Lezersrecensie
Historische jeugdroman geeft wonderlijke reisverhalen van Marco Polo een hedendaagse twist
Genua, 1298. Schrobben, boenen en sjouwen – zo zien de dagen van weesmeisje Maria della Pietra eruit in De wonderverteller van Lida Dijkstra. Maria, ooit gevonden op de trappen, werkt als schoonmaakster in de gevangenis in palazzo San Giorgio. Buiten woedt een handelsoorlog tussen de Genuezen en de Venetianen. De wereld van de dertienjarige Maria, van wie de afkomst in mysterie is gehuld, is klein: ‘In de stad kende ik elke straat en steeg, maar daarbuiten… Niks.’ Toch brengt één gevangene wat licht in haar uitzichtloze bestaan. Sinds 1296 verblijft koopman en ontdekkingsreiziger Marco Polo in San Giorgio. De Venetiaan vertelt uitgebreid over zijn reizen aan wie het maar horen wil. Maria luistert aanvankelijk stiekem mee. Dit levert haar de bijnaam ‘Topina’ (kleine muis) op. Een passende naam, want met haar spitsvondigheid lukt het haar om medegevangene en schrijver Rustichello in te schakelen om messer Marco’s reisverhalen op papier te zetten.
Dijkstra, winnaar van de prestigieuze Thea Beckmanprijs, schreef eerder historische roman De schaduw van Toet en Het beest met de kracht van tien paarden – een hervertelling van de Griekse mythe over Theseus en de Minotaurus. De wonderverteller verhaalt over de reizen van Marco Polo die in de 13e eeuw met zijn vader en oom de Zijderoute aandeed. De ontdekking van het Oosten en de vele culturen, talen, onbekende natuur en nieuw handelswaar staan centraal in het boek – en weven zich door thema’s als familie, vriendschap, coming-of-age, ontheemding en verbondenheid. Voor de analfabete Maria gaat een wereld open bij het horen van de verhalen van de reislustige koopman: ‘Het was of je zijn avonturen zelf meemaakte in je hoofd als hij aan het woord was.’ Grote, kleurrijke illustraties van Djenné Fila waarvoor uiteenlopende materialen en technieken zijn gebruikt, tonen sfeervolle stadsgezichten, barre woestijnen en uitgestrekte steppen. Ze vangen kleine details en creëren verstilde actiemomenten.
Er is een hoop research verricht, maar de vertelstijl van Dijkstra blijft vlot en speels. Dit maakt De wonderverteller een aantrekkelijk avonturenboek, waar toch de nodige informatie in verstopt zit voor (jonge) lezers. Het losse samenspel tussen Marco Polo en Rustichello brengt inbedding en humor in het verhaal. Wat schrijf je op en wat niet? Hoe maak je een reisverhaal, dat in die tijd tot de verbeelding sprak, nog spannender? Hoe betrouwbaar is het opschrijven van mondeling doorgegeven verhalen? Deze discussie vond daadwerkelijk plaats na Rustichello’s publicatie van de reisgids vol Marco Polo’s ervaringen in Perzië en China. Dijkstra houdt het op: ‘Alles in dit boek is echt gebeurd, behalve de stukken die volslagen verzonnen zijn.’ De dubieuze relatie tussen verteller en schrijver werkt wanneer Maria, geïnspireerd door messer Marco’s belevenissen, steeds heldhaftiger wordt en een dapper besluit neemt. Het hoofdstuk waarin Marco Polo zijn hoogte- en dieptepunten samenvat, voelt daarentegen als een opsomming. Gelukkig verzandt het boek hier niet in. Dijkstra weeft gaandeweg een feministische twist door het door mannen gedomineerde verhaal. Sterke vrouwen als krijger Aigiarne geven De wonderverteller niet alleen iets wonderlijks, maar ook iets bezielends en hedendaags.
Deze recensie verscheen eerst op www.elineschrijfthier.nl
Dijkstra, winnaar van de prestigieuze Thea Beckmanprijs, schreef eerder historische roman De schaduw van Toet en Het beest met de kracht van tien paarden – een hervertelling van de Griekse mythe over Theseus en de Minotaurus. De wonderverteller verhaalt over de reizen van Marco Polo die in de 13e eeuw met zijn vader en oom de Zijderoute aandeed. De ontdekking van het Oosten en de vele culturen, talen, onbekende natuur en nieuw handelswaar staan centraal in het boek – en weven zich door thema’s als familie, vriendschap, coming-of-age, ontheemding en verbondenheid. Voor de analfabete Maria gaat een wereld open bij het horen van de verhalen van de reislustige koopman: ‘Het was of je zijn avonturen zelf meemaakte in je hoofd als hij aan het woord was.’ Grote, kleurrijke illustraties van Djenné Fila waarvoor uiteenlopende materialen en technieken zijn gebruikt, tonen sfeervolle stadsgezichten, barre woestijnen en uitgestrekte steppen. Ze vangen kleine details en creëren verstilde actiemomenten.
Er is een hoop research verricht, maar de vertelstijl van Dijkstra blijft vlot en speels. Dit maakt De wonderverteller een aantrekkelijk avonturenboek, waar toch de nodige informatie in verstopt zit voor (jonge) lezers. Het losse samenspel tussen Marco Polo en Rustichello brengt inbedding en humor in het verhaal. Wat schrijf je op en wat niet? Hoe maak je een reisverhaal, dat in die tijd tot de verbeelding sprak, nog spannender? Hoe betrouwbaar is het opschrijven van mondeling doorgegeven verhalen? Deze discussie vond daadwerkelijk plaats na Rustichello’s publicatie van de reisgids vol Marco Polo’s ervaringen in Perzië en China. Dijkstra houdt het op: ‘Alles in dit boek is echt gebeurd, behalve de stukken die volslagen verzonnen zijn.’ De dubieuze relatie tussen verteller en schrijver werkt wanneer Maria, geïnspireerd door messer Marco’s belevenissen, steeds heldhaftiger wordt en een dapper besluit neemt. Het hoofdstuk waarin Marco Polo zijn hoogte- en dieptepunten samenvat, voelt daarentegen als een opsomming. Gelukkig verzandt het boek hier niet in. Dijkstra weeft gaandeweg een feministische twist door het door mannen gedomineerde verhaal. Sterke vrouwen als krijger Aigiarne geven De wonderverteller niet alleen iets wonderlijks, maar ook iets bezielends en hedendaags.
Deze recensie verscheen eerst op www.elineschrijfthier.nl
1
Reageer op deze recensie
