Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een turbulente liefdesrelatie

Birgit_1989 30 maart 2019
In Jij zegt het beschrijft Connie Palmen de liefdesrelatie tussen Sylvia Plath en Ted Hughes, twee Engelstalige schrijvers, die de dag van vandaag zeer bekend zijn in de Engelstalige literatuur. In dit boek beschrijft Palmen vanuit het standpunt van Ted Hughes en hoe hij hun relatie ervoer. Ze begint bij de ontmoeting van de twee schrijvers en hoe hun passie voor elkaar laaide, maar ook over de teloorgang van hun relatie met alle gevolgen van dien.

Sylvia Plath is een bekende dichteres, schrijfster en essayiste, maar tijdens haar leven kent haar werk weinig populariteit. Zelf hunkert ze enorm naar die roem, maar dat blijft uit tot na haar zelfmoord. In deze roman wordt Sylvia Plath beschreven als een vrouw die zowel haar hoogtes als haar laagtes kent en dat is zeker ook te merken in haar relatie met Ted Hughes, die zeer onstabiel is. Ze is controlerend, jaloers en heel onzeker, maar bij hun ontmoeting was daar nog niets van te merken. Wanneer ze elkaar immers ontmoeten, worden ze beiden naar elkaar toegetrokken en dat is het begin van een passionele, maar ook een heel turbulente relatie. Het feit dat het er zo aan toe zal gaan, is al snel te merken in een van de eerste alinea’s van de roman.

‘In de zeven jaar die we samen doorbrachten heb ik haar nooit bij iemand – ook bij onze kinderen niet – gezien zoals ze was, zoals ik haar kende, de vrouw met wie ik leefde, de vrouw die me stampend als een tochtige merrie tot bloedens toe in mijn wang beet bij onze eerste ontmoeting.
We omhelsden elkaar niet, we vielen elkaar aan.
Briesend – van genot, van vreugde – rukte ik de rode haarband van haar hoofd, trok de zilveren oorringen van haar lellen, het liefst had ik haar jurk in flarden gescheurd, haar ontbloot van al die parafernalia van fatsoen, volgzaamheid en beschaving, van onechtheid.
Het was wreed, het deed pijn.
Het was echt.
We maakten elkaar buit.
Nog geen vier maanden later ben ik met haar getrouwd.
Van een vrouw die je bijt in plaats van kust, had ik moeten weten dat iemand liefhebben voor haar gelijkstond aan iemand bevechten. Van mezelf had ik moeten weten dat ik met het stelen van de sieraden alleen haar opsmuk had weggerukt en als trofeeën bij me had gestoken. Wie zo een liefde begint, weet dat er in het hart van die liefde geweld en vernietiging schuilgaat.
Tot de dood erop volgt. Van meet af aan was het gedaan met een van ons.
Het was zij of ik.
In het verslindende geweld dat liefde heet, had ik mijn gelijke gevonden.’ (p.7-8)

En hij beschrijft ook haar karakter en hoe hij haar ervoer. Hoe ze naast de liefhebbende vrouw, ook een vat vol venijn is. Bij haar lagen liefhebben en haten zo dicht bij elkaar dat er geen verschil was.

‘Ik geloof in zoiets als een echt zelf en ik weet hoe zeldzaam het is om het te horen spreken, om het bevrijd te zien worden uit die cocon van valsheid en onbeduidendheid, de schijngestalten die we aan anderen presenteren om bij hen in de smaak te vallen, ze te misleiden. Hoe gevaarlijker het echte zelf, hoe geraffineerder de maskers. Hoe bijtender het gif dat we het liefst over anderen zouden spugen – om ze te verlammen, te doden – hoe zoeter de nectar waarmee we hen verlokken naar ons toe te komen, in onze nabijheid te zijn, van ons te houden.
Ze was een zoetgeurend vat vol venijn.
Ik had nooit eerder iemand ontmoet bij wie liefhebben en haten zo dicht bij elkaar lagen dat er bijna geen verschil was. Ze wilde niets liever dan iemand liefhebben, maar ze haatte het als ze het daadwerkelijk deed. Ze wilde niets liever dan bemind worden, maar ze heeft iedereen die ooit van haar heeft gehouden genadeloos voor deze liefde afgestraft.’ (p.9)

In het boek worden als het ware dus twee Sylvia Plaths neergezet: de ene is een zelfzekere, begeerlijke vrouw en de andere is een onzekere, jaloerse vrouw en Ted Hughes kende de twee Sylvia Plaths beter dan geen ander. In het boek weet Palmen dan ook zeer goed de emoties van Plath goed weer te geven alsook de geestesproblematiek waarmee ze kampte. Toen ze jong was, heeft ze immers getracht om zichzelf van het leven te beroven en ze is ook enorm gefascineerd door de dood. Dat komt vooral aan het licht in haar semiautobiografische boek The Bell Jar, dat een groot succes kende. Bij Palmen gaat het dus niet enkel om het verhaal, maar ook om de karakterschets van Plath. Zo is Sylvia Plath zeer onzeker en zeer jaloers en heeft ze emotionele uitbarstingen. Dit is onder andere te merken in het fragment dat volgt op de ontdekking dat Ted Hughes met een jonge studente op wandel was en waarna ze haar woede fulmineerde. In één lange zin geeft Palmen haar uitbarsting weer.

