Meer dan 5,4 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Zieltjes redden voor het enige ware geloof

Annemarie 04 september 2019
Mar Oomen is journalist en antropoloog en deze combinatie zorgt ervoor dat ze zeer grondig te werk is gegaan bij het onderzoeken en beschrijven van haar eigen familiegeschiedenis waarin zowel haar grootvader als haar vader als missieartsen de wereld in trokken. Ze heeft dit familieverhaal opgeschreven omdat het parallel loopt met een geschiedenis van Nederland die tot nu toe nog niet zo vaak verteld is, over de bijdrage van katholieke dokters en hun gezinnen aan de Nederlandse katholieke missie.

Haar grootvader Janus en zijn vrouw Stans vertrokken in 1933 naar Celebes met de allerbeste bedoelingen, geïnspireerd door Albert Schweitzer, om goede werken te doen en zieltjes te redden. Zij waren ‘leken’, gewone, bevlogen gelovigen en geen religieuzen. Het katholicisme was bijna 300 jaar ondergronds geweest en Stans vond dat nu de hele wereld mocht weten hoe mooi haar geloof was. Ondertussen moest er behoorlijk geconcurreerd worden met de protestantse zendeling. Maar alleen zij die in Hem geloofden, zouden in de hemel komen. Ieder ander geloof was bijgeloof. Stans zag erop toe dat zij een voorbeeldleven leidden, als een katholiek modelgezin. De lokale bewoners waren als vanzelfsprekend tweederangsburgers. Er was geen respect voor de lokale waarden en tradities.

Oudste zoon Dries, de vader van de auteur, kon - om de rol van ideale zoon te vervullen die hem was toegedicht - bijna niet anders dan hetzelfde pad volgen. In een brief uit hij nog voorzichtige kritiek op de ‘dwingende voortreffelijkheid van zijn ouders’, maar in 1958 vertrekt hij als missiearts naar Tanzania, samen met zijn vrouw Pauke en zoontje Paul. Het gezin vertegenwoordigde het roomse modelgezin, de brengers van geloof, gezondheid en beschaving. Na zeven Tanzania en drie jaar Ethiopië kwam het hele gezin in 1968 terug naar Nederland. Dries had ondertussen twijfels gekregen: hadden de Tanzanianen en Ethiopiërs het door zijn aanwezigheid beter gekregen? Nauwelijks, de belangrijkste veroorzakers van ziektes - infecties en wanvoeding - waren gebleven. En alsof ze er last van hadden dat ze niet hetzelfde leven leidden als mensen in het westen.

In 1980 ging het mis met Dries, na een reis naar Malawi.

In 1985 maakten Janus en Dries nog één keer samen een reis naar Indonesië. Stans had niet meegewild, haar houding tegenover het verleden was te ambivalent.

Mar Oomen vertelt in een radio-interview (NPO radio 1, 24-08-2019) dat zij haar grootouders en ouders altijd als helden had gezien. Zij wist niet dat ze missieartsen waren, dat was haar nooit verteld. Waarom niet? Als antropoloog leerde dat ze dat missieartsen fout waren, de lokale cultuur veranderden, mensen dwongen het katholieke geloof aan te nemen. Haar ouders waren een instrument geweest van die missie. Hoe verwarrend.

Oomen heeft veel onderzoek gedaan en is ‘natuurlijk’ in de desbetreffende ziekenhuizen in Indonesië, Tanzania en Ethiopië gaan kijken. Ze weet de persoonlijke familiegeschiedenis goed in te bedden in de historische gebeurtenissen. Door haar persoonlijke verhaal gaat deze periode leven en ga je intens meeleven met deze mensen die grote offers brachten en met de allerbeste bedoelingen over het geloof en de tradities van de lokale bewoners heen walsten. In 2019 is dat lastig te bevatten maar in de tijdsgeest van toen de heersende norm.
Zal er over pakweg 50 jaar ook zo over onze tijd gesproken worden? Dat over iets wat wij normaal en beschaafd vinden, in 2070 een boek verschijnt waarbij de lezer zich afvraagt hoe ze in het begin van de 21e eeuw zo bekrompen hebben kunnen handelen? Deze geschiedenis zet de lezer wel aan het denken. Al die offers en goede bedoelingen maar toch ook zo fout.
De schrijfstijl is beschrijvend en gedetailleerd waarbij de familiegeschiedenis wordt geplaatst binnen de historische gebeurtenissen. Zo legt Mar Oomen stap voor stap uit hoe en waarom Janus, Stans en de kinderen in de Japanse interneringskampen terecht kwamen: ‘Janus en Stans behoorden tot de 100.000 mensen die de Japanners hadden geïnterneerd. Ongeveer 76.000 van hen waren in kampen op Java ondergebracht.’ (Pag. 112). Nog niet eerder is mij deze historische waanzin zo helder uit de doeken gedaan.

De vele feiten en uitgebreide beschrijvingen zorgden er wel voor dat ik het boek af en toe even weglegde om wat anders te gaan doen. Dit is niet een boek om in één ruk uit te lezen.

Voor mensen die geïnteresseerd zijn in deze bijzondere periode, zoals ik - die zich de lange dia-avonden herinnert vol exotische verhalen van mijn vaders neef die jarenlang als missionaris in Ghana heeft gezeten - is deze familiegeschiedenis van katholieke wereldverbeteraars een aanrader.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Annemarie