Lezersrecensie
IJzersterk en vooral erg origineel
AI (artificiële intelligentie) is steeds meer in ieders mond, de ontwikkelingen gaan razendsnel. De Britse Jo Callaghan is er dagelijks mee bezig, zij doet onderzoek naar de toekomstige impact van AI op de beroepsbevolking. Eerdere pogingen van haar om een boek gepubliceerd te krijgen, liepen op niets uit, maar met de thriller In een oogwenk, waarin AI een prominente rol speelt, was het wel raak. Het boek is het eerste deel in een serie rond rechercheur Kat Frank en haar bijzondere partner Lock. De Nederlandse vertaling was in handen van Ernst de Boer en Ankie Klootwijk.
Rechercheur Kat Frank is 45 jaar, weduwe en moeder van een zoon; ze maakt haar terugkeer op de werkvloer nadat ze lange tijd mantelzorger is geweest. Ze wordt gevraagd een pilootproject te leiden, waarbij het nut en de inzetbaarheid van AI-gestuurde systemen getest zal worden. Samen met de collega’s Hassan, Browne en Lock zal ze een paar verdwijningszaken bekijken. Alleen is Lock geen agent van vlees en bloed, maar een kunstmatige helper, die ze in de vorm van een armband bij zich kan dragen en die als hologram een menselijke vorm kan aannemen. Kats aversie is groot, en daar heeft ze haar redenen voor. Voor haar is het uitgesloten dat een machine de taken van een ervaren rechercheur zou kunnen overnemen, laat staan betere resultaten boeken.
Onder protest gaat ze de samenwerking aan, het belangrijkste is om twee verdwenen jongens op te sporen. Volgens eerder onderzoek wees niets op een misdaad - wellicht waren de twee er zelf vanonder gemuisd – maar dankzij het nieuw gevormde team wordt al snel duidelijk dat er wel degelijk reden tot bezorgdheid is. Feiten en cijfers heeft de virtuele speurder altijd paraat, zijn keuzes worden bovendien niet gekleurd door de eigen sociale of emotionele ervaringen, en in een mum van tijd doet hij analyses waar mensen dagen voor nodig hebben. Hoe je ook denkt over AI, het zal je geen enkele moeite kosten om voor Lock te vallen. Zijn puur rationele denkwijze - Kats onderbuikgevoel wordt meermaals in twijfel getrokken - leidt veelvuldig tot grappige momenten, uitdrukkingen herkent hij niet altijd, sarcasme al helemaal niet.
Hoewel het AI-speeltje met de meeste aandacht gaat lopen, vergeet de auteur ook de andere personages niet. Mondjesmaat krijgt de lezer meer informatie over de privésituatie van Kat, haar zoon Cam en haar overleden man John. In haar werk is ze nogal overtuigd van zichzelf, met haar vijfentwintig jaar ervaring. Toch is ze niet doof voor de ideeën van haar collega’s en is ze een trouwe steun voor wie dat nodig heeft. Tussen de bedrijven door komen we ook best veel te weten over haar collega’s Hassan en Browne, zonder dat het de aandacht van het eigenlijke verhaal afleidt.
In een oogwenk kent een veelgebruikte opbouw. De hoofdstukken waarin we het onderzoek van Kat en Lock volgen, worden afgewisseld met cursief gedrukte stukken waarin we meekijken over de schouder van een van de slachtoffers, alleen is niet duidelijk om wie het gaat. De gebeurtenissen worden grotendeels chronologisch verteld, waardoor alles makkelijk te volgen is. Eén grote uitzondering komt er in de tweede helft van het boek, wanneer er een flashback naar twee jaar eerder is. Pas op dat moment kan er een belletje gaan rinkelen en krijg je het vermoeden dat de ontknoping wel eens heel verrassend zou kunnen zijn. Vanaf dat moment komen de ontwikkelingen in sneltreinvaart op je af.
