Lezersrecensie
Sterk debuut over een helaas nog steeds prangende realiteit in Pakistan
Lalloo is zo'n kerel die je, doorheen de debuutroman "De jongen die de vuurvliegjes volgde" van Aisha Hassan, zo graag eens wil vastpakken om hem moed in te spreken. Want ach, hij raakt van de regen in de drup, en alles zit hem tegen.
Als Pakistaanse jongen van een gezin dat in een bhatti werkt (een plaats waar bakstenen handmatig gemaakt worden door families die tot slaven zijn gemaakt met 'peshgi's' of leningen) wordt hij door zijn vader, na de dood van zijn oudste broer Jugny, in de stad Lahore gedropt, in de hoop dat hij daar een beter leven kan uitbouwen. En hoewel dat schoorvoetend lijkt de lukken na 14 jaar, dreigt alles in te storten als het gezin geld nodig heeft voor de bruidsschat van zijn zus Shabnam. Lalloo voelt zich verantwoordelijk voor het gezin, torst een schuldgevoel over de dood van zijn broer mee en stort zich in een roekeloos avontuur om dat geld te bemachtigen. Maar het lijkt wel alsof alles en iedereen hem tegen werkt...
Dit verhaal kruipt onder je huid, schuurt en verbijstert. De gigantische kloof tussen arm en rijk, de mensonterende omstandigheden waar de slaven in de steenfabriek onder gebukt gaan: het is helaas een realiteit voor heel wat Pakistanen, weet de auteur ons in het nawoord te vertellen.
Ondanks de hartverscheurende omstandigheden vind ik dit boek toch een aanrader: het is een venster op een wereld die ons onbekend is, en de couleur locale geeft het net dat ietsje meer.
Een sterk debuut ook: het enige waar ik het soms moeilijk mee had, was de alsmaar dalende verhaallijn van Lalloo: ik begon op een bepaald moment bijna te wanhopen: het komt toch nog wel goed? Dit kan toch niet blijven achteruit gaan, in wat voor wespennest zit hij nu verstrikt? Beseffende dat dit boek weliswaar fictie is, maar wel gebaseerd op ware feiten, maakt dat je als lezer toch even stil staat bij de banaliteit van je eigen ongemakjes.
Als Pakistaanse jongen van een gezin dat in een bhatti werkt (een plaats waar bakstenen handmatig gemaakt worden door families die tot slaven zijn gemaakt met 'peshgi's' of leningen) wordt hij door zijn vader, na de dood van zijn oudste broer Jugny, in de stad Lahore gedropt, in de hoop dat hij daar een beter leven kan uitbouwen. En hoewel dat schoorvoetend lijkt de lukken na 14 jaar, dreigt alles in te storten als het gezin geld nodig heeft voor de bruidsschat van zijn zus Shabnam. Lalloo voelt zich verantwoordelijk voor het gezin, torst een schuldgevoel over de dood van zijn broer mee en stort zich in een roekeloos avontuur om dat geld te bemachtigen. Maar het lijkt wel alsof alles en iedereen hem tegen werkt...
Dit verhaal kruipt onder je huid, schuurt en verbijstert. De gigantische kloof tussen arm en rijk, de mensonterende omstandigheden waar de slaven in de steenfabriek onder gebukt gaan: het is helaas een realiteit voor heel wat Pakistanen, weet de auteur ons in het nawoord te vertellen.
Ondanks de hartverscheurende omstandigheden vind ik dit boek toch een aanrader: het is een venster op een wereld die ons onbekend is, en de couleur locale geeft het net dat ietsje meer.
Een sterk debuut ook: het enige waar ik het soms moeilijk mee had, was de alsmaar dalende verhaallijn van Lalloo: ik begon op een bepaald moment bijna te wanhopen: het komt toch nog wel goed? Dit kan toch niet blijven achteruit gaan, in wat voor wespennest zit hij nu verstrikt? Beseffende dat dit boek weliswaar fictie is, maar wel gebaseerd op ware feiten, maakt dat je als lezer toch even stil staat bij de banaliteit van je eigen ongemakjes.
1
Reageer op deze recensie