je hoofd overloopt van herinneringen en indrukken. Jacksons verleden in Burundi is nooit ver weg, maar Lievens vervalt gelukkig nooit in een sentimenteel vluchtelingenverhaal. Het trauma is reëel, maar wordt niet uitgelegd of uitgespeeld. Het is gewoon deel van wie Jackson is, net zoals zijn haperende Nederlands, zijn liefde voor zijn juf, zijn schaamte, zijn woede.
Vergeving komt in het verhaal niet via grote woorden of dramatische wendingen, maar via kleine stappen: een gesprek, een tekening, een gebaar. Lievens toont hoe belangrijk het is dat kinderen gehoord worden en hoe helend het kan zijn wanneer iemand hen serieus neemt, ook als hun verhaal vreemd, verwarrend of moeilijk te volgen is.
Pepijn Lievens schrijft met een speelse pen en een bijzonder oor voor hoe kinderen denken en praten. Zijn schrijfstijl is ritmisch, rijk aan beelden en heel vaak doorspekt met subtiele humor. Maar onder die lichtheid schuilt ook een melancholische ondertoon. De dialogen zijn geloofwaardig en vaak ontwapenend eerlijk en het perspectief blijft dicht bij Jackson zelf: we ervaren de wereld zoals hij die ziet: soms logisch, soms onbegrijpelijk en soms magisch. Die magische sfeer deed mij soms denken aan de verhalen van Toon Tellegen of Roald Dahl, maar dan niet grotesk. Hier is de magie niet duister of spectaculair, maar eerder troostend en stil.
De vier illustraties van Lukas Verstraete zijn heel origineel en wat mij betreft prachtig eenvoudig getekend, maar ze sluiten heel erg goed aan bij het verhaal.
Het boek is zonder meer geschikt voor kinderen vanaf 10 jaar, maar het kan ook veel volwassenen aanspreken. Niet alleen vanwege de literaire verwijzingen of de psychologische gelaagdheid, maar omdat het iets wezenlijks zegt over hoe we met kinderen omgaan die worstelen met problemen en wier hoofd vol vragen zit.
Het hekkenhuis is mijns inziens een klein meesterwerk, want in nog geen 150 pagina’s slaagt Pepijn Lievens erin om een complex verhaal te vertellen dat tegelijk ontroert, troost en aanzet tot nadenken. Het is een boek over trauma, spijt en herstel, maar ook over fantasie, vriendschap en het onverwachte pad dat soms nodig is om weer verder te kunnen.
Een aanrader voor kinderen die met vragen zitten en/of vragen stellen, ouders die willen begrijpen en leerkrachten die weten hoe belangrijk het is om naar verhalen te luisteren, hoe vreemd of verward ze ook mogen klinken
Meer leuke en interessante recensies zijn te lezen op www.indeboekenkast.com
1
Reageer op deze recensie