Lezersrecensie
Schitterende verontrustig
'Schitterende verontrusting' is de eigenlijke titel van het boek en niet 'biografie van Carel Willink'.
Carel Willink is een van Nederlands grootste schilders uit de 20e eeuw. Vanaf eind jaren twintig ontplooide hij zich als kunstenaar en ontwikkelde zijn eigen stijl; realistisch maar tegelijkertijd zo vervreemdend dat je kunt spreken van magisch realisme - een term die hijzelf niet bezigde. In de jaren dertig was hij al pessimistisch aangaande de toekomst; hij was een bewonderaar van het werk van Oswald Spengler, een Duitse cultuurfilosoof en was bevriend met Eddie du Perron, schrijver die vlak na de Duitse inval in de meidagen van 1940 overleed aan een hartaanval. Onopvallend kwam Willink de sobere oorlogsjaren door. Hij weigerde te tekenen voor de Kulturkammer. Hij bleef een solitaire man, die tijdens de oorlog wel hulp bood, maar ook voorzichtig was. Het pessimisme bleef zijn leven lang.
In Berlijn ontwikkelde hij zich in de kersverse traditie van het dadaïsme en het abstracte werk, maar hij koos later voor zijn definitieve stijl: het realisme. Hij weerstond de kritiek gedurende zijn ganse carrière dat hij niet vernieuwend zou zijn. Hij schilderde zijn verbeelding, zei hij daarover zelf. Na zijn Duitse periode, waar hij de kunstacademie in Berlijn had bezocht, vestigde hij zich in de binnenstad van Amsterdam, om er nooit meer weg te gaan.
Lange tijd was hij getrouwd met Wilma, die hij in 1933 huwde. Na haar overlijden kwam hij in de jaren zestig in contact met de Zeeuwse Mathilde de Doelder. Zij werd vooral bekend als het levende kunstwerk Mathilde Willink, gekleed in peperdure creaties van Fong Leng en betekende bijna de (financiële) ondergang van Carel Willink. Ongewild was Willink een mediafiguur geworden; niet zijn kunst maar hijzelf was onderwerp van gesprek geworden. Na een zeer turbulente periode scheidde hij van Mathilde -hij heeft dan al contact met zijn grote liefde Sylvia Quïel. Mathilde beschouwde hij als een enorme vergissing. In de nadagen van het huwelijk vernielde Mathilde drie schilderijen van hem , waaronder een portret van zijn tweede vrouw Wilma.
Sylvia bracht de broodnodige rust in zijn leven en hij kon zich als vanouds storten op zijn schilderwerk en enkele tentoonstellingen. Het stel was bevriend met schrijver W.F. Hermans, die ze bezochten in zijn domicilie in Parijs.
Gedurende zijn laatste jaren kreeg Willink te kampen met gezondheidsproblemen. In oktober 1983 overleed hij aan leverkanker.
Willink ligt begraven op Zorgvlied in Amsterdam.
Van Gemeren heeft een zeer volledige biografie geschreven die naast een zeer gedetailleerd overzicht van het markante leven van Willink ook inzicht biedt in de moderne kunst in Nederland in de 20e eeuw en de plek die het werk van Carel Willink daarin inneemt. Willink ging altijd zijn eigen weg.
Voor de volledige leek op kunstgebied is dit boek net zo interessant als voor degene die er wat meer vanaf weet. Het boek bevat veel foto's over Willink (vanuit het archief dat Sylvia Willink beheert) en een aantal fraaie kunstreproducties die het vakmanschap van de kunstenaar illustreren.
Voor wie Willink vooral kent van stormachtige huwelijk met Mathilde, is dit een boek een eyeopener, onomwonden wordt getoond hoe de sober levende Willink ongelukkig was in die periode en hoe hij zich daarna herpakte. Carel Willink moet bovenal herinnerd worden als de grote kunstenaar die hij was. Dat mag duidelijk zijn na het leven van deze imposante biografie.
Carel Willink is een van Nederlands grootste schilders uit de 20e eeuw. Vanaf eind jaren twintig ontplooide hij zich als kunstenaar en ontwikkelde zijn eigen stijl; realistisch maar tegelijkertijd zo vervreemdend dat je kunt spreken van magisch realisme - een term die hijzelf niet bezigde. In de jaren dertig was hij al pessimistisch aangaande de toekomst; hij was een bewonderaar van het werk van Oswald Spengler, een Duitse cultuurfilosoof en was bevriend met Eddie du Perron, schrijver die vlak na de Duitse inval in de meidagen van 1940 overleed aan een hartaanval. Onopvallend kwam Willink de sobere oorlogsjaren door. Hij weigerde te tekenen voor de Kulturkammer. Hij bleef een solitaire man, die tijdens de oorlog wel hulp bood, maar ook voorzichtig was. Het pessimisme bleef zijn leven lang.
In Berlijn ontwikkelde hij zich in de kersverse traditie van het dadaïsme en het abstracte werk, maar hij koos later voor zijn definitieve stijl: het realisme. Hij weerstond de kritiek gedurende zijn ganse carrière dat hij niet vernieuwend zou zijn. Hij schilderde zijn verbeelding, zei hij daarover zelf. Na zijn Duitse periode, waar hij de kunstacademie in Berlijn had bezocht, vestigde hij zich in de binnenstad van Amsterdam, om er nooit meer weg te gaan.
Lange tijd was hij getrouwd met Wilma, die hij in 1933 huwde. Na haar overlijden kwam hij in de jaren zestig in contact met de Zeeuwse Mathilde de Doelder. Zij werd vooral bekend als het levende kunstwerk Mathilde Willink, gekleed in peperdure creaties van Fong Leng en betekende bijna de (financiële) ondergang van Carel Willink. Ongewild was Willink een mediafiguur geworden; niet zijn kunst maar hijzelf was onderwerp van gesprek geworden. Na een zeer turbulente periode scheidde hij van Mathilde -hij heeft dan al contact met zijn grote liefde Sylvia Quïel. Mathilde beschouwde hij als een enorme vergissing. In de nadagen van het huwelijk vernielde Mathilde drie schilderijen van hem , waaronder een portret van zijn tweede vrouw Wilma.
Sylvia bracht de broodnodige rust in zijn leven en hij kon zich als vanouds storten op zijn schilderwerk en enkele tentoonstellingen. Het stel was bevriend met schrijver W.F. Hermans, die ze bezochten in zijn domicilie in Parijs.
Gedurende zijn laatste jaren kreeg Willink te kampen met gezondheidsproblemen. In oktober 1983 overleed hij aan leverkanker.
Willink ligt begraven op Zorgvlied in Amsterdam.
Van Gemeren heeft een zeer volledige biografie geschreven die naast een zeer gedetailleerd overzicht van het markante leven van Willink ook inzicht biedt in de moderne kunst in Nederland in de 20e eeuw en de plek die het werk van Carel Willink daarin inneemt. Willink ging altijd zijn eigen weg.
Voor de volledige leek op kunstgebied is dit boek net zo interessant als voor degene die er wat meer vanaf weet. Het boek bevat veel foto's over Willink (vanuit het archief dat Sylvia Willink beheert) en een aantal fraaie kunstreproducties die het vakmanschap van de kunstenaar illustreren.
Voor wie Willink vooral kent van stormachtige huwelijk met Mathilde, is dit een boek een eyeopener, onomwonden wordt getoond hoe de sober levende Willink ongelukkig was in die periode en hoe hij zich daarna herpakte. Carel Willink moet bovenal herinnerd worden als de grote kunstenaar die hij was. Dat mag duidelijk zijn na het leven van deze imposante biografie.
1
Reageer op deze recensie