Jo Callaghan heeft niet alleen een ijzersterke plot met een zinderende finale neergezet, ze brengt haar verhaal ook op een vlotte manier tot bij de lezer. Het schrijven lijkt haar heel makkelijk af te gaan, het taalgebruik is eenvoudig maar efficiënt. De insteek is de overtreffende vorm van origineel, alleen daarvoor al zou je dit debuut de maximale waardering geven. In een oogwenk roept trouwens een aantal belangrijke vragen op: Welke rol zal AI in onze toekomstige maatschappij spelen? Wat met de groeiende kloof tussen wat technologisch mogelijk is, wat betaalbaar is en wat wettelijk toelaatbaar is? Stof tot nadenken …
Rechercheur Kat Frank is 45 jaar, weduwe en moeder van een zoon; ze maakt haar terugkeer op de werkvloer nadat ze lange tijd mantelzorger is geweest. Ze wordt gevraagd een pilootproject te leiden, waarbij het nut en de inzetbaarheid van AI-gestuurde systemen getest zal worden. Samen met de collega’s Hassan, Browne en Lock zal ze een paar verdwijningszaken bekijken. Alleen is Lock geen agent van vlees en bloed, maar een kunstmatige helper, die ze in de vorm van een armband bij zich kan dragen en die als hologram een menselijke vorm kan aannemen. Kats aversie is groot, en daar heeft ze haar redenen voor. Voor haar is het uitgesloten dat een machine de taken van een ervaren rechercheur zou kunnen overnemen, laat staan betere resultaten boeken.
Onder protest gaat ze de samenwerking aan, het belangrijkste is om twee verdwenen jongens op te sporen. Volgens eerder onderzoek wees niets op een misdaad - wellicht waren de twee er zelf vanonder gemuisd – maar dankzij het nieuw gevormde team wordt al snel duidelijk dat er wel degelijk reden tot bezorgdheid is. Feiten en cijfers heeft de virtuele speurder altijd paraat, zijn keuzes worden bovendien niet gekleurd door de eigen sociale of emotionele ervaringen, en in een mum van tijd doet hij analyses waar mensen dagen voor nodig hebben. Hoe je ook denkt over AI, het zal je geen enkele moeite kosten om voor Lock te vallen. Zijn puur rationele denkwijze - Kats onderbuikgevoel wordt meermaals in twijfel getrokken - leidt veelvuldig tot grappige momenten, uitdrukkingen herkent hij niet altijd, sarcasme al helemaal niet.
Hoewel het AI-speeltje met de meeste aandacht gaat lopen, vergeet de auteur ook de andere personages niet. Mondjesmaat krijgt de lezer meer informatie over de privésituatie van Kat, haar zoon Cam en haar overleden man John. In haar werk is ze nogal overtuigd van zichzelf, met haar vijfentwintig jaar ervaring. Toch is ze niet doof voor de ideeën van haar collega’s en is ze een trouwe steun voor wie dat nodig heeft. Tussen de bedrijven door komen we ook best veel te weten over haar collega’s Hassan en Browne, zonder dat het de aandacht van het eigenlijke verhaal afleidt.
In een oogwenk kent een veelgebruikte opbouw. De hoofdstukken waarin we het onderzoek van Kat en Lock volgen, worden afgewisseld met cursief gedrukte stukken waarin we meekijken over de schouder van een van de slachtoffers, alleen is niet duidelijk om wie het gaat. De gebeurtenissen worden grotendeels chronologisch verteld, waardoor alles makkelijk te volgen is. Eén grote uitzondering komt er in de tweede helft van het boek, wanneer er een flashback naar twee jaar eerder is. Pas op dat moment kan er een belletje gaan rinkelen en krijg je het vermoeden dat de ontknoping wel eens heel verrassend zou kunnen zijn. Vanaf dat moment komen de ontwikkelingen in sneltreinvaart op je af.
Jo Callaghan heeft niet alleen een ijzersterke plot met een zinderende finale neergezet, ze brengt haar verhaal ook op een vlotte manier tot bij de lezer. Het schrijven lijkt haar heel makkelijk af te gaan, het taalgebruik is eenvoudig maar efficiënt. De insteek is de overtreffende vorm van origineel, alleen daarvoor al zou je dit debuut de maximale waardering geven. In een oogwenk roept trouwens een aantal belangrijke vragen op: Welke rol zal AI in onze toekomstige maatschappij spelen? Wat met de groeiende kloof tussen wat technologisch mogelijk is, wat betaalbaar is en wat wettelijk toelaatbaar is? Stof tot nadenken …
1
Reageer op deze recensie