Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een prettige leeservaring

Eus Wijnhoven 16 februari 2018
De (dan 36-jarige) componist Pjotr Tsjaikovski heeft het aardig gehad met zijn tien jaar jongere broer Modest. Deze schrijver is een leegloper en drinkebroer. Daarom zadelt hij Modest op met de zorg voor Kolja Konradi, een achtjarige doofstomme jongen uit gegoede kringen. Samen met de gouvernante van Kolja, de mooie Sofja Jersjova, reist Modest af met de jongen naar Lyon, waar het echtpaar Hugentobler – Zugerbühler op onorthodoxe wijze doofstomme kinderen leert praten. Alhoewel het een barbaarse strijd is die de jongen dient te leveren, mag het resultaat er zijn: hij leert praten op een wijze waarop vreemden nauwelijks in de gaten hebben dat Kolja doofstom is. In die jaren bezoekt Petja (Pjotr) de drie af en toe. Hij is jaloers op het stel dat hij gaat beschouwen als een ‘normaal’ gezin. En dat terwijl zijn broer Modest, evenals hijzelf, praktiserend homofiel is. De dagboekfragmenten van Modest vormen de ene helft van deze roman.

In de tweede helft vertelt Kolja over zijn ongewilde speurtocht. Als jong volwassene, die landerijen en bezittingen van zijn ouders heeft geërfd, heeft hij Modest enkele jaren onderdak geboden in Petersburg. Op zeker moment heeft hij de klaploper er echter uitgezet. Op verzoek van Pjotr de relatie met Modest te herstellen, keert Kolja van zijn landgoed Grankino in de Oekraïne terug naar Petersburg. Hij arriveert de ochtend na de nacht dat Pjotr is overleden.

Handelt het verhaal van Modest van 1876 tot 1893, het jaar van overlijden van Pjotr, dat van Kolja begint juist in dat laatste jaar. Vanaf het moment dat Kolja in Petersburg arriveert, vertrouwt hij het zaakje niet. Hoe kan het dat goede vrienden de opgebaarde dode kussen, terwijl het heet dat deze aan cholera is overleden? En waarom doen verschillende verhalen de ronde over de laatste dagen voor diens dood? Kolja gaat op onderzoek uit. Hij ondervraagt Modest, Aljosja Sofronov, de jongeman die nooit van de zijde van Pjotr is geweken. Ook komt hij in aanraking met gewezen studenten van De school voor jurisprudentie, de jaarclub Alles voor het uniform, waar Petja ooit deel van uitmaakte. Vanzelfsprekend komen de verhaallijnen op zeker moment tezamen. Langzaam maar zeker ontrafelt zich een geschiedenis die van complotten aan elkaar hangt.

Van de plot moet deze roman het niet hebben. Dat stoort geenszins. Japin schrijft op de wijze zoals hij kan acteren: gedragen, waarbij je de auteur bijna hoort spreken. Dat is heerlijk. En wat bedoelt hij als hij onderaan pagina 63 Pjotr tegen Modest laat zeggen: “Waaruit bestaat de stem die tegen de schrijver spreekt, waar zit het ongehoord orkest dat voor mij speelt opdat ik hun melodie noteer?”
“Iets uit niet maken…,” antwoordt Modest.
“Meer dan uit stilte ontstaat het uit gemis,” verklaart Petja.

Bij zijn optreden in Delft werd Japin gevraagd of dat ook voor hemzelf gold, vanuit welk gemis hijzelf de pen oppakt. In eerste instantie maakte hij zich er met een jantje-van-leiden vanaf, greep de verhaallijnen in het boek aan. ‘Volstaat dit antwoord?’ vroeg hij. Toen ontkennend werd geantwoord, zei hij: ‘Daar was ik al bang voor,’ waarna hij vertelde over zijn nieuwsgierige aard, maar ook over zijn jeugd. Hoe hij moest schipperen tussen een gewelddadige alcoholistische vader en diens schrijversvrinden en een moeder die hem als een kloek onder haar vleugels probeerde te beschermen. Te veel vertelde hij om hier allemaal te herhalen. Vraag het hem zelf maar eens.

Kolja moet het hebben van de sfeer, van de wijze waarop de auteur je deelgenoot maakt van het leven van de broers Tsjaikovski. En van een tijdsbeeld waarin eer boven alles ging. Een zeer prettige leeservaring!

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Eus Wijnhoven

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.