Lezersrecensie
Scenes uit een strafkamp, Dostojevski als observator
Fjodor Michajlovitsj Dostojevski, Aantekeningen uit het dodenhuis
Scenes uit een strafkamp, Dostojevski als observator
‘In de afgelegen streken van Siberië stuit men te midden van steppen, bergen of ondoordringbare wouden af en toe op kleine stadjes met zo’n duizend, of als het veel is tweeduizend inwoners;...’ (2017: 15)
Aleksandr Petrovitsj Gorjantsjikov (APG) wordt geïntroduceerd in de proloog van het boek door een ik-personage; APG wordt later eveneens een ik-personage, soort van drosteverpleegsterseffect. APG is eenzelvig. Hij was dwangarbeider van de tweede categorie (dus van adel, blijkt later in het boek) geweest en wegens moord op zijn vrouw had hij tien jaar in het strafkamp doorgebracht. Na zijn dood koopt de ik een stapel papieren van APG’s hospita. Die stapel papieren vormen dit boek Aantekeningen.... Volgens biograaf Joseph Franck lijkt de ik uit de proloog op Dostojevski’s vriend Alexander von Wrangel.
Dostojevski schreef deze roman, die op autobiografische gegevens berust, in de wetenschap dat de scherpe blik van de Russische censuur op zijn woorden gericht waren. APG is op Dostojevski zelf gebaseerd maar is geen politieke gevangene, zoals Dostojevski wèl was. APG is ook van adel maar heeft zijn vrouw vermoord en moet daarom tien jaar dwangarbeid uitzitten.
Was Von Wrangel een zeer optimistisch mens, Dostojevski was dat niet. In de roman zien we dat APG de moed erin probeert te houden maar regelmatig toegeeft aan zijn zwaarmoedigheid. (introductie van Jan Brokken).
Je leest ook heel goed hoe Dostojevski de censuur probeert te paaien; je moet wel goed lezen, maar het is overduidelijk dat hij sommige situaties vergoeilijkt en goedpraat. Hmm, dacht ik bij mezelf: een gevalletje van een dansje rond de censuur. Maar eigenlijk ook heel knap dat hij dat op die wijze doet. Als je goed leest, zie je het en wellicht heeft Dostojevski dat ook zo bedoeld.
Deze roman van Dostojevski heeft enorm veel indruk gemaakt op me, net als de uitstekende vertaling van Marko Fonse. Niet dat ik de vertaling vanuit het Russisch kan beoordelen maar het Nederlands is van een grote schoonheid en soepelheid. Zo kom je ze niet zo vaak tegen.
Drie boeken over gevangenschap las ik achter elkaar. Eerst Rachel Kushner, Club Mars; toen Primo Levi, Is dit een mens? en toen deze roman. Natuurlijk is het boek van Levi over Auschwitz het gruwelijkst, maar je ziet sterke overeenkomsten in deze drie heel verschillende romans: mensen die gedwongen opgesloten zitten en beroofd zijn van hun vrijheid en hoe zij daarmee omgaan. Hoe redden zij zich in een uitzichtloze situatie, hoe blijven zij mens in barre omstandigheden? Daar zit iets universeels in. Binnenkort lezen we met een groepje ook De graaf van Montechristo van Dumas père; dan komt dat grote thema weer aan de orde. De hoofdpersonen uit de eerste drie boeken zijn ‘schuldig’, dat mag je van Primo Levi natuurlijk niet zeggen, maar vanuit het perspectief van toenmalige machtshebbers, zelf de grootste misdadigers, was hij dat wel. In het boek van Dumas wil de gevangene ontsnappen, zijn onschuld aantonen en wraak nemen.
Ook Dostojevski wil, net als Levi, getuigen van het zware leven in een strafkamp. Ook Kushner wil getuigen van het te zware leven in een gevangenis en zij benadrukt dat het strafsysteem vooral mensen uit de laagste sociale regionen van de samenleving treft.
Dostojevski doet dat op de wijze van een observator, van een etnoloog, van een socioloog, van een psycholoog. Hij kiest deze manier om een aantal redenen, denk ik. Op deze wijze lijkt zijn betoog minder een persoonlijke afrekening met het Russische systeem, en kan hij daarmee de censuur paaien. Zo kan hij een groter publiek bereiken omdat zijn toon toch redelijk licht blijft en hij humor niet spaart. En kan hij zichzelf overtuigen dat er ook hoop is voor hem en dat er een uitweg is uit zijn benarde situatie. Regelmatig schiet het depressieve karakter van APG door de opgeruimde observaties heen; dan wordt het hem te veel. Soms ook, heel soms vroeg ik me af of de personage van APG wel helemaal betrouwbaar is. Betrouwbaar in literaire zin, bedoel ik. Dan merk je dat hij niet alleen niet de objectieve verteller is die hij pretendeert zijn maar dat hij onbewust en onbedoeld het kampleven schetst vanuit zijn eigen, heel persoonlijke situatie en dat hem dus als lezer niet op zijn woord en zijn mooie blauwe ogen kunt geloven.
