Verborgen tussen 1000 snoepjes

Manu is gevlucht uit zijn land waar oorlog is. Zijn ouders hebben hem in zijn eentje vooruit gestuurd met de trein. Na een lange, lange treinreis komt hij aan in Rotterdam. Als hij uitstapt, merkt hij dat hij achtervolgt wordt door een enge man. Hij vlucht de stad in op zoek naar zijn tante Amani. Hij weet haar adres, ongeveer, maar het briefje is hij verloren. En hij spreekt ook de taal niet….

Hij verstopt zich in een groot warenhuis waar zijn tante wel eens winkelt. Daar ontmoet hij Pluis. Samen proberen ze er het beste van te maken, te overleven en ondertussen uit te zoeken waar zijn tante is. Zal het Manu lukken zijn tante terug te vinden in dit vreemde land?

Een lief verhaal over een eigenlijk schrijnend onderwerp. Een kind op de vlucht, in zijn eentje, in een vreemd land. En toch is het luchtig vertelt. Voel je niet de zwaarte van het onderwerp, maar de nadruk ligt juist op de vriendschap tussen Pluis en Manu. Het vertrouwen in elkaar, het helpen en het langzaam wennen aan de vreemde taal.
Daartussen door heerlijke verhalen over eten en snoep. En aan het einde zelfs nog het recept voor de beruchte bonboms van de moeder van Manu! Jum!