Lezersrecensie
Zes aantrekkelijke verhalen op AVI-start tot AVI-E3!
Leren lezen is een van de spannendste avonturen in een kinderleven. Voor veel kinderen is dat ook het moment waarop hun liefde voor boeken begint… of juist niet. Daarom zijn de eerste leeservaringen zo belangrijk. Ze moeten immers uitnodigen, boeien, zelfvertrouwen geven en precies dat doet ‘Het grote dikke leesboek voor beginnende lezers’! Dit kleurrijke boek is samengesteld met één duidelijk doel, namelijk beginnende lezers in groep 3 (eerste leerjaar) laten ervaren hoe leuk lezen wel is (kan zijn).
Het boek bevat zes verhalen met oplopende moeilijkheidsgraad, speciaal geschreven voor kinderen die net starten met lezen. De verhalen sluiten aan bij AVI-niveaus Start, M3 en E3, waardoor het boek meegroeit met het leesniveau van het kind. Dit maakt het boek niet alleen leuk en leerzaam, maar ook duurzaam, want het blijft maandenlang bruikbaar, thuis en op school.
De opbouw van het boek is doordacht en begint met de eenvoudigste verhalen, zoals De klas van mees Bok – Pup gaat te ver geschreven op AVI-startniveau. De tekst bestaat uit korte woorden, eenvoudige zinnen en veel herhaling, zodat de allereerste lezers er ook zelfstandig mee aan de slag kunnen. Maar ondanks de eenvoud zijn de verhalen verrassend levendig en herkenbaar. Zo ontmoeten we in De klas van mees Bok – Pup gaat te ver, dierlijke nieuwsgierige leerlingen.
Wat mij opviel, is dat de verhalen niet kinderachtig zijn, wel integendeel, want ze spreken kinderen aan in hun belevingswereld, er zit humor in, spanning en vooral veel vaart. Elk verhaal is dan weer een afgerond avontuur, zodat jonge lezers met een tevreden gevoel het boek kunnen dichtslaan, zin krijgen om verder te lezen en uiteindelijk het boek ook kunnen herlezen.
Na de twee eerste verhalen volgen vier nieuwe avonturen die stapsgewijs moeilijker worden. Aap & Mol – De hut van kaas en Klein als een muis zijn geschreven op AVI-M3, het niveau dat kinderen halverwege groep 3 meestal bereiken. Hier worden de zinnen dan ook iets langer, komen er meer leestekens bij en is de woordenschat net wat breder. Maar nog steeds zijn de teksten heel toegankelijk, ritmisch en afgestemd op het leesritme van kinderen die net wat meer (lees)ervaring hebben.
Aap & Mol is een geestig en fantasievol duo dat doet denken aan klassieke vriendschapsverhalen, maar dan in een modern jasje. Hun hut van kaas zorgt voor een heerlijke mix van absurditeit en herkenbaarheid.
Klein als een muis is al wat poëtischer van toon en nodigt uit tot verwondering. Het verhaal laat zien dat ook korte teksten een bepaalde sfeer kunnen oproepen.
Op AVI-E3-niveau, het eindniveau van groep 3, vinden we dan twee uitgebreide verhalen: Ik hou van eenhoorns (maar dat is GIGA geheim!) en Het kleine draakje in gevaar. Deze verhalen zijn langer, met meer personages, complexere zinnen en met een leuke spanningsboog. Ze sluiten aan bij de interesses van kinderen die ongeveer een jaar lezen, maar al volop zelf fantaseren en verhalen kunnen bedenken.
In Ik hou van eenhoorns wordt het innerlijke leven van een kind op grappige wijze tot leven gebracht met grote dromen, geheimen en kleine onzekerheden.
Het kleine draakje in gevaar is dan weer een avontuurlijk verhaal vol moed en vriendschap, met net genoeg spanning om door te willen lezen.
Wat mij opviel aan dit boek is de variatie. Elk verhaal heeft een andere toon, setting en stijl, zodat kinderen kunnen ontdekken welk soort verhalen hen aanspreken. Er zit humor in, avontuur, tederheid en fantasie. Voor elk kind zit er zeker wel iets bij. Door die afwisseling blijft het boek ook na meerdere keren lezen aantrekkelijk. En dat is belangrijk: herhaling is niet alleen goed voor het leesproces, het geeft kinderen ook houvast en vertrouwen.
De illustraties die elk verhaal ondersteunen, zijn vrolijk, expressief en afgestemd op de doelgroep. Ze geven visuele context, waardoor het verhaal beter begrepen wordt en zorgen voor extra leesplezier. Kinderen worden visueel begeleid in het verhaal en voor beginnende lezers is die visuele steun erg waardevol.
Wat ‘Het grote dikke leesboek voor beginnende lezers’ vooral laat zien, is dat goed leren lezen begint met plezier. Elk detail in dit boek – van de woordkeuze tot de illustraties, van de opbouw tot de thema’s – is ontworpen om jonge lezers vertrouwen te geven. Door de oplopende moeilijkheidsgraad kunnen kinderen hun vooruitgang letterlijk zien en voelen. Vandaag lezen ze een verhaal op AVI-start en een paar weken later lezen ze misschien al een spannender verhaal. Dat zal hun zeker een gevoel van trots geven en dat is precies wat nodig is om een blijvende band met boeken op te bouwen.
‘Het grote dikke leesboek voor beginnende lezers’ is precies wat de titel belooft: een stevige, rijke en vrolijke bundel voor kinderen die net leren lezen. Met zes aantrekkelijke verhalen op AVI-start tot AVI-E3, verzorgde illustraties en met veel afwisseling is dit boek een uitstekende leesstarter voor thuis en op school. Het geeft beginnende lezers het allerbelangrijkste wat een boek kan bieden: vertrouwen, plezier en zin om meer te lezen.