Dostojevski zelf was ook niet zo’n vrolijke frans, te zeer geneigd tot diepe Russische weemoed. Zijn vriend Von Wrangel was juist wel opgeruimd en welgemoed.
Dostojevski vertelt het kampverhaal vanuit het algemene eerst, dan meer toegespitst op gedetailleerde zaken en personen.
Het verhalen vertellen is ongetwijfeld van oudsher een grote behoefte van mensen. Het is de wijze waarop wij als mensen kunnen leren en ervaren. Daardoor krijgen we inzicht in de levens van anderen en ook in dat van onszelf: ‘ter leringh ende vermaeck’.
Het verhalen vertellen staat ook in deze roman sterk op de voorgrond.
Toch laat deze roman zich lezen als een etnografische studie. En als een sociologische studie over de standenmaatschappij, die voor een deel maar zeker niet helemaal wegvalt in het kamp. Er is ook wel sprake van klassejustitie maar veel minder dan je zou verwachten.
Op psychologisch gebied laat Dostojevski zich evenmin ongemoeid. Dat wist ik natuurlijk al van zijn roman Schuld en boete, die ik als puber las en waar ik ontzettend van onder de indruk was. Ik kreeg bij het lezen van deze roman weer het gevoel: Dostojevski leest eigenlijk helemaal niet zo moeilijk; hij leest als een modern auteur; dat is natuurlijk ook te danken aan de voortreffelijke vertaling, zoal ik al schreef.
Deze roman biedt hoop voor alle gevangenen, ook de levenslang-gestraften, en niet alleen voor APG zelf.
‘Ja, met God! Vrijheid, een nieuw leven, opstanding uit de doden... Welk een gelukzalig ogenblik!’ (ib.: 430 = einde), denkt APG na een korte poos van vertwijfeling of hij het kamp eigenlijk wel uit wil, of hij het aankan een nieuw leven op te bouwen. Als ik het goed begrepen heb, mochten deze gestraften niet terugkeren naar hun eigen woonplaats, of misschien konden ze dat niet. Van Dostojevski en APG zijn hun goederen verbeurd verklaard; ze hebben gewoon niets meer. Ze moeten als kolonist in Siberië aan de slag.
Deze roman is echt een aansporing om meer te gaan lezen van Dostojevski. En ook over de communistische goelag van bijvoorbeeld Aleksandr Solzjenitsyn, ook geen vrolijke frans, als ik goed herinner.
5 sterren, dik verdiend!
Scenes uit een strafkamp, Dostojevski als observator
‘In de afgelegen streken van Siberië stuit men te midden van steppen, bergen of ondoordringbare wouden af en toe op kleine stadjes met zo’n duizend, of als het veel is tweeduizend inwoners;...’ (2017: 15)
Aleksandr Petrovitsj Gorjantsjikov (APG) wordt geïntroduceerd in de proloog van het boek door een ik-personage; APG wordt later eveneens een ik-personage, soort van drosteverpleegsterseffect. APG is eenzelvig. Hij was dwangarbeider van de tweede categorie (dus van adel, blijkt later in het boek) geweest en wegens moord op zijn vrouw had hij tien jaar in het strafkamp doorgebracht. Na zijn dood koopt de ik een stapel papieren van APG’s hospita. Die stapel papieren vormen dit boek Aantekeningen.... Volgens biograaf Joseph Franck lijkt de ik uit de proloog op Dostojevski’s vriend Alexander von Wrangel.
Dostojevski schreef deze roman, die op autobiografische gegevens berust, in de wetenschap dat de scherpe blik van de Russische censuur op zijn woorden gericht waren. APG is op Dostojevski zelf gebaseerd maar is geen politieke gevangene, zoals Dostojevski wèl was. APG is ook van adel maar heeft zijn vrouw vermoord en moet daarom tien jaar dwangarbeid uitzitten.
Was Von Wrangel een zeer optimistisch mens, Dostojevski was dat niet. In de roman zien we dat APG de moed erin probeert te houden maar regelmatig toegeeft aan zijn zwaarmoedigheid. (introductie van Jan Brokken).
Je leest ook heel goed hoe Dostojevski de censuur probeert te paaien; je moet wel goed lezen, maar het is overduidelijk dat hij sommige situaties vergoeilijkt en goedpraat. Hmm, dacht ik bij mezelf: een gevalletje van een dansje rond de censuur. Maar eigenlijk ook heel knap dat hij dat op die wijze doet. Als je goed leest, zie je het en wellicht heeft Dostojevski dat ook zo bedoeld.
Deze roman van Dostojevski heeft enorm veel indruk gemaakt op me, net als de uitstekende vertaling van Marko Fonse. Niet dat ik de vertaling vanuit het Russisch kan beoordelen maar het Nederlands is van een grote schoonheid en soepelheid. Zo kom je ze niet zo vaak tegen.
