Lezersrecensie
Wat een gek, interessant, leuk, grappig boek
Ik lees eigenlijk nooit science fiction. Dat wonderlijke gedoe met kwaadaardige groene wezens van andere planeten, die er alleen maar op uit zijn om onze planeet, met mensheid en al naar de knoppen te helpen, hoeft niet zo van mij. Het vernietigen van de aarde kunnen we prima zelf. Aanstekelijk enthousiasme van zoon over dit boek deed mij nochtans eens achter de oren krabben, en op een goede dag in juli begon ik er voorzichtig aan in te lezen. Een paar dagen erna, dezelfde maand juli, zat ik met mijn e-reader op schoot, een glimlach om de lippen die er voorwaar niet af te krijgen was. Ik had het uit. Wat een gek, interessant, leuk, grappig boek, dat Project Hail Mary van Andy Weir.
Het is mij een raadsel hoe iemand vanuit het niets een dergelijk gek verhaal verzint. Rare dingetjes die de wereld bedreigen. Woorden die niet bestaan maar moeten worden bedacht, een taal die moet worden geleerd, wetenswaardigheden over lichtsnelheid, zwaartekracht en relativiteit. Soms moet je je hoofd er even bijhouden, maar een bladzijde verder is er weer reden voor een glimlach. Of een schaterlach.
Ryland Grace wordt wakker in een voldongen feit, lichtjaren van huis. Hij ligt in een bed, wordt gevoed door een robot, en als hij uit het raam kijkt, ziet hij sterren. Geleidelijk aan komt hij er achter dat hij de mensheid moet redden. Geleidelijk aan begint hij zich te herinneren waarom hij zo ver van huis is. En hij is alleen, want de twee collega’s hebben de reis niet overleefd. En daarom is hij op zichzelf aangewezen. In een straal van vele lichtjaren is er geen enkel levend wezen dat hem kan helpen. Althans, zo lijkt het.
Ik zou teveel van de inhoud verklappen als ik hier zou beschrijven waarom het boek zo hartverwarmend en grappig is. Daar begin ik dus niet aan. Ik ga mijn tijd maar eens besteden aan bedenken welk boek ik in vredesnaam hierná moet gaan lezen.
Het is mij een raadsel hoe iemand vanuit het niets een dergelijk gek verhaal verzint. Rare dingetjes die de wereld bedreigen. Woorden die niet bestaan maar moeten worden bedacht, een taal die moet worden geleerd, wetenswaardigheden over lichtsnelheid, zwaartekracht en relativiteit. Soms moet je je hoofd er even bijhouden, maar een bladzijde verder is er weer reden voor een glimlach. Of een schaterlach.
Ryland Grace wordt wakker in een voldongen feit, lichtjaren van huis. Hij ligt in een bed, wordt gevoed door een robot, en als hij uit het raam kijkt, ziet hij sterren. Geleidelijk aan komt hij er achter dat hij de mensheid moet redden. Geleidelijk aan begint hij zich te herinneren waarom hij zo ver van huis is. En hij is alleen, want de twee collega’s hebben de reis niet overleefd. En daarom is hij op zichzelf aangewezen. In een straal van vele lichtjaren is er geen enkel levend wezen dat hem kan helpen. Althans, zo lijkt het.
Ik zou teveel van de inhoud verklappen als ik hier zou beschrijven waarom het boek zo hartverwarmend en grappig is. Daar begin ik dus niet aan. Ik ga mijn tijd maar eens besteden aan bedenken welk boek ik in vredesnaam hierná moet gaan lezen.
1
Reageer op deze recensie