Een aanrader voor elk kind dat op het punt staat om zijn of haar eigen leeswereld te ontdekken.
Meer leuke en interessante recensies zijn te lezen op www.indeboekenkast.com
Het boek bevat zes verhalen met oplopende moeilijkheidsgraad, speciaal geschreven voor kinderen die net starten met lezen. De verhalen sluiten aan bij AVI-niveaus Start, M3 en E3, waardoor het boek meegroeit met het leesniveau van het kind. Dit maakt het boek niet alleen leuk en leerzaam, maar ook duurzaam, want het blijft maandenlang bruikbaar, thuis en op school.
De opbouw van het boek is doordacht en begint met de eenvoudigste verhalen, zoals De klas van mees Bok – Pup gaat te ver geschreven op AVI-startniveau. De tekst bestaat uit korte woorden, eenvoudige zinnen en veel herhaling, zodat de allereerste lezers er ook zelfstandig mee aan de slag kunnen. Maar ondanks de eenvoud zijn de verhalen verrassend levendig en herkenbaar. Zo ontmoeten we in De klas van mees Bok – Pup gaat te ver, dierlijke nieuwsgierige leerlingen.
Wat mij opviel, is dat de verhalen niet kinderachtig zijn, wel integendeel, want ze spreken kinderen aan in hun belevingswereld, er zit humor in, spanning en vooral veel vaart. Elk verhaal is dan weer een afgerond avontuur, zodat jonge lezers met een tevreden gevoel het boek kunnen dichtslaan, zin krijgen om verder te lezen en uiteindelijk het boek ook kunnen herlezen.
Na de twee eerste verhalen volgen vier nieuwe avonturen die stapsgewijs moeilijker worden. Aap & Mol – De hut van kaas en Klein als een muis zijn geschreven op AVI-M3, het niveau dat kinderen halverwege groep 3 meestal bereiken. Hier worden de zinnen dan ook iets langer, komen er meer leestekens bij en is de woordenschat net wat breder. Maar nog steeds zijn de teksten heel toegankelijk, ritmisch en afgestemd op het leesritme van kinderen die net wat meer (lees)ervaring hebben.
Aap & Mol is een geestig en fantasievol duo dat doet denken aan klassieke vriendschapsverhalen, maar dan in een modern jasje. Hun hut van kaas zorgt voor een heerlijke mix van absurditeit en herkenbaarheid.
Klein als een muis is al wat poëtischer van toon en nodigt uit tot verwondering. Het verhaal laat zien dat ook korte teksten een bepaalde sfeer kunnen oproepen.
Op AVI-E3-niveau, het eindniveau van groep 3, vinden we dan twee uitgebreide verhalen: Ik hou van eenhoorns (maar dat is GIGA geheim!) en Het kleine draakje in gevaar. Deze verhalen zijn langer, met meer personages, complexere zinnen en met een leuke spanningsboog. Ze sluiten aan bij de interesses van kinderen die ongeveer een jaar lezen, maar al volop zelf fantaseren en verhalen kunnen bedenken.
In Ik hou van eenhoorns wordt het innerlijke leven van een kind op grappige wijze tot leven gebracht met grote dromen, geheimen en kleine onzekerheden.
Het kleine draakje in gevaar is dan weer een avontuurlijk verhaal vol moed en vriendschap, met net genoeg spanning om door te willen lezen.
Wat mij opviel aan dit boek is de variatie. Elk verhaal heeft een andere toon, setting en stijl, zodat kinderen kunnen ontdekken welk soort verhalen hen aanspreken. Er zit humor in, avontuur, tederheid en fantasie. Voor elk kind zit er zeker wel iets bij. Door die afwisseling blijft het boek ook na meerdere keren lezen aantrekkelijk. En dat is belangrijk: herhaling is niet alleen goed voor het leesproces, het geeft kinderen ook houvast en vertrouwen.
De illustraties die elk verhaal ondersteunen, zijn vrolijk, expressief en afgestemd op de doelgroep. Ze geven visuele context, waardoor het verhaal beter begrepen wordt en zorgen voor extra leesplezier. Kinderen worden visueel begeleid in het verhaal en voor beginnende lezers is die visuele steun erg waardevol.
Wat ‘Het grote dikke leesboek voor beginnende lezers’ vooral laat zien, is dat goed leren lezen begint met plezier. Elk detail in dit boek – van de woordkeuze tot de illustraties, van de opbouw tot de thema’s – is ontworpen om jonge lezers vertrouwen te geven. Door de oplopende moeilijkheidsgraad kunnen kinderen hun vooruitgang letterlijk zien en voelen. Vandaag lezen ze een verhaal op AVI-start en een paar weken later lezen ze misschien al een spannender verhaal. Dat zal hun zeker een gevoel van trots geven en dat is precies wat nodig is om een blijvende band met boeken op te bouwen.
‘Het grote dikke leesboek voor beginnende lezers’ is precies wat de titel belooft: een stevige, rijke en vrolijke bundel voor kinderen die net leren lezen. Met zes aantrekkelijke verhalen op AVI-start tot AVI-E3, verzorgde illustraties en met veel afwisseling is dit boek een uitstekende leesstarter voor thuis en op school. Het geeft beginnende lezers het allerbelangrijkste wat een boek kan bieden: vertrouwen, plezier en zin om meer te lezen.
Een aanrader voor elk kind dat op het punt staat om zijn of haar eigen leeswereld te ontdekken.
Meer leuke en interessante recensies zijn te lezen op www.indeboekenkast.com
1
Reageer op deze recensie