Drie boeken over gevangenschap las ik achter elkaar. Eerst Rachel Kushner, Club Mars; toen Primo Levi, Is dit een mens? en toen deze roman. Natuurlijk is het boek van Levi over Auschwitz het gruwelijkst, maar je ziet sterke overeenkomsten in deze drie heel verschillende romans: mensen die gedwongen opgesloten zitten en beroofd zijn van hun vrijheid en hoe zij daarmee omgaan. Hoe redden zij zich in een uitzichtloze situatie, hoe blijven zij mens in barre omstandigheden? Daar zit iets universeels in. Binnenkort lezen we met een groepje ook De graaf van Montechristo van Dumas père; dan komt dat grote thema weer aan de orde. De hoofdpersonen uit de eerste drie boeken zijn ‘schuldig’, dat mag je van Primo Levi natuurlijk niet zeggen, maar vanuit het perspectief van toenmalige machtshebbers, zelf de grootste misdadigers, was hij dat wel. In het boek van Dumas wil de gevangene ontsnappen, zijn onschuld aantonen en wraak nemen.
Ook Dostojevski wil, net als Levi, getuigen van het zware leven in een strafkamp. Ook Kushner wil getuigen van het te zware leven in een gevangenis en zij benadrukt dat het strafsysteem vooral mensen uit de laagste sociale regionen van de samenleving treft.
Dostojevski doet dat op de wijze van een observator, van een etnoloog, van een socioloog, van een psycholoog. Hij kiest deze manier om een aantal redenen, denk ik. Op deze wijze lijkt zijn betoog minder een persoonlijke afrekening met het Russische systeem, en kan hij daarmee de censuur paaien. Zo kan hij een groter publiek bereiken omdat zijn toon toch redelijk licht blijft en hij humor niet spaart. En kan hij zichzelf overtuigen dat er ook hoop is voor hem en dat er een uitweg is uit zijn benarde situatie. Regelmatig schiet het depressieve karakter van APG door de opgeruimde observaties heen; dan wordt het hem te veel. Soms ook, heel soms vroeg ik me af of de personage van APG wel helemaal betrouwbaar is. Betrouwbaar in literaire zin, bedoel ik. Dan merk je dat hij niet alleen niet de objectieve verteller is die hij pretendeert zijn maar dat hij onbewust en onbedoeld het kampleven schetst vanuit zijn eigen, heel persoonlijke situatie en dat hem dus als lezer niet op zijn woord en zijn mooie blauwe ogen kunt geloven.
Dostojevski zelf was ook niet zo’n vrolijke frans, te zeer geneigd tot diepe Russische weemoed. Zijn vriend Von Wrangel was juist wel opgeruimd en welgemoed.
Dostojevski vertelt het kampverhaal vanuit het algemene eerst, dan meer toegespitst op gedetailleerde zaken en personen.
Het verhalen vertellen is ongetwijfeld van oudsher een grote behoefte van mensen. Het is de wijze waarop wij als mensen kunnen leren en ervaren. Daardoor krijgen we inzicht in de levens van anderen en ook in dat van onszelf: ‘ter leringh ende vermaeck’.
Het verhalen vertellen staat ook in deze roman sterk op de voorgrond.
Toch laat deze roman zich lezen als een etnografische studie. En als een sociologische studie over de standenmaatschappij, die voor een deel maar zeker niet helemaal wegvalt in het kamp. Er is ook wel sprake van klassejustitie maar veel minder dan je zou verwachten.
Op psychologisch gebied laat Dostojevski zich evenmin ongemoeid. Dat wist ik natuurlijk al van zijn roman Schuld en boete, die ik als puber las en waar ik ontzettend van onder de indruk was. Ik kreeg bij het lezen van deze roman weer het gevoel: Dostojevski leest eigenlijk helemaal niet zo moeilijk; hij leest als een modern auteur; dat is natuurlijk ook te danken aan de voortreffelijke vertaling, zoal ik al schreef.
Deze roman biedt hoop voor alle gevangenen, ook de levenslang-gestraften, en niet alleen voor APG zelf.
‘Ja, met God! Vrijheid, een nieuw leven, opstanding uit de doden... Welk een gelukzalig ogenblik!’ (ib.: 430 = einde), denkt APG na een korte poos van vertwijfeling of hij het kamp eigenlijk wel uit wil, of hij het aankan een nieuw leven op te bouwen. Als ik het goed begrepen heb, mochten deze gestraften niet terugkeren naar hun eigen woonplaats, of misschien konden ze dat niet. Van Dostojevski en APG zijn hun goederen verbeurd verklaard; ze hebben gewoon niets meer. Ze moeten als kolonist in Siberië aan de slag.
Deze roman is echt een aansporing om meer te gaan lezen van Dostojevski. En ook over de communistische goelag van bijvoorbeeld Aleksandr Solzjenitsyn, ook geen vrolijke frans, als ik goed herinner.
5 sterren, dik verdiend!
2
Reageer op deze recensie