Lezersrecensie
"Zonder ons lichaam zijn we niets"
Het boek beschrijft wat er met een gebeurt met Dominique (Dom) Petrovna, een balletdanseres vlak voor het gedroomde hoogtepunt van haar carrière, nadat zij tijdens een uitvoering valt en haar kuitbeen breekt.
Zij wordt met de ambulance naar een ziekenhuis gebracht, maar dat blijkt niet een algemeen ziekenhuis te zijn, maar een psychiatrisch ziekenhuis, omdat zij on stage een psychose zou hebben gehad. Wat er precies de aanleiding voor is dat de psychose vermoed wordt, blijft vrijwel onbenoemd. Wel zien we tijdens de uitvoering flashback-gedachten uit haar professionele leven, maar haar collega-dansers/vrienden en haar partner zwijgen hierover naar haar toe.
In het vervolg van het boek verlaat zij het psychiatrisch ziekenhuis om thuis te herstellen van de breuk die zo ernstig is dat die een eind maakt aan haar danscarrière. Haar al bijna openbaar gemaakte benoeming tot prima ballerina van het Nationaal Ballet gaat hierdoor niet door en zij wordt ontslagen.
Haar dansleven draait om het functioneren van haar lichaam. Door de val laat haar lichaam haar in de steek. Niet tijdelijk, maar definitief.
Ondertussen leert de lezer via flashbacks hoe zij op instigatie van een ambitieuze moeder dit niveau van dansen heeft bereikt en wat zij hier gemerkt en ongemerkt voor heeft opgeofferd. Hier blijkt dat haar hele dansleven bijna grenst aan een sektarische leefomgeving en dat de opgelegde discipline aan te merken is als geestelijke mishandeling, waardoor haar feitelijke leefwereld nauwelijks verder reikt dan de kleine kring van haar danswereld.
“We zijn net een familie. Het voelt vertrouwd aan, de woedeaanvallen van Pjotr en zijn urenlange grillen, om vervolgens weer zijn rijzende ster te mogen zijn. We moeten worden neergehaald om te mogen groeien. Het afbreken van jezelf is onderdeel van het groeien als artiest. […]
We hebben wel wat van een disfunctioneel gezin, eigenlijk. Maar als dat de enige manier is om familie te hebben, dan neem ik het maar al te graag voor lief.”
Kort nadat zij op eigen initiatief uit het ziekenhuis is vertrokken komt zij in aanraking met een Japanse experimenteel dansmeester die haar uitzicht biedt op een ander leven waarin dans een rol kan blijven spelen in de vorm van de budo-dans. Deze vrije danswijze (in tegenstelling tot de strikte eisen die aan klassiek ballet gesteld worden) evolueert echter heel snel in een evenzeer sektarische omgeving met fysieke mishandeling, waarin zij wederom klein gehouden wordt door haar nieuwe dansmeester.
Ook krijgt zij visioenen van zichzelf op andere leeftijden.
Dit geeft haar het idee dat ze deze fysiek en emotioneel zware periode zal overleven.
Dat het breken van haar lichaam een diepe impact heeft op haar leefwereld blijkt later in het boek, als zij – in een flashback van vlak voor haar val - expliciet denkt:
“Ons lichaam is niet alleen het belangrijkste, maar het is het enige wat we hebben. Zonder ons lichaam zijn we niets.”
De auteur Nicky Runge
Na een universitaire opleiding, promoveert zij momenteel aan de Universiteit van Hongkong, waar zij onderzoek doet naar de relatie tussen identiteit, taal en moderne kunst.
Met name de relatie tussen identiteit en moderne kunst komen in dit boek heel duidelijk naar voren.
Nicky Runge heeft een vlotte schrijfstijl, die past bij een roman over dansen, waarbij ze heden en verleden, maar ook snelheid en traagheid regelmatig afwisselt.
Qua taalgebruik vond ik het boek minder en dat verraste me, gezien haar promotieonderzoek waarin taal een rol speelt. Een aantal keren kwam ik verrassend genoeg oudere vaste uitdrukkingen tegen waar een foutief werkwoord aan gekoppeld was. Heel jammer.
Persoonlijke leesbeleving
Je zit tijdens het lezen van de roman echt in het hoofd van Dom en ervaart veel vanuit haar gezichtspunt. Gezien haar benoemde (bijna benadrukte), maar niet expliciet gemaakte psychose, kun je je afvragen hoe realistisch het beeld is dat wij als lezer ervaren, omdat zij zelf geen inzicht heeft in haar psychische gesteldheid.
Naar het einde van het boek begon ik steeds meer te twijfelen of zij het psychiatrische ziekenhuis wel ooit echt verlaten heeft of dat haar nieuwe dansleven een vorm van delier of psychose is waarbij haar hoofd dissocieert van haar gebroken lichaam en alle trauma’s uit haar dansleven herbeleeft.
