Lezersrecensie
Tja
Een paar jaar geleden las ik De waarheid over de zaak Harry Quebert. Wat een fantastisch boek was dat. En als je een fantastisch boek leest, lees je ook de opvolgers. Helaas, helaas. Ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat Joël Dicker onder grote druk van zichzelf, of misschien wel van zijn uitgever Bernard de Fallois, het succesverhaal zo veel mogelijk te gelde wilde maken zonder zich te laten leiden door de wil om Harry Quebert te evenaren. Geen van de boeken boeide me zoals Harry Quebert deed. Ik begon in april dus met gemengde gevoelens met Het mysterie van kamer 622. Aanvankelijk boeide het boek me meer dan de twee voorgangers (Stephanie Mailer en de Baltimores), maar ergens op de helft van het verhaal gingen er zoveel dingen mis, liep er zoveel door elkaar, sprong de schrijver zo raar in de tijd heen en weer, en deden de karakters zoveel rare dingen dat zich onherroepelijk associaties met een klucht van John Lanting opdrongen. Dit verzon je toch niet! Wat Het mysterie van kamer 622 echter beter maakt dan zijn twee voorgangers, is het laatste deel. Daarin smeedt Dicker alle wonderlijke ontwikkelingen ingenieus tot een kloppend geheel. Heel knap, maar het blijft een volkomen onwaarschijnlijk en raar verhaal. Ik twijfelde tussen twee of drie sterren. En als je twijfelt, dan geef je het voordeel aan de hoogste waarde. Ik hoop dat Joël Dicker nu genoeg verdiend heeft om de rust en de tijd te kunnen vinden om weer zo'n juweeltje als Harry Quebert te schrijven.
1
Reageer op deze recensie