‘Wat volgt is een week lang staccato mortiervuur, opgerakelde vermoedens van her – dat ik toen en toen te laat thuiskwam, smoesjes verzon, ze intuïtief wist dat ik haar bedroog – dat ik haar van een vriendelijk wezen in een misantroop had veranderd omdat ze van mij leerde zogenaamd echt en reëel te zijn, de universiteitskliek haar ongebreidelde mensenliefde niet verdiende, maar zij me nu had betrapt met zo’n achterlijk wicht, en dat ze onpasselijk werd van de bête glimlach die ik de leeghoofdige del schonk, dat ik net zo ijdel was als al die lelijke, promiscue, verachtelijke zakkenwassers van Smith die hun vrouwen bedrogen met studentes, ingepalmd door de stupide adoratie van hersenloze bakvissen, en ik geen haar beter was dan alle andere mannen, ook een laffe, achterbakse, egoïstische, overspelige, zelfingenomen leugenaar was, voor wie ze alles over had gehad, alles, maar dat ze me nu kwijt was, het huis stonk naar overspel en leugens, ze geen liefde meer voor mij kon voelen, alleen nog afkeer en haat.’ (p. 103)

Na het lezen van deze roman daagde het bij mij dat Sylvia Plath misschien niet de juiste diagnose als bipolaire patiënt heeft gekregen, maar dat er misschien meer aan de hand was. Zelf denk ik op basis van deze roman van Palmen dat ze eerder neigt naar een borderline stoornis (cf. het laag gevoel van eigenwaarde, zelfdestructief gedrag, separatieangst na haar scheiding, emotionele instabiliteit en uitbarstingen, alles of niets), maar ze leefde te vroeg om deze diagnose te krijgen, want de borderline stoornis vond pas ingang vanaf de jaren ’90. Hiervoor baseer ik me natuurlijk enkel maar op dit boek, want verder heb ik nog niets over of van Sylvia Plath en Ted Hughes gelezen. Dus op basis van één boek kan ik natuurlijk geen conclusies trekken. Daarvoor dien ik me eerst meer in hun levens en werk te verdiepen. Hiervoor geeft Jij zegt het al enkele verwijzingen naar titels van werken en dichtbundels van hen om hiervoor eventueel aan de slag te kunnen gaan. Het boek gaat dus niet enkel over hun liefdesleven, maar ook over het schrijverschap en hoe ze zich toentertijd in bepaalde kringen bewogen om toch maar die langverwachte roem te verkrijgen.

Palmen concludeert haar roman zeer mooi met de volgende zin: ‘Toen stuitte ik op de zin: ‘Een zelfmoord doodt twee mensen, Maggie, daar is hij voor bedoeld’, wist ik dat hij daarin gelijk had.’ (p.260). Ze pleegde immers niet enkel zelfmoord voor zichzelf, maar ook omdat ze niet kon leven met een scheiding van Ted Hughes, ook al heeft hij altijd het contact met haar behouden en zorgde hij nog steeds voor haar ook na hun scheiding.

Jij zegt het is een roman die je bij de keel grijpt, die beklijft en die je vooral weet mee te slepen in het leven van twee schrijvers en hun turbulente liefdesrelatie en waarbij je pagina na pagina meeleeft om tot het noodlottige einde te komen en te beseffen dat Palmen hun liefdesrelatie zeer intens heeft weergegeven, zoals het ook was, en heeft nagedacht over ieder woord en iedere zin.

Connie Palmen (Sint Odiliënberg, 25 november 1955) is een Nederlandse auteur en filosofe. In 1991 kende ze een groot succes met haar eerste roman, De Wetten en zo werd haar naam gevestigd in Nederland. In 1995 verscheen haar tweede roman, De Vriendschap en toen bleef het succes ook niet uit. Later schreef ze nog de romans I.M. (1998) en Geheel de uwe (2002) over het leven en de dood van Ischa Meijer, haar grote liefde. Ze won tal van prijzen met haar boeken en is toch wel een bekende naam in het Nederlandstalige schrijvers- en medialandschap.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Birgit_1989

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.