“Soms voelt het alsof hij niet echt is, alsof ik me hem inbeeld. Het helpt ook niet dat ik eigenlijk, buiten het dansen om, vrij weinig van hem afweet.”
Zij wordt met de ambulance naar een ziekenhuis gebracht, maar dat blijkt niet een algemeen ziekenhuis te zijn, maar een psychiatrisch ziekenhuis, omdat zij on stage een psychose zou hebben gehad. Wat er precies de aanleiding voor is dat de psychose vermoed wordt, blijft vrijwel onbenoemd. Wel zien we tijdens de uitvoering flashback-gedachten uit haar professionele leven, maar haar collega-dansers/vrienden en haar partner zwijgen hierover naar haar toe.
In het vervolg van het boek verlaat zij het psychiatrisch ziekenhuis om thuis te herstellen van de breuk die zo ernstig is dat die een eind maakt aan haar danscarrière. Haar al bijna openbaar gemaakte benoeming tot prima ballerina van het Nationaal Ballet gaat hierdoor niet door en zij wordt ontslagen.
Haar dansleven draait om het functioneren van haar lichaam. Door de val laat haar lichaam haar in de steek. Niet tijdelijk, maar definitief.
Ondertussen leert de lezer via flashbacks hoe zij op instigatie van een ambitieuze moeder dit niveau van dansen heeft bereikt en wat zij hier gemerkt en ongemerkt voor heeft opgeofferd. Hier blijkt dat haar hele dansleven bijna grenst aan een sektarische leefomgeving en dat de opgelegde discipline aan te merken is als geestelijke mishandeling, waardoor haar feitelijke leefwereld nauwelijks verder reikt dan de kleine kring van haar danswereld.
“We zijn net een familie. Het voelt vertrouwd aan, de woedeaanvallen van Pjotr en zijn urenlange grillen, om vervolgens weer zijn rijzende ster te mogen zijn. We moeten worden neergehaald om te mogen groeien. Het afbreken van jezelf is onderdeel van het groeien als artiest. […]
We hebben wel wat van een disfunctioneel gezin, eigenlijk. Maar als dat de enige manier is om familie te hebben, dan neem ik het maar al te graag voor lief.”
Kort nadat zij op eigen initiatief uit het ziekenhuis is vertrokken komt zij in aanraking met een Japanse experimenteel dansmeester die haar uitzicht biedt op een ander leven waarin dans een rol kan blijven spelen in de vorm van de budo-dans. Deze vrije danswijze (in tegenstelling tot de strikte eisen die aan klassiek ballet gesteld worden) evolueert echter heel snel in een evenzeer sektarische omgeving met fysieke mishandeling, waarin zij wederom klein gehouden wordt door haar nieuwe dansmeester.
Ook krijgt zij visioenen van zichzelf op andere leeftijden.
Dit geeft haar het idee dat ze deze fysiek en emotioneel zware periode zal overleven.
Dat het breken van haar lichaam een diepe impact heeft op haar leefwereld blijkt later in het boek, als zij – in een flashback van vlak voor haar val - expliciet denkt:
“Ons lichaam is niet alleen het belangrijkste, maar het is het enige wat we hebben. Zonder ons lichaam zijn we niets.”
De auteur Nicky Runge
Na een universitaire opleiding, promoveert zij momenteel aan de Universiteit van Hongkong, waar zij onderzoek doet naar de relatie tussen identiteit, taal en moderne kunst.
Met name de relatie tussen identiteit en moderne kunst komen in dit boek heel duidelijk naar voren.
Nicky Runge heeft een vlotte schrijfstijl, die past bij een roman over dansen, waarbij ze heden en verleden, maar ook snelheid en traagheid regelmatig afwisselt.
Qua taalgebruik vond ik het boek minder en dat verraste me, gezien haar promotieonderzoek waarin taal een rol speelt. Een aantal keren kwam ik verrassend genoeg oudere vaste uitdrukkingen tegen waar een foutief werkwoord aan gekoppeld was. Heel jammer.
Persoonlijke leesbeleving
Je zit tijdens het lezen van de roman echt in het hoofd van Dom en ervaart veel vanuit haar gezichtspunt. Gezien haar benoemde (bijna benadrukte), maar niet expliciet gemaakte psychose, kun je je afvragen hoe realistisch het beeld is dat wij als lezer ervaren, omdat zij zelf geen inzicht heeft in haar psychische gesteldheid.
Naar het einde van het boek begon ik steeds meer te twijfelen of zij het psychiatrische ziekenhuis wel ooit echt verlaten heeft of dat haar nieuwe dansleven een vorm van delier of psychose is waarbij haar hoofd dissocieert van haar gebroken lichaam en alle trauma’s uit haar dansleven herbeleeft.
“Soms voelt het alsof hij niet echt is, alsof ik me hem inbeeld. Het helpt ook niet dat ik eigenlijk, buiten het dansen om, vrij weinig van hem afweet.”
1
Reageer op deze recensie
