Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Wat zie jij als je leest?

Yolanda de Haan 05 oktober 2015
De originele recensie (met afbeeldingen, wat toch beter past bij dit boek) vind je op https://hetkraaienvandehaan.wordpress.com/2015/09/30/wat-we-zien-als-we-lezen-peter-mendelsund/ . De bespreking is ook onderdeel van de bloggersgroep 'Een perfecte dag voor literatuur'.

Wat gebeurt er als je leest? Zie je de gebeurtenissen, de gezichten van personages, de omgeving, perfect voor je? Of blijft alles wat vaag, als je er nu beter over nadenkt? Zie je een beeld duidelijker voor je als het tot in de detail is beschreven? Wat is de rol van de schrijver en die van de lezer? En wat gebeurt er als je een boekverfilming kijkt?

Dit zijn vragen die Peter Mendelsund zichzelf stelt en deels probeert te beantwoorden. Mendelsund is de vaste ontwerper van de Amerikaanse uitgeverij Alfred A. Knopf en ontwierp een aantal iconische omslagen. Hij onderzoekt in Wat we zien als we lezen hoe we beelden vormen en hoe ze veranderen terwijl we lezen. Mijn ‘Literatuurwetenschapshart’ ging sneller kloppen bij een dergelijke insteek en de flaptekst en aanbevelingen zwengelden de boel nog verder aan: ‘Aan de hand van talloze voorbeelden uit de wereldliteratuur laat dit schitterende en rijk geïllustreerde boek zien hoe [het] unieke visuele proces van de lezer werkt.’ ‘Een briljante mengeling van filosofie, psychologie, literatuurwetenschap en visuele kunsten.’

Het is inderdaad een schitterend vormgegeven boek. Alleen daarom is het al een plezier om door te bladeren, te bekijken en te bestuderen. Mendelsund zet illustraties functioneel in om zijn ideeën letterlijk vorm te geven, maar de verschillende illustraties uit oude boeken zijn ook mooi om je aan te vergapen.

Dat was de vorm. Hoe zit het met de inhoud?

Mendelsund stelt vooral vragen en wil je aan het denken zetten. Met die insteek moet je denk ik dit boek lezen. Verwacht geen antwoorden. Maar dat hoeft ook niet.

POTENTIE
Ik vind Wat we zien als we lezen interessant, het roept vragen op en zet me aan het denken. Maar hoe graag ik het ook wil, ik kan het boek niet fantastisch vinden. Ik ben enorm blij dat ik het heb gelezen en ik zal er zeker vaker in kijken. Er ontstond echter al snel het gevoel dat er in de tekst en onderwerp veel potentie zit, maar dat er nog zoveel meer uit kon worden gehaald. Voor mij is het duidelijk dat Mendelsund geen schrijver is. Het geheel is meer een gedachte-experiment, wat prima is, maar heeft hij bij het schrijven nagedacht over wie zijn tekst zou gaan lezen?

Hoewel je je als schrijver misschien niet te veel moet bezighouden met ‘wat het publiek vindt’, ben ik van mening dat je dat met een pseudowetenschappelijke tekst wel in je achterhoofd moet houden. Wellicht heeft mijn gevoel te maken met mijn voorkeuren als lezer. Ik mis echter structuur, net als gedachten gaat de tekst associatief van de ene overpeinzing naar de andere.

Daarnaast worden er vaak wetenschappelijke termen gebruikt zonder enige duiding. Als je een alinea van Barthes aanhaalt, is het interessant om te vermelden wat ‘De dood / het verdwijnen van de auteur’ inhoudt voor de interpretatie van literatuur en het vormen van beelden. Ik had graag gezien dat er dieper ingegaan werd op de voorbeelden uit de literatuurwetenschap, filosofie en psychologie, dat er meer bij werd stilgestaan.

De schrijfstijl zorgde soms voor lichte frustratie. Waarom zou je eigenlijk woorden en zinnen gebruiken als ‘Protentie/Retentie’, ‘onomatopoëtische klanken van woorden samenwerken aan de opbouw van een synthetische overdracht’ of ‘In deze relationele niet-representatieve calculus […]’, zonder context? Ik kan nu zeggen: ‘We kunnen constateren dat er een incongruentie heerst tussen vorm, beeldtaal en tekst’, maar ook: ‘De inhoud en toon van de tekst sluiten niet aan op de vormgeving.’ Voor mij een groot verschil.

KIJK NIET NAAR DE WIJZENDE VINGER
Wat bij mij het meest blijft hangen, is het hoofdstuk ‘Aanduiders’, dat stelt dat woorden, zinnen en boeken pijlen zijn. Ze wijzen ergens naartoe. Letters en woorden hebben op zichzelf staand geen betekenis. De tekens zijn in hun bestaan afhankelijk van de betekenis die wij hen geven. Dat geldt voor alle beelden. We kijken niet meer naar het beeld (datgene dat ergens naar [ver]wijst) maar we zien wat erachter ligt, de betekenis. Denk maar eens aan een zebrapad. Zou een zebrapad meer zijn dan een rij witte strepen, als wij er allemaal niet hadden besloten dat ze inhouden dat voetgangers daar veilig kunnen oversteken?

In hetzelfde hoofdstuk kwam ik een pagina vol wijzende vingers tegen. Ik moest denken aan een scène uit de film ‘Amélie’. Een van de hoofdrolspelers komt tijdens een soort speurtocht bij een levend standbeeld terecht dat naar de lucht wijst. De man blijft verbluft naar de vinger staren. Totdat een jongetje hem aan zijn broek trekt, en zegt:

‘Wanneer de vinger naar de lucht wijst, kijkt de dwaas naar de vinger.’

Wanneer hij de vinger volgt, ziet hij dat de vinger wijst naar zijn volgende bestemming. En misschien is dat hoe lezen en verbeelden voor mij in elkaar zit. Ik lees de woorden, maar zie waarnaar ze verwijzen. Dat hoeft niet een perfect beeld te zijn, dat kan ook een gevoel of een indruk zijn. Ik kan niet zeggen dat ik hetzelfde kijk als Mendelsund, maar ik kan hem wel bedanken dat hij me aan het denken heeft gezet. Wat inderdaad, wat zie ik eigenlijk als ik lees?

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Yolanda de Haan

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.